Met o.a. deze samenvatting heb ik een 8.0 gehaald! Alle hoorcolleges van het vak Vennootschaps- en Rechtspersonenrecht van de studie Rechtsgeleerdheid/Notarieel Recht aan de Vrije Universiteit.
De weken 1-7 zijn uitgewerkt. Je kunt een aantal schema's verwachten van de rechtspersoonsvormen en per...
Vennootschaps- En Rechtspersonenrecht (R_VENREP)
All documents for this subject (29)
1
review
By: catharinajansenschoonhoven • 1 year ago
Seller
Follow
notarieelrechtvu
Reviews received
Content preview
Week 1: de contractuele vennootschappen
- Samenwerking voor een bepaald doel
o Welke mogelijkheden zijn er?
o Wat zijn daarvan de kenmerken?
o Wat zijn de regels voor het tot stand brengen van een samenwerking?
o Welke regels bepalen het intern functioneren
o Hoe kan een organisatie aan het rechtsverkeer deelnemen?
o Bescherming van derden daarbij
Personenvennootschappen
- Kenmerken
- Soorten
- Interne vennootschapsverhoudingen
Bevoegdheid tot handelen voor de vennootschap
Draagplicht
- Externe vennootschapsverhoudingen
Vertegenwoordiging
Aansprakelijkheid: “wie is er verbonden als je handelt namens
Verhaal: “
- Ontbinding
Algemene kenmerken
- Contractuele samenwerking:
o ‘intuiti personae’: wordt aangegaan op persoonlijke basis, niet iemand kan zomaar erbij
komen/overdragen, kan hiervan afwijken “contractsvrijheid”
o Oprichting: vormvrij
Samenwerkende dierenartsen = de samenwerking met de andere dierenarts
ontwikkelde zich in een maatschap (personenvennootschap kan zich ontwikkelen
zonder dat partijen zich hiervan bewust zijn!)
Bijzondere overeenkomst (BW 7) als deze ovk bepaalde overeenkomsten heeft
met contractuele samenwerking, dan is het dat ook, ook al heb je dat niet zo
beoogd
- Geen rechtspersoon(lijkheid) =
= gezamenlijke vennoten zijn degene die gerechtigd zijn tot de goederen en ook
persoonlijk zijn verbonden aan de vennootschap
o Vennoten zijn persoonlijk drager van rechten en verplichtingen
o Vennoten dragen persoonlijk de verliezen
o Het vermogen behoort toe aan de vennoten persoonlijk een vennoot treedt uit = zijn
aandeel aan de vennootschap wordt onttrokken, het moet worden uitgedeeld of worden
toegedeeld = impact op continuïteit
o Maar het vermogen is wel ‘afgescheiden’ = hij functioneert een beetje als een
rechtspersoon ook functioneert
, o Min of meer duurzaam: voor een lange duur aangegaan, er zijn geen duidelijke grenzen,
rechter moet knoop doorhakken of de samenwerking wel of niet duurzaam is
o Op voet van gelijkheid: niet vereist dat alle vennoten dezelfde rechten of verplichtingen
hebben, dit kan je gewoon in de overeenkomst opnemen.
Het gaat erom dat: er geen gezagsverhouding mag bestaan tussen de vennoten! Want
dan is er eigenlijk sprake van een arbeidsovereenkomst! Belangrijkste in praktijk: soms
proberen ze van de plichten bij arbeidsovereenkomst (loonbelasting afgeven en premie
sociale zekerheid) af te komen d.m.v. doen als een contractuele samenwerking
- Met inbreng door de vennoten:
= prestatie afgesproken die moet worden afgeleverd die moet bijdragen aan succes
van de samenwerking
- Gericht op het behalen van materieel voordeel
= elk vermogensrechtelijk voordeel bv. winst of besparing van kosten,
verminderen van verliezen (mag begrip ruim aannemen)
- Ter verdeling onder de deelnemers
= moet gezamenlijk aangegaan zijn
Vb. agrarisch = vader beslist of en hoeveel werd uitbetaald, de zoons hadden
geen recht op een aandeel in de winst dus toen geen sprake van een
maatschap
Inbreng (7A:1662 BW)
Inbreng kan door:
- Arbeid/Goodwill
- Inbreng van goederen
o Goed wordt aan vennoten overgedragen
o Goed wordt in onverdeelde eigendom overgedragen, wordt gemeenschappelijke
gerechtigdheid Waardeverandering/risico is voor vennootschap
o Koop van toepassing
- Inbreng van economische eigendom (genot + waarde)
o Genot van goed wordt ingebracht (inbrenger blijft rechthebbende)
o Waardeverandering/risico is voor vennootschap = alsof het goed eigendom was van de
gezamenlijke vennoten
- Inbreng van zuiver genot van goederen
o Genot van goed wordt ingebracht, maar verschil met hierboven:
o Eventuele waardeveranderingen blijven voor degene die heeft ingebracht Goed blijft
voor rekening/risico van inbrenger
Voorbeeld ter illustratie (verschil economisch en zuiver genot)
- Stel:
, o Waarde goed bij inbreng = 1000
o Waarde bij ontbinding = 1500
- Inbreng (economische) eigendom
500 winst, te delen door de vennoten (verlies zou door alle vennoten
moeten worden gedragen)
- Inbreng zuiver genot
o 500 waardestijging is alleen voor inbrengende vennoot (verlies zou ook voor zijn
rekening zijn)
Vennootschapsvermogen
- Vermogen in economische zin =
o Alles wat de vennoten hebben ingebracht (ook datgene dat is ingebracht onder zuiver
genot)
- Vermogen in juridische zin =
o Goederenrechtelijke gemeenschap: omvat slechts die vermogensbestanddelen die aan
de vennoten gezamenlijk toebehoren
Een vennoot kan:
(i) niet over zijn aandeel in de goederenrechtelijke gemeenschap beschikken, en
(ii) niet over zijn aandeel in een afzonderlijk goed, althans niet zonder de instemming van alle
vennoten.
SOORTEN PERSONENVENNOOTSCHAPPEN
Maatschap
- Maatschap = grondvorm (art. 7A:1655 BW)
- Twee soorten: (te onderscheiden naar “gemeenschappelijke naam” en uitoefening van
bedrijf/beroep)
- Stille maatschap
o Uitoefening van een beroep/bedrijf
o Maatschap die niet handelt onder gemeenschappelijke naam = voor derden niet
kenbaar
- Openbare maatschap
o Sprake van uitoefening van een beroep (bv. Notaris/advocaat/fysiotherapeut)
= vrije beroepen: eigen verantwoordelijkheid van de kwaliteit van de
dienstverlening, element van dienen van algemeen belang
o Maatschap onder een gemeenschappelijke naam = voor derden kenbaar
Vennootschap onder firma
Artikel 16 WvK
Kenmerken:
- Maatschap +
- Bedrijf+
- Gemeenschappelijke naam
, - Regeling van de maatschap (m.u.v. externe verbondenheid) + titel 3 WvK (art.15 e.v.)
Commanditaire vennootschap
Artikel 19 WvK
Kenmerken:
- V.o.f. (bedrijf, gemeenschappelijke naam) +
- Naast beherende vennoten een of meer commanditaire/stille vennoten (niet ingeschreven in
handelsregister, t.o.v. derden niet kenbaar)
INTERNE VERHOUDINGEN
‘Bestuur’ van de vennootschap (interne vennootschapsverhoudingen) = de leiding
- Onderscheiden: beheren en beschikken
Beheren = handelingen die tot de normale uitoefening van het beroep of bedrijf behoren
(bv. Cliënten ontvangen, kopieerpapier kopen)
Beschikken = alle handelingen die geen beheershandelingen zijn (bv. Pand huren)
- Hoofdregel:
o Elke vennoot is bevoegd tot beheershandelingen (art. 7A:1676 BW)
Handelingen die tot de normale uitoefening van het beroep of bedrijf behoren
Behalve de stille vennoot natuurlijk
o Vennoten zijn slechts gezamenlijk bevoegd tot het verrichten van
beschikkingshandelingen
o Regelend recht: kan ook vastleggen welke handelingen je individueel of gezamenlijk
mag verrichten
Bv. Ene vennoot wel bevoegd, ander niet. Bevoegdheid naar goedkeuring of tot
bepaald bedrag kan ook.
“voor rekening van wie” = interne verhouding, het zegt niets over wie extern verbonden is!
- Is er intern bevoegdheid tot handelen?
o Dan komt de handeling voor rekening van de maatschap/v.o.f./c.v.
o Dus draagt bij aan de baten of de lasten
- Maar, dit zegt nog niets over externe aansprakelijkheid:
o De vraag is dan of de wederpartij ook de andere maten kan aanspreken
Deze twee kunnen binnen andere grenzen functioneren
Winst en verlies
- Elke vennoot heeft recht op een aandeel in de winst (7A:1670 BW)
o Hoofdregel: naar rato van ieders inbreng
o Vennoot inbreng in vorm van arbeid = gelijkgesteld met laagste inbreng kapitaal
o Regelend recht (bijna altijd wordt hiervan afgeweken!), maar restrictie! Geheel uitsluiten
van een vennoot aandeel kan niet = verbod
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller notarieelrechtvu. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.