Een samenvatting van hoofdstuk 2, Endogene en exogene processen van het 5VWO buiteNLand boek, aardrijkskunde. Per paragraaf een samenvatting met, waar nodig, onderverdelende kopjes en opsommingen.
De oceaanbodem bestaat vooral uit basalt. Basalt heeft een hogere dichtheid en is veel zwaarder dan
de gesteente waar continenten uit zijn opgebouwd, zoals graniet.
Een ‘onderwatergebergte’ wordt ook wel een midoceanische rug genoemd. Deze liggen onder
andere in de Atlantische Oceaan.
Er zijn ook diepzeetroggen ontdekt, diepe kloven. Ze liggen bijvoorbeeld langs de randen van de
Grote Oceaan.
De aarde kan worden gescand door de trillingen die bij elke aardbeving dwars door de aarde gaan.
De snelheid en richting van de aardbevingstrillingen wordt beïnvloedt door verschillende
eigenschappen van een gesteente (temperatuur, dichtheid, viscositeit).
De aardmantel bestaat uit vast gesteente wat op de lange termijn beweegt. Deze bewegingen heten
convectiestromen. Hierdoor wordt de warmte van de kern naar het oppervlakte bewogen.
Tussen de 100 en 200 kilometer diep bevindt zich het vloeibare deel van de aardmantel, de
asthenosfeer. Al het vast gesteente hierboven, ook de aardkorst, heet de lithosfeer.
De binnenkern van de aarde bestaat vooral uit ijzer en is vast. De buitenkern is vloeibaar.
Radioactieve elementen in de kern produceren warmte.
2.2 PLATENTEKTONIEK
De meeste aardplaten bestaan zowel uit continent als oceaanbodem. Er worden drie typen
plaatgrenzen onderscheiden:
1. Convergente plaatgrenzen. Hierbij botsen twee aardplaten tegen elkaar. Als een stuk
oceaanbodem op een continentale plaat botst, duikt de zwaardere oceaanbodem onder de
plaat de mantel in. Dit heeft subductie. Op de grens ontstaan diepzeetroggen.
2. Divergente plaatgrenzen. Hierbij bewegen twee aardplaten uit elkaar. Er ontstaat een
scheur die direct met lava wordt opgevuld. Zo kan nieuwe oceaanbodem ontstaan en een
midoceanische rug vormen. Dit wordt de spreidingszone genoemd.
3. Transforme plaatgrenzen. Hierbij bewegen twee aardplaten langs elkaar. Ze kunnen in
tegengestelde richting bewegen of met twee verschillende snelheden in dezelfde richting
bewegen.
Het aangroeien van de oceaanbodem rond een midoceanische rug wordt gecompenseerd door het
verdwijnen van oceaanbodem bij een subductiezone. De oceaanbodem die deel uitmaakte van de
oceanen van voor 200 miljoen jaar geleden is gerecycled. De oceaanbodem kan niet ouder zijn dat
200 miljoen jaar, terwijl het oudste continentale gesteente wel 4 miljard jaar oud is.
De continenten groeien aan door het wegduikende, oceanische, basalt wat wordt omgesmolten tot
lichter gesteente wat wordt toegevoegd aan het continent.
Er zijn meerdere theorieën over de vraag wat de plaatbeweging aandrijft. De theorie van
convectiestromen is het populairst. Het is alleen nog nooit aangetoond.
, Er ontstaat een duwkracht door een midoceanische rug en een trekkracht door subductie.
Door het actualiteitsprincipe, het ervan uitgaan dat de platen met dezelfde snelheid altijd hebben
bewogen, kan er gereconstrueerd worden hoe de continenten op verschillende tijdstippen lagen.
2.3 VULKANISME
VULKANISME BIJ DIVERGERENDE PLATEN
Bij midoceanische ruggen ontstaat continu een langgerekte scheur in de aardkorst, die direct wordt
opgevuld met magma uit de mantel. De mantel bestaat uit vast gesteente, maar wordt door het
wegvallen van de druk bij een opening wel vloeibaar. Deze uitbarstingen heten effusieve erupties en
verlopen heel rustig. Het lava komt direct in contact met het oceaanwater en stolt snel.
VULKANISME BIJ CONVERGERENDE PLATEN
In subductiezones komen explosieve erupties voor. De magma bestaat hier uit een mengsel van
gesmolten oceaanbodem, meegesleurd sediment en zeewater. Dit magma hoopt zich op in de
magmakamer van een vulkaan. Het kan een opening blokkeren door de stroperigheid van de magma.
Hierdoor wordt de druk erg hoog en kan uiteindelijk de bovenkant van de opening openbreken.
Het in de lucht geslingerd materiaal, zoals vulkanisch as, heet pyroclastica. Er is een stratovulkaan
hier aanwezig.
Als een eruptie zo explosief is dat een deel van de magmakamer te snel leeg raakt wordt de vulkaan
instabiel. Hierdoor zakt het dak van de magmakamer in en ontstaat een caldera. Dit kan ook ontstaan
als de top van een vulkaan eraf geblazen wordt door een explosieve eruptie.
HOTSPOTS
Op Hawaii zijn veel schildvulkanen. Dit soort vulkaan wordt gevormd doordat dun vloeibaar
basaltisch lava rustig uit de krater stroomt en zo een uitgestrekt gebied bedekt. Dit soort vulkanen
liggen op grote afstand van een plaatgrens. Ze zijn gevormd door een hotspot.
Op een hotspot vindt in de mantel een continue stijging van magma plaats, deze heten
mantelpluimen. De plaat beweegt over zo’n hotspot heen (de hotspot blijft stilliggen) en brandt
gaten in de aardkorst.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gijspieter01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.