De drie manieren om welvaartsverschillen in de wereld te meten zijn:
1. Bruto binnenlands product per inwoner. Deze wordt berekend door de waarde van alle
goederen en diensten bij elkaar (door binnen- en buitenlandse personen en bedrijven in een
land) op te tellen en dit te delen door het aantal inwoners. De afkorting hiervoor is
bbp/hoofd.
2. Samenstelling beroepsbevolking.
3. VN-ontwikkelingsindex of welzijnsindex. Hierbij wordt naar inkomen, maar ook
levensverwachting en analfabetisme gekeken. De index loopt van 1 tot 0. Andere factoren bij
de index zijn: toegang tot schoon drinkwater, onderwijs, gezondheidszorg, voedselsituatie en
beschikbaarheid tot telefoon en computer.
De welzijnsindex zegt meer over hoe het gaat in een land dan alleen het bbp/hoofd.
Meten met het bbp/hoofd heeft ook nadelen:
1. De koopkracht is in veel landen anders. Dit is wat je voor één dollar in een land kan kopen.
Het bbp/hoofd is bijvoorbeeld in India 30x lager dan in Nederland, maar de koopkracht is in
Nederland maar 8x hoger.
2. De inkomsten uit de informele sector worden niet meegerekend. In veel armere landen is de
informele sector groter dan de formele sector, de situatie is dus vaker wel iets beter dan het
bbp/hoofd aangeeft.
3. Het is een gemiddeld inkomen. Dit betekent dat het verschil in welvaart tussen
bevolkingsgroepen heel groot kan zijn. Dit heet sociale ongelijkheid. In semiperiferie-landen
is de sociale ongelijkheid vaak het hoogst.
4. Het laat geen regionale verschillen zien. Het verschil in welvaart en ontwikkeling en gebieden
is soms groot, dit heet regionale ongelijkheid. Bijvoorbeeld is het bruto regionaal
product/hoofd veel hoger in Shanghai dan in de armste provincie van China, Anhui.
De wereld is in drie groepen te verdelen qua welvaart.
1. De rijke centrumlanden, vooral westers.
2. De landen met een groeiende economie, de semiperiferie.
3. De armste landen. Periferie.
, PARAGRAAF 2 PATRONEN: BEVOLKINGSSPREIDING EN CULTUURGEBIEDEN
De bevolkingsspreiding in de wereld laat zien dat mensen zeer onregelmatig zijn verdeeld. Wij
gebruiken maar 10% van het aardoppervlak. De meeste mensen wonen op het noordelijk halfrond.
Als je inzoomt op dichtbevolkte landen kom je ook dunbevolkte gebieden tegen en vice versa.
In de periferie en semiperiferie kom je vooral de trek van het platteland naar de stad tegen. Ook in
de centrumlanden is hier sprake van, maar minder.
De verklaring voor bevolkingsspreidingen zijn:
- De natuurlijke mogelijkheden. Dichtbevolkt gebied is vaak een geschikt klimaat, vruchtbare
grond, beschikbaarheid van water, niet te bergachtig dit alles vooral om de agrarische sector
te helpen.
- De ligging. Dichtbevolkte gebieden liggen vaak dichtbij economische kerngebieden of zijn
hier goed mee verbonden.
- Het koloniaal verleden. In vroeger gekoloniseerde gebieden is de bevolking vrijwel altijd in de
kustgebieden gaan leven. Omdat hier destijds handelsposten zijn ontstaan.
Westers cultuurgebied is het grootst, met het Chinese dat de meeste mensen heeft. Cultuur is hoe de
mensen hun gebied inrichten, bouwstijl van huizen en religieuze gebouwen, wijze van bewerken
land, kleding en verder.
Taal en godsdienst zijn de twee belangrijkste cultuurelementen.
De verspreiding vanuit een kerngebied van cultuurelementen heet diffusie (denk aan biologie). Als
hierbij het cultuurelement wordt aangepast heet het acculturatie of cultuurvermenging. Vooral door
migratie vermengen cultuurelementen. Dit gebeurt ook door moderne communicatiemiddelen en
toerisme.
Toch blijven de mensen ook lokaal en van oudsher belangrijke cultuurelementen houden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gijspieter01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.