1.2 ETHIEK EN REFLECTIE
ETHIEK
Nadenken over morele kwesties en afwegen welke antwoorden het meest verantwoord worden
geacht.
Ethiek houdt zich bezig met de reflectie op de moraal. Dit wil zeggen een reflectie op het geheel van
waarden, normen en regels die in een bepaalde sociale context het gedrag reguleren. Dus welk
handelen is in de gegeven situatie het meest verantwoord.
Bij ethiek en moraal doelen we op het geheel van opvattingen en regels over de manier waarop
beoefenaren van dat beroep hun vak uitoefenen.
HET DOEL VAN ETHISCHE REFLECTIE
Het tot stand brengen van een zo groot mogelijke overeenstemming over morele richtlijnen, het liefst
op basis van gedeelde morele uitgangspunten.
MORELE REGELS HEBBEN EEN DUBBELE FUNCTIE
Ze zijn oriëntatiepunten voorafgaand aan het handelen en toetsingscriteria achteraf.
Meningsverschillen zien we vooral op het niveau van morele regels.
1.3 SMALLE EN BREDE ETHIEK
We moeten in een dialoog tussen redelijke mensen morele regels proberen te vinden die in een
pluriforme samenleving acceptabel en effectief zijn. Deze visie wordt ‘smalle ethiek’ genoemd omdat
de ethiek zo terechtkomt in de sfeer van regelgeving, procedures, beleidsadviezen en compromissen.
De ethiek moet zich niet bezighouden met het aandragen van oplossingen of het formuleren van
regels. Het is de taak van de ethiek, opgevat als ‘brede ethiek’, om de bezinning en de
maatschappelijke discussie over morele vraagstukken te stimuleren. De ethiek moet in deze visie een
indirecte bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken door
waardeoriëntaties te verhelderen en zingevingsvragen te stellen.
1.4 ETHIEK EN RECHT
Bij de begrippen ‘ethiek’ en ‘recht’ gaat het om individuele en maatschappelijke waarden en normen,
om de onderlinge afweging tussen beide en om fundamentele beginselen.
Recht gaat soms verder dan de ethiek. Een jurist kan zich niet tot waarden en normen beperken, maar
moet ook de rechtsregels in hun werking en toepassing bestuderen en verder uitwerken. Ook moet hij
het bestaande recht en de jurisprudentie (verzameling van uitspraken van de rechter) betrekken in zijn
beschouwingen en zijn analyse van normen en waarden.
De verhouding van ethiek en recht kan ook zo worden beschreven:
Ethiek - in de ethiek schuilt zowel een persoonlijke als een maatschappelijke component
Recht – het recht bevat alleen een maatschappelijke component: de rechten en plichten van
burgers in hun onderlinge betrekkingen en in de verhouding met de overheid
1.5 BEROEPSETHIEK
BEROEPSETHIEK:
Beroepsethiek is een onderdeel van de ethiek, waarin op systematische wijze de morele problemen
rondom beroepen in het algemeen of één beroep in het bijzonder worden bestudeerd.
In de beroepsethiek is een individualiserings- en privatiseringsproces aan de gang: het is primair van
belang of ik tevreden ben met een bepaalde handelwijze, niet of anderen dat ook zijn.
, Door: Lisa van Kampen
Hoofdstuk 2
2.1 WAT IS MEDIA-ETHIEK?
Media-ethiek houdt zich bezig met de reflectie op het functioneren van de massamedia. Dit is meer in
het bijzonder op de probleemsituaties die samenhangen met de informatievoorziening d.m.v. de
massamedia.
Communicatiewetenschap:
De wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van informatievoorziening die op een
beroeps- en/of bedrijfsmatige basis plaatsvindt aan een algemeen dan wel een professioneel
ontvangerspubliek.
Morele vraagstukken met betrekking tot de media zijn niet het exclusieve terrein van mediamensen,
maar van alle burgers in een democratische samenleving. Ethische kwesties doen zich niet alleen
voor aan de zijde van de zender, maar ook aan de zijde van de ontvanger, de mediaconsument.
De ontvanger heeft volgens De Meij zich ontwikkeld ‘van object of doelwit van de uitingsvrijheid tot
zelfstandig subject binnen de communicatievrijheid, of zelfs tot drager van een eigen, zelfstandig
grondrecht’. Toch staan de positie en de rechten van de zender centraal in het grondrechtelijk kader
van de uitingsvrijheid en is de plaats van de ontvanger duidelijk onderbelicht.
2.2 BESTAAT JOURNALISATIEKE ETHIEK?
Het bestaan van een journalistieke ethiek wordt niet door iedereen erkend. Een journalist onderscheidt
zich alleen van zijn medeburgers door zijn vakmatigheid. Journalisten vormen geen stand, zij houden
er geen ethiek op na, zij wensen be- en geoordeeld te worden als alle andere burgers.
2.3 MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID
Elke verantwoordelijkheid heeft niet alleen een persoonlijk maar ook een collectief aspect: de
verantwoordelijkheid van de gehele redactie, van de gehele afdeling, van het totale bedrijf en van de
beroepsorganisatie. Van der Meiden onderscheidt vier niveaus van normen:
Persoonlijke normen – de morele opvattingen van ieder mens vanuit milieu, opvoeding,
levensovertuiging, scholing of ervaring
Organisatienormen – in elk bedrijf gelden geschreven of (meestal) ongeschreven normen die
tot de cultuur van de organisatie horen
Beroepsnormen – dit is het geheel van geschreven en ongeschreven morele normen zoals die
gelden in de beroepsorganisatie voor de wijze waarop het vak beoefend dient te worden
Maatschappelijke normen – dit zijn de algemeen in de samenleving geldende morele
opvattingen
Behalve deze normen zijn er uiteraard de grenzen die getrokken worden door wet en jurisprudentie,
bijv. de uitspraken van de mediarechter in een kort geding.
2.4 MEDIA-ETHIEK EN MEDIARECHT
De Raad voor de Journalistiek toetst aan de normen van journalistieke beroepsethiek en journalistieke
zorgvuldigheid, de rechter doet dat aan rechtsnormen. Hij beoordeelt in een civiele procedure wegens
onrechtmatige daad met als toetsingscriterium:
Is er sprake van een handelen of nalaten dat ingaat tegen de zorgvuldigheid zoals je met een
persoon of andermans spullen hoort om te gaan
Soms wijst de rechter een vordering toe op grond van belediging: de publicatie had het opzet
te kwetsen
Van een onrechtmatige publicatie is sprake wanneer die publicatie ‘verwijtbaar onjuist of onvolledig’ is:
kon of behoorde de journalist op de hoogte te zijn van de juiste toedracht der feiten? Het publiceren
wordt nu van feitelijke onjuistheden al gauw beschouwd als onachtzaamheid en daarmee als
verwijtbaar, tenzij het gaat om kleine onnauwkeurigheden.
Bij belediging (smaadschrift) kan een journalist zich verweren met het argument dat hij handelde in het
algemeen belang.
, Door: Lisa van Kampen
2.5 NOODZAAK TOT REFLECTIE
Van Dijck signaleert een sterke roep om bezinning op de journalistieke beroepsethiek. Zij ziet drie
redenen voor die noodzaak tot reflectie op het vak:
Ontwikkelingen in de informatie- en communicatietechnologie
Toegenomen commerciële druk op nieuwsorganisaties
Vervaging van grenzen tussen genres
De dominante beeldcultuur heeft onze normen en waarden aangetast en onze ideeën over ‘goede
smaak’ veranderd. Beelden in het televisienieuws en foto’s op de voorpagina van de kranten zijn
harden en schokkender geworden, maar de lezer en kijker lijken steeds meer immuun voor gruwelijke
beelden.
Door de komst van commerciële omroeporganisaties en het journalistieker opereren van regionale
omroepen is de concurrentie groter geworden. Dit heeft geleid tot een situatie waarin het marktdenken
dominanter is geworden.
De afstand tussen nieuws en actualiteitenprogramma’s en entertainmentgenres wordt kleiner. Het
hanteren van symbolische beelden, van geënsceneerd beeldmateriaal, van bepaalde
spanningstechnieken en van het met veel gevoel voor dramatiek opvoeren van anonieme getuigen
kunnen afbreuk doen aan de geloofwaardigheid van de feitelijkheid van informatie programma’s.
2.6 ACTUELE VRAAGSTUKKEN
INFORMATISERING VAN DE SAMENLEVING
Naarmate het aanbod aan informatie voor de burger toeneemt, wordt het voor de aanbieder moeilijker
zich te verzekeren van de aandacht van het publiek. Reclamemakers zoeken steeds vaker de grenzen
van het toelaatbare op om op te vallen.
Gratis reclame - goed geregisseerd en mooi meegenomen
Paradox van reclame - wie provocerende en aanstootgevende reclameboodschappen aan de
kaak stelt, speelt daarmee de reclamemaker precies in de kaart, want deze krijgt wat hij zocht:
de brede aandacht van het publiek voor merknaam en product
Door de uitbreiding van televisiekanalen kijkt het publiek niet meer maar anders: meer naar
amusement en minder naar serieuze informatie. Om het kijkerspubliek van amusementsprogramma’s
toch informatie voor te schotelen is er ‘infotainment’ uitgevonden.
EMOTIE-TV
Bij emotie-tv gaat het om allerlei formats die gemeenschappelijk hebben dat ‘gewone mensen’ hun
persoonlijk leven etaleren en in de vorm van bekentenissen hun diepste zielenroerselen aan het
kijkerspubliek presenteren.
Ook zijn er programma’s waarin de kijker geconfronteerd wordt met video’s waarop moord en
doodslag te zien is. Ook rechtstreeks verslag van belangrijke gebeurtenissen valt onder emotie-tv.
Denk bijv. aan de aanslagen op 11 september, deze gebeurtenissen waren dagenlang onafgebroken
rechtstreeks te volgen.
NIEUWE TECHNISCHE MOGELIJKHEDEN
Het is nu mogelijk d.m.v. digitale beeldmanipulatie (Photoshop) om veranderingen aan te brengen in
nieuwsfoto’s zonder dat de krantenlezer dit door heeft. Ook situaties kunnen worden ‘gefotografeerd’
die in werkelijkheid nooit hebben bestaan. Bij reclame- en modefoto’s gebeurt dit al jaren.
COMMERCIËLE BELANGEN
Commerciële belangen zullen naar verwachting een steeds grotere rol gaan spelen en dus een
bedreiging vormen voor de journalistieke onafhankelijkheid. In de schrijvende pers gaat het om
advertorials en om gesponsorde bijdragen en om de druk van de directie op de redactie.
Bij de publieke omroepen gaat het om sponsoring door het bedrijfsleven van programma’s en de
eventuele invloed op de inhoud daarvan.
, Door: Lisa van Kampen
Hoofdstuk 4
4.1 WAAROM ZELFREGULERING?
WAT IS ZELFREGULERING?
Zelfregulering is een regeling voor een bepaalde sector of beroepsgroep die door deze zelf wordt
opgesteld, uitgevoerd en gehandhaafd. Het is een aanvulling op, of alternatief voor, de regulering door
de overheid. De d.m.v. zelfregulering opgestelde normen kunnen veel vormen aannemen:
Gedragscodes
Keurmerken
Kwaliteitsstandaarden
Klachtenregelingen
Certificatie
Het belangrijkste motief achter elk instrument van zelfregulering is de wens dat beroepsgenoten
handelen volgens de in de branche levende opvattingen en normen. Zelfregulering is een antwoord op
protesten van het publiek, denk aan de reclamebranche; het protest tegen misleidende
reclameboodschappen.
Een ander motief is dat de toetsing van aanvechtbare gedragingen aan de morele standaard van het
vak en het daarover uitgesproken oordeel een morele discussie en het liefst ook een morele
overeenstemming onder beroepsbeoefenaren aanrichten.
Het is beter dat beoefenaren van het vak zelf regels opstellen voor een verantwoorde
beroepsuitoefening dan dat de overheid dat doet. Zelfregulering is efficiënter en effectiever dan
wettelijke maatregelen en procedures:
Efficiënter – toetsing is goedkoper en sneller
Effectiever – kritiek van vakgenoten komt harder aan dan dat van de rechter
Zelfregulering is complementair aan de wet, de toetsingsnorm is ruimer en men kan zich dus
makkelijker en over meer zaken uitspreken dan de rechter. Ook optreden tegen handelingen die
maatschappelijk ongewenst zijn, maar waar juridisch gezien niets op aan te merken is, zijn mogelijk.
NADEEL ZELFREGULERING
De toetsing wordt verricht door een gezelschap dat gedeeltelijk bestaat uit vakgenoten, wat een (te)
grote solidariteit kan hebben met vakgenoten: “ze houden elkaar de hand boven het hoofd”. Het kan
echter ook zo zijn dat het gezelschap wordt bekritiseerd omdat het onnodig streng optreedt.
4.2 ZELFREGULERING IN DE JOURNALISTIEK
Er is sprake van zelfregulering in de journalistiek d.m.v.:
Geschreven gedragscodes
De Raad voor de Journalistiek
De ombudsman
Overheidregulering ter bescherming van het algemeen belang (denk aan
opsporing/vervolging, bij het beschermen van de persoonlijke levenssfeer van de verdachte,
dader of slachtoffer)
MEDIA ACCOUNTABILITY
CI.-J. Bertrand van het Institut Français de Presse in Parijs zei het volgende over de vormen van
zelfregulering die in een groot aantal landen worden gehanteerd om de media, vooral de
journalistieke, te houden aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Hij noemt de volgende
vormen van ‘quality control’:
Opleiding en scholing van journalisten
Gedragscodes zoals die door journalistenverenigingen of mediaorganisaties zijn opgesteld
Raden voor de journalistiek die fungeren als instanties waar mensen klachten kunnen
indienen
Ombudsman als bemiddelaar tussen het publiek en de redactie
Aparte rubriek voor correcties en aanvullingen, niet te verwarren met mediarubrieken (op
radio, tv én krant) waarin het reilen en zeilen van de media kritisch onder de loep wordt
genomen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller admiralscoat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.