Op 15 juni 1215 kwam Jan zonder Land en 25 baronnen bijeen. Tijdens de bijeenkomst moest
de koning van zijn leenmannen een oorkonde ondertekenen. Een magna carta wat grote
oorkonde betekent. De gebeurtenis op 15 juni betekende een vernedering voor de koning. De
Engelse edelen waren ontevreden over hem, omdat ze vonden dat hij zijn macht misbruikte.
De edelen waren vooral boos over de belastingen en dat hij zijn wil teveel aan de steden
oplegde en zich gewoon aan de wet moest houden. Daarom hadden de baronnen voor 15
juni Londen veroverd en Jan zonder Land overvallen in zijn kasteel in Windsor. Vervolgens
dwongen ze hem akkoord te gaan met bepalingen die zijn macht zouden beperken. In de
Magna Carta werd onder meer vastgelegd dat de koning niet zonder overleg belastingen kon
heffen en dat hij de stedelijke rechten moest accepteren. Nadat Jan zonder Land het
document had ondertekend beloofde de rebellerende baronnen opnieuw trouw aan hun
leenheer. Na een jaar stierf Jan zonder Land. De baronnen probeerden de koningen na Jan
zonder Land ook het Magna Carta te laten ondertekenen maar dat lukte niet. De Engelsen
zien de Magna Carta nog altijd als basis voor hun vrijheden.
Uit het voorbeeld van Magna Carta blijkt dat edelen en koningen met elkaar in conflict
konden raken. Dit kwam doordat veel koningen in de late middeleeuwen probeerden hun
macht te verstevigen en te regeren vanuit één plaats. Dit wordt centralisatie genoemd.
Leenmannen kwamen hiertegen in verzet, omdat zij zoveel mogelijk zeggenschap wilden
houden over hun gebieden. In dit conflict waren de leenheren steeds meer in het voordeel.
In de vroege middeleeuwen was het erg lastig een groot gebied te besturen omdat de
leenheren van de ene plaats naar de andere plaats moesten reizen om zichzelf te verzekeren
dat ze trouw bleven en dat was onmogelijk voor langere tijd. Europa was dan ook een
lappendeken van kleine en middelgrote bestuurlijke eenheden. Toen in de late
middeleeuwen er wel geld kwam, werden de leenheren sterker. Belangrijk was dat ze
belastingen in geld konden heffen en daarmee legers konden inhuren die op elk moment
beschikbaar waren. Door de inzet van deze middelen konden de leenheren hun greep op
hun grondgebied verstevigen. Ze konden regels en wetten invoeren die over het hele gebied
gelden en ze konden zelfs gebieden veroveren. Ze dwongen de trouw van zoveel mogelijk
leenmannen af. Sommige leenheren probeerden ook hun land te vergroten door middel van
te trouwen met een dochter van een andere leenheer.
In de late middeleeuwen werd een voorzichtig begin gemaakt met het creëren van een
bestuurlijke eenheid in bepaalde gebieden. Deze ontwikkeling heet staatsvorming. Het was
een moeilijk en langdurig proces. De stedelingen en edelen vonden het van zelfsprekend dat
ze zichzelf konden besturen en hun eigen rechtspraak konden regelen. Het
staatsvormingproces liep daarom ook niet zonder slag of stoot. Niet alleen in Engeland, een
verbond van de Brabantse steden liet zelfs de vorst een oorkonde ondertekenen dat hij de
steden en edelen hun toestemming nodig had om oorlog te voeren en belasting te heffen.
Deze oorkonde werd de Blijde Inkomst genoemd. Vorsten moesten dus in het proces van
staatsvorming goed rekening houden met hun leenmannen. Dit hoorde bij het feodale
systeem.
Het staatsvormingsproces verliep in sommige landen gemakkelijker dan in andere. Het
Duitse keizerrijk bleef versnipperd. De vorstendommen vormden één blok tegen de keizer.
De afloop van de investituurstrijd was nadelig geweest voor de positie van de keizer. Dit gold
ook voor de Noordelijke Nederlanden, die grotendeels onder het Duitse keizerrijk vielen. De
leenmannen hier gedroegen zich als zelfstandige vorsten. Pas aan het eind van de
middeleeuwen kregen de gewesten in de Noordelijke Nederlanden te maken met
centralisatiepogingen, eerst door de bourgondische hertogen en later door hun opvolgers,
de Habsburgers.
In Frankrijk was er wel sprake van een succesvolle centralisatie van de macht. In 987 hadden
de Franse edelen een nieuwe koning gekozen: Hugo Capet. Eigenlijk was zijn macht niet zo
groot alleen over zijn eigen rijk. De leenmannen van de koning gedroegen zich in de overige
gebieden als zelfstandige vorsten. Ze hadden Hugo gekozen omdat ze dachten weinig last
van hem te hebben. Toch lukte het de opvolgers van Hugo om hun macht in een paar
eeuwen steeds verder uit te breiden. Zij konden daarbij profiteren van een aantal gunstige
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller minoekvandorp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.83. You're not tied to anything after your purchase.