Burgerlijke rechter als restrechter
Voordelen en nadelen civiele rechter
Voordelen:
- Declaratoir mogelijk
o Kort geding: geen connexiteitsvereiste, voorschot schadevergoeding, hoger beroep
Nadelen:
- Vernietiging niet mogelijk
o Zelf in de zaak voorzien niet mogelijk verplichte procesvertegenwoordiging.
Stel je wil opkomen tegen een AVV? Viruswaarheid heeft dat gedaan > avondklok aanvechten. Dat je kan je op twee manieren doen:
1. Een besluit uitlokken op basis van de AVV: dat besluit is de avondklok overtreden en dan een bestuurlijke boete te pakken
krijgen van 95 euro. Dan kan je opkomen bij de bestuursrechter tegen dat besluiten: de boete klopt in het licht van de
avondklok regeling, maar de AVV is in strijd met hogere regelgeving en moet buiten toepassing blijven en dan is die boete
onterecht aan mij opgelegd; dan kan je naar de bestuursrechter want je hebt een beschikking; namelijk de bestuurlijke
boete.
2. Naar de civiele rechter stappen (met Guldemond-Noordwijkerhout arrest & art. 112 lid 1 Grondwet in je achterhoofd) en
tegen de civieler echter zegt; er is jegens mij een OD gepleegd door uitvaardigen van die regeling. (Dit zien we ook in
Leffers-Staat). Probleem: alleen van die AVV aantonen dat je al schade hebt is lastig. Dus we zeggen makkelijk dat je naar
de civiele rechter kan en roep dat er een OD is gepleegd en dat klopt; maar om daar je vordering toegewezen te krijgen is
een ander verhaal.
3. Ik heb een besluit maar ik wil niet naar de bestuursrechter, want daar heb ik geen vertrouwen in. Ik wil naar de civiele
rechter. Kan te maken hebben met de voordelen van de burgerlijke rechter; want hij kan een declaratoir (=vonnis waarbij een
bestaande rechtstoestand of rechtsverhouding wordt vastgesteld.) uitspreken (dat is bij bestuursrechter niet). En bij de
kortgedingprocedure is geen sprake van connexiteit en je kan tegen een uitspraak van de voorlopige civiele
voorzieningenrechter hoger beroep instellen. Nadelen zijn dat de civiele rechter de AVV niet kan vernietigen, maar wel
buiten toepassing verklaring of onverbindend. Het is een duurdere keuze want je hebt een advocaat nodig.
Er is als je wel een appellabel besluit hebt 1 groot nadeel aan verbonden: Voorrangsregeling. In verhouding van bestuursrechter tot
civiel recht is er een voorrangsregeling. Als je naar de bestuursrechter kan gaat dat voor op het civiele traject (voor zover je daar een
vergelijkbaar resultaat mee kan bereiken). En als dat niet kan (bijv. schadevergoeding waarvoor je naar civiele rechter ging) maar als
je een appellabele beslissing hebt word je geacht de bestuursrechtelijke rechtsbescherming te doorlopen. En waarom? Omdat als je
dat niet doet en de termijn van het voor het instellen voor bezwaar/beroep bij bestuursorgaan en later bij de rechter is verlopen
krijgt zo’n besluit formele rechtskracht en dat houdt in: als je alsnog met zo’n besluit bij de civiele rechter komt en je zegt dat je
schade hebt aan dit besluit dan moet de civiele rechter omdat de termijnen zijn verlopen, ervan uitgaan dat zowel de
totstandkoming en de inhoud (formeel en materieel) in overeenstemming is met de wettelijke voorschriften en algemene
rechtsbeginselen. Als je een besluit hebt waarvan je denkt dat het appellabel is (ook al ben je niet helemaal zeker; uitspraak
rechtsmiddelentermijn) dan is de verstandigste stap om in ieder geval bezwaar te maken en de bestuursrechtelijke procedure te
starten en het probleem van de formele rechtskracht niet plaatsvindt.
Het bestuursrechtelijke rechtsbeschermingstraject, (zelfs een ‘procedureel onvolwaardig’ traject), gaat voor op het civiele traject,
voor zover men daarmee een vergelijkbaar resultaat kan bereiken, alvorens men (eventueel voor het restant) aanvullende
rechtsbescherming bij de burgerlijke rechter kan krijgen.
Formele rechtskracht = Wanneer tegen een besluit een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang heeft opengestaan,
dient de burgerlijke rechter ervan uit te gaan dat het besluit zowel wat betreft haar wijze van tot stand komen als wat betreft haar
inhoud in overeenstemming is met de desbetreffende wettelijke voorschriften en algemene rechtsbeginselen.
(Oneigenlijke) formele rechtskracht = De burgerlijke rechter gaat uit van de processuele en materiële rechtmatigheid van een
onaangevochten gebleven besluit waartegen bezwaar en/of beroep kon worden ingesteld (uitzonderingen daargelaten). Het begrip
formele rechtskracht wordt ook wel gebruikt om aan te geven dat een besluit in rechte onaantastbaar is geworden of dat de
bestuursrechter over een besluit een oordeel heeft geveld dat gezag van gewijsde heeft gekregen.
Ratio formele rechtskracht
• Rechtszekerheid (termijnen)
• Doelmatige taakverdeling burgerlijke rechter en bestuursrechter (forumshoppen niet mogelijk)
• Rechtseenheid (eenheid van rechtspraak)
• Efficiënte rechtsbedeling; de bestuursrechter wordt geacht om te weten hoe het met besluiten zit.
, Jurisprudentie
Formele rechtskracht & uitzonderingen op de formele rechtskracht
Ekro-Staat: Ekro is een vleeshandel en die zijn de eisers tot cassatie en hebben ongelijk gekregen van het hof en de Staat van Landbouw en
Visserij is verweerster. Wat is er aan de hand? Ekro zegt dat het een bedrag ter grootte van bijna 128.000 gulden en vind dat ze dat te veel
hebben betaald voor keuringen en dat vorderen ze terug. Die keuringen zijn gebeurd buiten de normale uren en daarvoor is overwerk
voorgerekend en dat is niet terecht volgens Ekro – sprake van onverschuldigde betaling. Hoge Raad: het is duidelijk wat Ekro vordert ( onder 3.1
– laatste 4/5 regels van eerste alinea) wat is dan het verschil in dit oordeel? Dat is het volgende: Ekro heeft hier niet de bestuursrechtelijke
rechtsgang gevolgd en het hof zet dat zij dat wel hadden moeten doen; het gaat om Arob beschikkingen = in Awb termen: appellabele besluiten;
kan de civieler echter niet zeggen dat de beschikkingen onrechtmatig zijn en onverschuldigde betalingen zijn betaald. HR heeft een andere
mening, r.o. 3.5.: die facturen die het hof heeft aangemerkt als bestuursrechtelijke beschikkingen daar heeft de Staat zich in het verleden zich
nimmer beroepen op het feit dat het beschikkingen zijn in de zin van de wet Arob (Dat het bestuursrechtelijke beschikkingen zijn). Het is dus
altijd civielrechtelijke geregeld in het verleden. Dus er zijn meer gevallen waarin de facturen zijn opgelegd vanwege de keuringen meer
procedures zijn gevoerd en daar heeft de Staat het altijd via privaatrecht afgedaan en gehandeld en nooit gezegd wat ze nu tegen Ekro zeggen;
dat ze niet naar de civiele rechter kan/ civiele rechter kan er niets over zeggen en is sprake van formele rechtskracht. Verder in deze
rechtsoverweging: ‘uitzondering op evenbedoeld beginsel’ hier wordt beginsel bedoeld: beginsel van de formele rechtskracht. HR zegt dus dat
er wel sprake is van een uitzondering. HR: Staat, je mag best een beleidslijn wijzigen maar dan moet je dat wel goed aankondigen en een
overgangstermijn zijn. En hier is het zo dat je altijd hebt gezegd dat je het via het privaatrecht doet en ineens in deze zaak gaat wijzigen. Daar
gaat de Hoge Raad niet in mee. Je mag niet ten nadele van een burger van bestendig beleid afwijken.
Dit is dus een uitzondering; situatie die zo klemmend is dat er uitzondering wordt gedaan op de formele rechtskracht. Dit gebeurt
ook in de volgende twee uitspraken – maar wel met andere redenen; maar bedenk wel dat een uitzondering niet zomaar gebeurt.
Hoofdregel is formele rechtskracht.
St. Oedenrode: De burgers hebben gelijk gekregen en procederen over het feit dat de formele rechtskracht hen wordt tegengeworpen. De
burgers (Van Aarle) – beoordeling van het middel punt 3 – hebben een pand en wordt gebruikt als een Café en als woning. Volgens het
bestemmingsplan was dit ook een horecabedrijf dus dat is geen probleem. Er was wel mogelijkheid voor College B&W om de bestemming in
een kantoor te veranderen en dat biedt de mogelijkheid voor Van Aarle het pand te verkopen aan een beleggingsmaatschappij. Zij vragen die
bestemmingswijziging aan en daarop beschikt daarop afwijzend: aanvraag wordt afgewezen. Uiteindelijk komt er een advies van de VNG, nadat
college van B&W het advies had gevraagd, gezegd: dat besluit om te weigeren is juridisch niet houdbaar; daarmee zijn de grenzen van het
bestemmingsplan overtreden (r.o. 3.1). B&W zegt dat als Van Aarle opnieuw een verzoek indient het verzoek in te willigen en daarmee krijgt
Van Aarle wat hij wil; maar het is te laat want de beleggingsmaatschappij is het pand wilde kopen hebben geen interesse meer dus zegt Van
Aarle; het is duidelijk dat hier het College B&W (de gemeente in civielrechtelijke kwestie) onrechtmatig gehandeld heeft om het verzoek te
weigeren en kunnen wij het pand niet meer verkopen en vorderen wij schadevergoeding. En ze vorderen een groot bedrag: bedrag dat het
perceel kon opleveren (671.000 gulden) & de wettelijke rente van (500.000 gulden) bij elkaar 1.1 miljoen gulden. De vraag: is hier ( weigering van
de wijziging van de bestemming is onherroepelijk geworden ) sprake van formele rechtskracht? Zie r.o. 3.2: het college heeft erkend dat sprake was
van een onrechtmatige beschikking (eerste afwijzing) en dat is voldoende om nu te zeggen dat er sprake is van een uitzondering op de formele
rechtskracht.
Kühne & Heitz: Kühne is bedrijf in Schiedam dat gaat over pluimvee. En heeft ene probleem met de formele rechtskracht en het
onherroepelijk geworden van een rechterlijke uitspraak. Kühne is wel naar de hoogste rechter geweest dan wordt zo’n uitspraak ook in rechte
onaantastbaar want er wordt niet verwacht om naar een internationale rechter te gaan. Kühne heeft pluimvee-delen (ligt even welk deel: dijen
etc. want voor ene wordt meer exportkosten betaald) en Kühne zegt; er is ons te weinig restitutie verleend en we hebben te veel betaald en zij
zijn het ermee niet mee eens en stappen van HvJ-EG; Is nou dat EU-recht (EG-recht) juist uitgelegd? HvJ – r.o. 26: 1) in nationale recht
mogelijkheid om terug te komen op besluit in geding; daarom in het begin art. 4:6 genoemd. 2) je moet in het nationale recht tot het eind
hebben uitgeprocedeerd. 3) art. 288 Werkingsverdrag EU 4) belanghebbende wendt zich tot bestuursorgaan onmiddellijk na kennis van het
arrest hof. Als aan deze vier eisen is voldaan dan is op grond van het beginsel van de gemeenschapstrouw de lidstaat/rechter/bestuursorgaan
verplicht terug te komen van de onherroepelijk geworden beslissing/besluit of de onherroepelijk geworden uitspraak van de rechter. Gelukkig
zegt het hof dit nog eens duidelijk in r.o. 28: er is in een later stadium een prejudiciële vraag gesteld over de bepaling die is toegepast in deze
casus en dat is dat het geval is dan moet ene bestuursorgaan terugkomen van een definitief geworden besluit – uitzondering op formele
rechtskracht – wanneer… zie r.o. 28. Dit maakt dat er ook een omstandigheid is van klemmende aard dat terug gekomen moet worden op het
besluit en uitzondering maken op de formele rechtskracht.
De formele rechtskracht is een beginsel en dat zorgt ervoor dat besluiten op een gegeven moment onherroepelijk worden (in
rechte onaantastbaar worden) dat is van belang voor derde-belanghebbende, rechtszekerheid en voor de rechtseenheid. En
voorkomt dat je alsmaar naar een rechter kan blijven gaan (finale geschilbeslechting). Als dit het geval is dan moet de rechter, bij wie
een geding speelt waarin een onherroepelijk geworden besluit wordt aangevochten, uitgaan van het feit dat het onherroepelijk
geworden besluit zowel voor de wijze van totstandkoming en wat betreft de inhoud rechtmatig is. Dit is het uitgangspunt. Daarop
zijn in bijzondere gevallen die zo klemmende van aard zijn – dat je zegt: dit kan niet; dit is onredelijk – dan kan een doorbreking van
de formele rechtskracht plaatsvinden, drie voorbeelden:
1. Ekro/Staat: De overheid heeft zelf een ondoorzichtige juridische situatie in het leven geroepen en mag dat niet
tegenwerpen tegen de burger ten nadele van de burger.
2. St. Oedenrode: De Staat (College B&W) heeft onrechtmatig gehandeld en die onrechtmatigheid is erkend.
3. Kuhne & Heitz: Er is sprake van een - naar achteraf blijkt - onjuiste uitlegging van het EU-recht waarbij moet zijn voldaan
aan viertal voorwaarden die je ziet staan in r.o. 28 van het arrest.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittje117. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.