100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting hoorcolleges Behandeling $6.66   Add to cart

Class notes

Samenvatting hoorcolleges Behandeling

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van de hoorcolleges inclusief gedeeltelijk bijbehorende artikelen.

Preview 4 out of 35  pages

  • April 12, 2021
  • 35
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Alle hoorcolleges
  • All classes
avatar-seller
Hoorcolleges
Hoorcollege 1 Orthopedagogiek Handelingswetenschap
Behandelingscycli:
KC: Klinische cyclus,
Bestaat uit DC (diagnostische
cyclus) en TC (therapie cyclus)
IA: Indicatieanalyse is het
scharnierpunt tussen deze twee.
De indicerende diagnose is een
lijst met mogelijke interventies.
Regulatieve cyclus; stapsgewijs bereiken van doelen in probleemoplossing.
Probleemherkenning, probleemdefiniëring, handelingsmogelijkheden (met
kosten-baten analyse), planning interventie, uitvoering, evaluatie. Binnen de
onderscheiden fasen in het hulpverleningsproces beslissingsmomenten
inbouwen.
Empirische cyclus; stapsgewijs juistheid van hypotheses toetsen, preventieve
cyclus. Observatie, inductie, deductie, operationalisatie, toetsen, evaluatie.
Binnen de onderscheiden fasen in het hulpverleningsproces voortgang bewaren
door onderzoeksmomenten in te bouwen. Wetenschappelijk blijven door te
blijven onderbouwen met empirische subcycli (bijlage 1)
De regulatieve cyclus is voor de evaluatie beter geschikt dan de empirische
cyclus aangezien het doel is te veranderen in plaats van iets te beschrijven
(empirische cyclus). Binnen de regulatieve cyclus, meerdere empirische cycli (om
betrouwbare valide info te winnen). Zowel empirische als regulatieve cyclus
bestaat uit een stapsgewijs proces waarbij systematisch wordt gezocht naar
toetsing en feedback. Samen vormen ze een hulpmiddel om denken en handelen
te structureren en om verantwoord hulp te verlenen. Tussen de begin- en
eindmeting bestaat er enige onzekerheid of de hulp effectief is of dat het
probleem door andere factoren verdwijnt. Met kritisch reflecteren en monitoring
met empirische toetsing tussendoor vergroot je de kans op een gunstige afloop,
met als primaire hoofdvraag “Is de gewenste verandering opgetreden?”.
Het integreren van gegevens wordt complexer naarmate de problematiek
veelzijdiger is en er meer disciplines betrokken zijn. Er zijn veel factoren van
invloed op het uiteindelijke resultaat (in standhoudende factoren, niet passende
doelen/ middelen, geen goede uitvoering). Het is van belang om als hulpverlener
Dialogisch gericht te zijn; een open houding hebben en niet beschuldigen, het
belang van gesprekken en goed contact staat voorop.
In de behandeling is afstemming op het ontwikkelingsniveau van belang.
Kinderen zien de waarde van communicatie over problemen vaak niet, waardoor
meer nadruk ligt op non-verbaal. Rekening houden met het feit dat een kind
afhankelijk is en je onlosmakkelijk te maken hebt met anderen; niet alleen
kindfactoren maar ook gezins- en ouderfactoren van invloed wat het complexer
maakt. Bij adolescenten is het complexer aansluiting te vinden bij de
belevingswereld. Hen zoveel mogelijk betrekken bij beslissingen en
vertrouwelijkheid zeer belangrijk (alleen met toestemming info verspreiden). Dit
zorgt voor hogere motivatie en lagere weerstand.
Procesverloop (Bijlage 2):
Beslissen wie je gaat behandelen, keuze behandelstrategie:

, 1. Individuele therapie
2. Groepstherapie
3. Oudercursus
4. Mediatietherapie (gericht op ouders/ school); via volwassenen kind
behandelen
5. Gezinstherapie
Behandelingsperspectieven
Inclusief literatuur bron: Johnson Hoofdstuk 1 Conceptual Models and Their
Relevance to Assessment and Intervention
Systematisch model (Gezins)
Kern: Nadruk ligt niet op het kind zelf maar op het familiesysteem, wat wordt
gezien als een complex en dynamisch sociaal systeem. Ieders gedrag is het
gevolg van druk in het systeem. Functioneren gezin, opvoedingsstijl,
opvoedingskenmerken, wederkerigheid, hiërarchie, coalities, subsystemen,
triangulatie, er is geen zondebok
Probleem(gedrag): Het probleemgedrag van een kind heeft een functie, het
gedrag weergeeft problematische relaties in het gezin. Symptomen zijn geen
uitingen van pathologie maar een resultaat van meer algemene
familiedysfuncties. Het gedrag moet niet geïsoleerd worden bekeken.
Verminderde symptomen zonder verbetering in familie functioneren kunnen
symptomen bij anderen of contactverbrekingen veroorzaken. Negatieve patronen
kunnen ontstaan door risicofactoren. Binnen familiemodellen zijn verschillende
specifieke factoren vanuit het gezin van invloed op psychopathologie
(transacties, subsystemen, functioneren enz.).
Onderzoek: opvoedingsstijlen linken aan bepaald probleemgedrag bij kinderen.
bijv. permissieve opvoedingsstijl; agressief gedrag, minder controle. Warmte/
autoritatief; grotere kans op sociaal aangepaste kinderen met een goede
eigenwaarde. Het hele gezin is de focus, dus informatie verzamelen over de
verschillende (sub) systemen. Gebruik van observaties met (complex)
coderingsysteem om dysfunctionele familiesysteem en dyadische interacties in
kaart te brengen.
Instrumenten  gezinsobservatie, gezinsvragenlijst, gezinsinterview, genogram.
Testen; “Revealed Differences Test” (vragen over hoe individuen handelen in
situaties, hierna overeenstemming zoeken) of zelfrapportage instrumenten zoals
“Family Adaptability and Cohesion Evalauation scales”.
Behandeling: succes hangt samen met betrokkenheid ouders. Triadisch
systeem; netwerken tussen het gezin (ouder en kind) en de
hulpverleningsinstelling. De hulpverlener vormt onderdeel van het therapeutisch
systeem. Van belang om ouders te erkennen als experts, de ouders consulteren
(afstemming) en zien als individu. Aanpak is gericht op het zorgen voor een
gezond en evenwichtig gezinssysteem, soms enkel gericht een subsysteem van
gezinsleden. Met name gericht op gezinsproblemen maar ook aandacht voor
onderliggend probleemgedrag van individuen. Van belang om alle leden te
motiveren, anders gaan ze afhaken in de behandeling.
Interventies  vanuit systeembenadering (soms psychodyn. individu
geanalyseerd naast gezin als geheel), gedragsgerichte procedures in
familiecontext of multisystemische benadering (ook buitenfamiliale systemen als
school en netwerk), gezinstherapie (systeemtherapie), oudergroepen en
oudertherapie. Bijv. “Multiple Impact Family Therapy” (crisis). (Hoofdstuk 10
Prins, P36 samenv.)

,Casus: Het kind wordt gezien als een zondebok. Het gedrag is het gevolg van
afwijkende interactiepatronen en communicatie. De symptomen van het kind
reflecteren het disfunctionele gezin. Van belang om de verschillende
gezinsfactoren te analyseren, interacties/ communicatie in kaart te brengen en
rollen en grenzen te bekijken. Dit kan met een gezinsinterview.
Psychodynamisch model
Kern: Gericht op behoeften (veiligheid, acceptatie, vertrouwen), het onbewuste
en de ontwikkeling, belang van vroege ontwikkeling (katalyserend of beperkend),
hechting (is startpunt), innerlijke perceptie, aandacht voor intra-psychische
aspect, psychoanalyse voor persoonlijke ontwikkeling moet je angst en
emotionele crisis doormaken. Mix medisch-psychoanalytisch (Freud).
Psychoanalyse: persoonlijkheid bestaat uit 3 systemen met verschillende
belangen. De dynamiek van de persoonlijkheid wordt bepaald door verdeling in
energie tussen;
- Id: levert energie andere twee, lustgericht, biologische behoeften, geen
subjectieve relativiteit
- Ego: gevormd door externe wereld, subjectiviteit temperen (rationeel
denken), bemiddeling, mediëren en balans zoeken tussen id, superego en
maatschappij. Bescherming tegen overweldigende angst,
afweermechanismen (vermindering angst)
- Superego: moreel besef gevormd door normen en waarden, ideaal
(belonend) en geweten (straffend), streven naar perfectie. Staat tegenover
ID
Probleem (gedrag): Conflicten op onbewust en bewust niveau geuit.
Intrapsychische conflicten oplossen (Ego) door ze in het onderbewuste te duwen
(out of sight out of mind), omdat het zwak is en niet bewust kan omgaan met
conflicten. Pas in bewuste kan het conflict worden opgelost, anders expressie in
onaangepast gedrag (angst en schuldgevoelens). Als het niet lukt conflicten op te
lossen ontstaat fixatie in deze fase en probleemgedrag. Driftontwikkeling is
biologisch bepaald, verzorger bepaald regulatie drift (eten, affectie,
zindelijkheid), het kind heeft een geestelijke uitrusting die vormgeeft aan drift
(bijv. zindelijkheid ervaren, fantasieën). Soms juist fixatie door excessieve
bevrediging. Een gezonde persoonlijkheid, afhankelijk van succesvol oplossen
van ontwikkelingstaken:
1. Orale fase (0-2), bron van lust (seksueel gezien) is de mond, agressie,
bijten spugen, op latere leeftijd sarcasme, gulzigheid, afhankelijkheid,
agressie (invloed ego ontwikkeling)
2. Anale fase (2-4), bron van lus is de anus (ophouden loslaten urine), van
belang voor autonomie (kind heeft macht), uitingen van agressie,
vernieling en kliederen, emotionele uitbarstingen, orde, overcontrole,
peuterdriften, gekke vragen, bijzonderheden zindelijkheid (invloed op
superego)
3. Fallische fase (4-6), trots geslachtsdeel jongens; oedipuscomplex. Meisjes
enige afgunst, electracomplex (liefdesgevoel naar ouders, ambivalentie
andere ouder; jaloezie, revalidatie). Problemen fixatie; genderidentificatie
moeilijkheden, neurose (structureel ineffectief omgaan met problemen,
negatieve stemming, schuld, onzekerheid, angst, jaloezie, zorgen)
Onderzoek: Gericht op het onbewuste (angsten, schuld, emotioneel),
projectiemateriaal: op neutrale stimulus projecteren bewuste of onbewust
gevoelens. Bijv. vertelplaten, zinaanvulling, tekeningen, spel. Er zijn twijfels over
de betrouwbaarheid, voorzichtig interpreteren. Verbaal of spel.

, Meetinstrumenten  projectiemateriaal (Rorschach Inkblot, draw a person),
spelobservatie, interview
Behandeling: Verdrongen conflicten oplossen (niet symptomen), geblokkeerde
ontwikkeling op gang brengen, kind inzicht geven in tegenstrijdige wensen en
gevoelens, afweermechanismen opheffen, helpen bij het oplossen van problemen
(adequate coping), beïnvloeden objectrelaties (relaties met significante anderen).
Melanie Klein: eerste analytica die de rol van spel benadrukte in de behandeling
van kinderen. Psychoanalytische interpretatie van het spel als equivalent van de
vrije associatie.
Interventies speltherapie, vrije associaties, aansluiten bij beleving van kind,
verbale groepstherapie.
Casus: Gedrag is het gevolg van onopgeloste intrapsychische conflicten;
disbalans en fixatie in psychoseksuele fases. Inadequate ontwikkeling (super)ego.
Info fasen verzamelen met interview, spelobservatie, projectiemateriaal.
Behandeling door het onbewuste bewust te maken, helpen met adequate coping
conflicten bijv. speltherapie. Kern aanpakken, problemen verdwijnen dan vanzelf.
Cliënt-centered model (humanistisch)
Kern: concrete menselijke belevingswereld, mens is van nature goed (alles in
zich), voorkomen frustratie vanuit maatschappij, gedrag vanuit referentiekader
wereld, ontwikkeling zelfconcept/ -beeld centraal, basisbehoeften bevredigen
vanaf kindertijd, positief versterken individu aangeboden wensen/ drijfveer en
vermijden negatief zelf, behoefte aan zelfwaardering en respect van ouders.
Organismic Valuing Process: ieder individu heft de innerlijke behoefte zich te
ontplooien (self).
Need for Positive regard: kind heeft een elementaire behoefte aan waardering
ouders (experience).
Probleem (gedrag): Conflict als de binnenwereld botst met de buitenwereld;
incongruentie self en experience, het kind accepteert zichzelf niet meer, kind
zoekt dingen die goed voor hem zijn maar krijgt geen waardering. Er is sprake
van een verstoring in de ontwikkeling van het self-concept gevolg = angst en
onzekerheid. Kind zelf geen probleem maar een ongezonde omgeving; worden
wie je niet bent (Billy Eliot). Psychopathologie is het resultaat van sociale of
omgevingscondities die het individu worden opgedrongen en hiermee
persoonlijke groei onderbreken of blokkeren. Het gevolg is dat het individu zich
gaat gedragen op manieren die niet zelf verbeterend zijn waardoor het
zelfvertrouwen en gevoel van emotioneel welbevinden worden beperkt en het
gedrag nog meer disfunctioneel wordt.
Onderzoek: geen diagnostische instrumenten want geen plek voor. Benadering
gaat er niet vanuit dat er iets niet goed zou zijn in het kind. Formele evaluatie
vindt niet plaats.
Behandeling: Positieve onvoorwaardelijke acceptatie en waardering omgeving.
Ontdekken wat je werkelijk wilt en de ouder dit laten accepteren. Gericht op
zelfactualisatie en verwerkelijking; het ontwikkelen van een positief self-concept
en daarmee een basis creëren voor de ervaring van zelfactualisatie. Mensen
willen zich graag ontwikkelen, dit is een voortdurend proces. Virginia Axline:
hulpverlener manifesteert zich als mens, het kind weet zelf wat goed is. Cliënt
geeft richting, hulpverlener sluit aan. Kind moet zich veilig gaan voelen.
Interventie  Therapie vanuit de belevingswereld, spelgerichte activiteiten.
Ouder, verbale interacties. Zonder oordelen, oprechte acceptatie, gaat niet om
interpretatie spel of wat het kind verteld maar aandacht gaat vooral uit naar

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurtenberge. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.66. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.66
  • (0)
  Add to cart