Dihydropyridines Blokkeren van de L-type spanningsgevoelige Ca2+ kanalen die zorgen voor
contractie van de hartspiercel (amlodipine, barnidipine,
lercanidipine,nifedipine)
Verapamil Blokkeren van de L-type spanningsgevoelige Ca2+ kanalen die zorgen voor
contractie van de hartspiercel
Hypothermie Lage temperatuur, wat zorgt voor daling hartritme (openhartchirurgie)
Noradrenaline (OS) & circ Stijging hartritme; werkt in op β1 receptoren
adrenaline (bijniermerg)
Acetylcholine (ps-vagale Werkt in op muscarine receptoren, zorgt voor daling hartritme
innervatie)
Thyroïdhormonen Zorgen voor een stijging hartritme
Tachycardie Dit is een te snel hartritme, typisch bij hyperthyroïdie
Hyperkaliëmie Plasmaconcentratie kalium boven de 5,5 mM; wat zorgt voor depolarisatie
van de membraan en dichter bij drempelpotentiaal liggen; kan aanleiding
geven tot ventriculaire fibrillatie; boven de 8mM kan dit aanleiding geven
tot hartblok (volledige stop geleiding); bij harttransplantatie: 20 mM K+ door
donorhart om stil te leggen (cardioplegische oplossing); ook ischemie kan
aanleiding geven tot lokale toename in interstitiële K+ conc wat zorgt voor
ritmestoringen
Hypokaliëmie Minder dan 3,5 mM aan K+ hyperpolariseert de celmembraan, kan
aanleiding geven tot hartstilstand; komt voor bij diuretica (K+ verliezers),
ernstig braken & diarree
Hartblok Kan voorkomen door beschadiging van de atrio-ventriculaire knoop; de
ventrikels krijgen geen impulsen meer vanuit de atria; hartritme wordt
onderhouden door bundel van his & purkinje vezels (niet voldoende)
Calcium-entry blockers Lokken vasorelaxatie uit & worden gebruikt voor behandeling
hartritmestoornissen
Anesthetica Beletten van Na+ influx, wordt gebruikt tegen hartaritmiën (flecaïnide) (in
bundels van His, en vezels purkinje)
Wolff-parkinson-white Episoden van tachycardie (<200 slagen/minuut), gevolg van extra
syndroom geleidingswegen tussen atrium en ventrikels, deze geleiden prikkel sneller
van atria naar ventrikel dan AV knoop zodat deel ventrikel sneller
depolariseert dan rest, depolarisatiegolf van ventrikels kan zelfs teruglopen
naar atria en de AV terug exciteren: aangehouden tachycardie; behandeling
via ablatie: vernietigen geleidingswegen
Endocarditis Ontsteking van het endotheel van het endocard
Pericarditis Ontsteking van het hartzakje
Septum-defect Aangezien de drukken in het linkerhart hoger zijn dan in het rechterhart
stroomt bij een septum defect bij een pasgeborene van het linker naar het
rechterhart, het arteriël bloed is dus niet gedesoxygeneerd
Hartgeruisen Veroorzaakt door turbulente bloedstroom, wordt gehoord tijdens de
ejectiefase (goedaardig); andere wijzen op klepdefecten, bij stenose is de
klep vernauwd en verhoogt de bloedsnelheid, dit bevordert turbulentie en
zorgt voor geruis. Bij klepinsufficiëntie lekt de klep terwijl ze gesloten is, dit
wordt ook gehoord. Aortaklepinsufficiëntie leidt tot geruis tijdens de
diastole en verzwakking en verlenging van de 2 e harttoon.
Stenose van Geruis tijdens systole
aorta/pulmonalisklep
insufficiëntie van Geruis tijdens diastoel
aorta/pulmonalisklep
Stenose van Geruis tijdens diastole
mitralis/tricuspidalisklep
,Insufficiëntie van Geruis tijdens systole
mitralis/tricuspidalisklep
Negatief chronotroop Dit is een inhiberende, hartvertragende invloed uitgeoefend door de PS
(vagaal), vrijstelling acetylcholine dat inwerkt op de muscarine-receptoren
Positief chronotroop Een exciterende, hartversnellende invloed; uitgeoefend door de OS, stellen
noradrenaline vrij dat inwerkt op de β1-receptoren
Bradycardie Hartfrequentie in rust is lager dan 60 slagen/minuut
Tachycardie Hartfrequentie in rust is hoger dan 100 slagen/minuut
Pathologische tachycardie >180-200 slagen/minuut: verminderde vulling dus vermindert slagvolume,
en verminderen coronair debiet waardoor er syncope (verminderde
hersendoorbloeding) & angoraanvallen (pijn in thorax door reversibele
myocardischemie)
Vasodilaterende middelen Bij hartfalen zorgen deze voor vermindering van de afterload (weerstand) en
dus voor toename in slagvolume
Eccentrische ventriculaire Er is een toename van volume in het ventrikel; dit wordt uitgelokt door
hypertrofie toename angiotensine II en het endotheline; dit verhoogt contractiekracht
van het ventrikel maar leidt op lange termijn dikwijls tot hartfalen
(duursporters)
Concentrische ventriculaire Dit komt door chronische hypertensie; hierbij neemt de ventrikelwand toe
hypertrofie in dikte zonder toename volume ventrikelholte
Positief inotroop effect Bij stimulatie van OS gaat (nor)adrenaline binden op β1-receptoren, er
wordt adenylaatcyclase vrijgesteld, dit zorgt voor stijging cAMP, wat
proteïnen activeert. Dit activeert actine-myosine bruggen verhoogde
contractiliteit
β 1-lyticum Telkens wanneer het organisme een beroep doet op inotrope reserve
(inspanning) wordt dit afgeremd: bescherming hart tegen te hoge belasting
en eventueel zuurstoftekort; anderzijds kan HD minder toenemen dan
normaal wat zorgt voor snellere zuurstofnood en minder
uithoudingsvermogen. Β 1-lyticum heeft weinig invloed op basale
hartcontractiliteit (extrinsiek inotropisme heeft weinig invloed in rust)
β 1-mimetica Heeft positief inotroop effect door toename cAMP door stijging
adenylaatcyclase
Inodilatoren Zorgen voor positief inotroop effect door stijging cAMP door inhibitie
fosfodiesterase (dilateren ook bloedvaten); ook caffeïne inhibeert
fosfodiësterase
Hartglycosiden Inhiberen Na+/K+ ATPase, hierdoor verhoogt IC Na+ concentratie, wat
Na+/Ca2+ uitwisselaar remt waardoor de cytosolische Ca2+ conc stijgt en
het inotropisme toeneemt !!te hoge dosis is toxisch!!
Β 1 blockers Negatieve inotrope invloed; beletten dat inotropisme toeneemt bij OS
stimulatie (geen invloed in rust)
Ca2+ kanaal blockers Zijn vasodilatoren, hebben als bijwerking dat ze de invloei van Ca2+ beletten
en zo de contractiliteit verminderen
Negatieve inotrope invloed Ook door aanzuring & hypoxie hartspiercel
Frank-starling mechanisme De slagarbeid neemt toe bij een verhoogd EDV
Ischemie Zorgt voor verminderde actieve opname van Ca2+ ionen in de sarcotubulen,
dus een slechtere actieve relaxatie van het ventrikel: minder goede
diastolische ventrikelcompliantie
Hartinfarct Zorgt voor verminderde ventrikelcompliantie door toename in bindweefsel
(littekens)
Pericarditis Hierbij is de mechanische uitzetting van het ventrikel beperkt door
opstaping van vocht in de pericard; wat zorgt voor daling
ventrikelcompliantie
, Noradrenaline Activeert de α 1-receptoren, wat een venoconstrictie veroorzaakt, de VC
doet dalen; en dus de CVP doet stijgen
Nitrovasodilatoren & α 1-lytica Zorgen voor venodilaterend effect; wat de VC verhoogt en dus de CVP
verlaagt; daling van VT en vulling ventrikel; hierdoor daalt de SA waardoor
hart minder snel in zuurstofnood geraakt
Veneuze pooling Door zwaartekracht gaat het bloed opstapelen in de onderste ledematen
waardoor de hydrostatische druk toeneemt in de venen: uitzetting. Hierdoor
stijgt de VC en deelt de CVP, opstapeling wordt beperkt door veneuze
kleppen en reflectoire venoconstrictie (OS); bij onvoldoende compensatie:
orthostatische hypotensie
Hartinsufficiëntie =hartfalen; het hart is niet in staat om een adequaat hartdebiet te voorzien
om de weefsels voldoende te bevloeien. Bij systolisch hartfalen is de ejectie
verstoord; bij diastolisch hartfalen is de ventriculaire vulling verstoord (vaak
samen); belangrijkste oorzaak chronisch hartfalen = ischemie
Linkerhartfalen Verminderde output; verhoogde eind diastolische druk in linkerventrikel
waardoor hart dilateert; pulmonale veneuze druk stijgt ook door opstapeling
bloed in longcirculatie (congestie); verhoogde druk in longen: opstapeling
vloeistof in interstitium longen; verminderde beweeglijkheid longen:
kortademigheid (dyspnoe) voornamelijk bij liggen (orthopnoe), wat
aanleiding kan geven tot het wakker worden tijdens de nacht (paroxysmale
dyspnoe), er komt ook vloeistof in alveolen terecht door hoge capillairdruk:
pulmonair oedeem: extreme kortademigheid, verminderde gasuitwisseling
en hypoxemie
Rechterhartfalen De CVP is sterk verhoogd: de venae jugularis (hals) IS uitgezet; er
opstapeling vloeistof in perifere weefsels (perifeer oedeem) er is ook sprake
van nycturie: snachts meerdere malen moeten plassen, in peritoneum
(ascites), en lever (hepatomegalie), er is ook oedeem van de enkels bij
rechtstaan; kan gevolg zijn van linkerhartfalen door verhoogde druk in
longcirculatie: falen van rechterhart (congestief hartfalen); kan ook
voorkomen als gevolg van chronische longziekten (cor pulmonale),
pulmonaire hypertensie, longembolie & aandoening pulmonalisklep
Spataders =varices; Worden veroorzaakt door een klepinsufficiëntie waardoor de
veneuze druk toeneemt en de terugvloei wordt geblokkeerd
Permeabiliteit capillairen Neemt toe oiv cytokine en histamine (allergische shock)
Oedeem Is een toename van lymfevocht/intersistiële vloeistof door:
-toename capillaire filtratiedruk: door toename veneuze druk; algemeen:
Rhartinsufficiëntie, lokaal:verstopte aders, spannend verband
-verminderde capillaire reabsorptie door verlaging vh colloïd osmotisch
drukgradiënt: verminderde plasma-eiwitten (ondervoeding, nefrotisch
syndroom, leverinsufficiëntie), toename eiwitten in ISV (onsteking,
celbeschadiging: verhoging permeabiliteit capillairen voor eiwitten),
aangezien hersenen geen lymfecirculatie hebben worden eiwitten niet
weggespoeld, dus bij eiwitlek is er ook oedeem
-verminderde afvoer lymfevocht: lymfoedeem
Vasoconstrictie Dit berust op de verhoging van cytosolisch Ca2+ concentratie. De
belangrijkste fysiologische vasoconstrictoren zijn noradrenaline,
endotheline, tromboxaan A2, angiotensine II & vasopressine
Vasodilatatie Door verlaging cytosolisch Ca2+ concentratie waardoor de tonus
vermindert. De transmurale druk zorgt voor uitrekking van het bloedvat. De
meest voorkomende vasodilatoren oefenen hun invloed uit op: cGMP (NO),
cAMP (adenosine, prostacycline, β-agonisten). Beiden activeren kinasen die
zorgen voor de relaxatie door openen K+ kanalen (hyperpolarisatie),
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tinedemoor. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.13. You're not tied to anything after your purchase.