2.8 Brandstof uit de diepte
Carboon: tijdperk 350-290 miljoen jaar geleden waarin Europa rond de evenaar lag, toen
een moeras. Dode planten kwamen onder water en verteerden niet. Zo’n dikke laag heet
veen.
Dalingsgebied: een gebied dat miljoenen jaren wegzakt en opgevuld wordt met sedimenten
(aangevoerd door zee en rivier).
Nederland had als dalingsgebied een ideale situatie: de bodemdaling en opvulling zijn in
evenwicht.
Als de bodem sneller zou dalen zouden de plantenresten in zee eindigen, maar als de daling
langzamer zou zijn dan werden de plantenresten verteerd. De sedimentlagen leggen druk
op veenlagen waardoor die dieper komen te liggen, de temperatuur stijgt en dan begint het
inkolingsproces: veen verandert in bruinkool en daarna in steenkool. Als het dan nog
warmer wordt door magma kan er uit koolstof diamant of grafiet ontstaan.
Tijdens het inkolingsproces worden water en aardgas uit de plantenresten geperst. Het
aardgas komt omhoog en komt in de sedimentlaag boven het Carboon, waarna het vaak in
de lucht verwdijnt. In noord-NL werd er eerst een laag zand afgezet met daarop een
ondoordringbare zoutlaag: steenzout, wat het gas tegenhield. Dit zit er nogsteeds.
Reservoirgesteente: poreus gesteente waarin een delfstof ligt opgeslagen.
Moedergesteente: waarin het gas is ontstaan.
Als steen- en bruinkool aan de oppervlakte ligt kun je het met graafmachines afgraven:
dagbouw, zorgt voor grote kuil. Schachtbouw is als de gesteenten dieper dan 300m liggen
waarbij er eerst een schacht verticaal naar beneden wordt gegraven waarna er
gangenstelsels worden gemaakt. Dit is duur, gevaarlijk en ongezond.
Aardgas wordt gewonnen door het aanboren van zandsteen en dit komt dan gelijk omhoog.
Overal in NL ligt steenkool, behalve in Zuid-Limburg waar er opheffing heeft
plaatsgevonden: sedimentlagen zijn door erosie verdwenen, de lagen lagen minder diep en
winning van steenkool werd mogelijk. Aardgas ligt alleen in dalingsgebieden.
2.9 Het zwarte goud
De meeste aardolie is ontstaan in het Trias, Jura of Krijt.
Er waren ondiepe zeeen waarin micro-organismen (plankton) doodgingen en naar de
bodem dwarrelden. Ze vormden dikke lagen en in dalingsgebieden kwam daarop
sedimenten (zand etc). De plankton kwam steeds dieper en door de druk steeg de
temperatuur. Aardolie kan alleen gevormd worden tussen 60 en 120 graden. Het ontstond
daarom ook als het moedergesteente (lagen met micro-organismen) zakt. Dit kan niet als
het te weinig of te snel daalt. Olievenster: diepte waarop de geschikte temperatuur heerst.
Nat gas/geassiocieerd gas: aardgas dat ontstaat tegelijk met aardolie
Droog gas: aardgas dat ontstaat tegelijk met steenkool
Als het gebied met gesteente met daarin aardolie en -gas beweegt, stijgen de aardolie en
het aardgas naar hogere poreuze gesteentelagen tot ze bij een ondoordringbare laag
komen. Reservoirgesteente: waarin aardgas en -olie zitten na een opwaartse beweging
Aardolie is meestal te vinden op plekken met: grote hoeveelheden plankton, afdeklagen,
juiste temperatuur, beweging van moedergesteente, reservoirgesteente met voldoende
open ruimtes en een afdekgesteente dat geen olie doorlaat. Offshorewinning: de olie wordt
gewonnen in zee op het continentaal plat (zeebodem niet dieper dan 200m dat grenst aan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauravos3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.66. You're not tied to anything after your purchase.