100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Diagnostiek Verschueren en Koomen $3.23   Add to cart

Summary

Samenvatting Diagnostiek Verschueren en Koomen

2 reviews
 645 views  28 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van Verschueren en Koomen aanvullende begrippen uit colleges aan de hand van begrippen, HFST: 1, 5, 7 t/m 9, 13 t/m 17. (Wil je de hele samenvatting (dus met Kievit) en oefenvragen koop dan bij mijn andere (complete) samenvatting!)

Preview 3 out of 45  pages

  • Unknown
  • September 29, 2014
  • 45
  • 2013/2014
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: chrisdebruijn97 • 6 year ago

review-writer-avatar

By: jolann4 • 8 year ago

avatar-seller
Begrippen en aandachtpunten V&K (1,5,7t/m9,13t/m17)
Verschueren & Koomen H 1
Diagnostisch proces
Voordat de arts een diagnose stelt moet hij alle relevante informatie verzamelen. Het
probleem is dat hij van tevoren niet kan weten wat relevante informatie is. Informatie wordt
pas relevant in het licht van een hypothese.

Doelen/functies van diagnostiek
- Probleemoplossing = Hoe het probleem in elkaar zit, advies ter vermindering
probleem
- Plaatsing = keuze uit alternatieven, impliceert dat er niet afgewezen kan worden =
Plaatsingsbeslissing
- Selectie = ja of nee beslissing, persoon kan afgewezen worden = Kans van slagen /
meest geschikte persoon voor functie of opleiding
- Classificatie = Categorie waartoe een cliënt behoort
- Evaluatie = Effect van een interventie

Diagnostische vraagstellingstypen
- Verhelderend = een ordening van de klachten die de cliënt onderschrijft en herkent en
waarop diens hulpvragen betrekking hebben.
Welke problemen beleven ouders en leraar in de omgang met dit kind?
- Onderkennend (verwant aan classificatie) = het eindproduct is een objectieve
beschrijving van aard, omvang en ernst van aan specifiek probleem óf een
niveaubepaling van bepaalde ontwikkelingsgebieden óf de categorie of stoornis waarin
het probleemgedrag van de cliënt volgend een classificatiesysteem behoort
Hoe is de werkhouding van dit kind (beschrijvend)
Op welke cognitief niveau functioneert dit kind (niveaubepalend)
Is er bij dit kind sprake van dyslexie (classificerend)
- Verklarend (verwant aan probleemoplossing) = een samenhangend beeld waarin 1 of
meer condities met een bepaalde mate van waarschijnlijkheid als verklaring voor het
ontstaan en instandhouden van het probleem gelden.
Houdt de reactie van de leraar het passieve teruggetrokken gedrag van het kind in
stand?
- Indicerend (verwant aan probleemoplossing en plaatsing) = een uitspraak over
empirische of theoretische onderbouwde aanbevelingen voor één of meer mogelijke
interventies.
Welke vorm van ouderbegeleiding is geïndiceerd voor deze ouders (plaatsing)
Hoe is de werkhouding van dit kind te verbeteren (begeleiding)

Plaatsing versus selectie
Plaatsing houdt in dat het kind altijd ergens geplaatst zal worden, het kan niet afgewezen
worden. Het is een keuze uit alternatieven. Bij selectie kan het voorkomen dat iemand
afgewezen wordt, het is een ja/nee beslissing.

Brede open versus smalle gesloten vraagstellingstypen
- Brede open vraagstelling =
 Probleemoplossing

, - Smalle gesloten vraagstelling =
 Plaatsing, selectie, classificatie en evaluatie

Preventieve screening versus screening binnen individuele diagnostiek
Preventieve diagnostiek = preventieve screening = een niveaubepaling met als doel het
voortijdig signaleren van achterstanden zodat het ontstaan van problemen te voorkomen is
door middel van extra ondersteuning in de reguliere setting.
Screening binnen de context van individuele diagnostiek is voor het inwinnen van
zogenaamde bredeband informatie. Het is bedoeld ter verkenning van de problematiek van
een individueel kind en verschaft indruk van de aard, ernst en omvang van problematiek.

Screening = een relatief oppervlakkig informatieverwerving op een naar verhouding breed
gebied verwijst. Doel: in korte tijd een overzicht verkrijgen van diverse domeinen of aspecten
van het functioneren en de relatief sterke en zwakke elementen hierin. De term sluit aan bij de
niveaubepaling binnen de onderkennende diagnostiek.

Gericht diagnostisch onderzoek = meer gericht op een specifiek gebied waar tijdens de
screening problemen zijn ontdekt.

Bredebandonderzoek = een globale indruk van aard, ernst en omvang van de problematiek,
alsmede aanknopingspunten voor de richting waarin het onderzoek verder moet gaan.

Smallebandonderzoek = naar aanleiding van hypotheses gerichte specifieke informatie
verzamelen.

Indicerende versus begeleidingsgerichte diagnostiek
Indicerende diagnostiek = aanbevelingen voor één of meer mogelijke interventies. Het gaat
om globale interventiedoel met daarbij passende interventies.

Begeleidingsgerichte diagnostiek = gericht op het vellen van een oordeel over de behoeften
van een kind en dus op de specifiekere invulling van de begeleiding. Begeleidingsgerichte
diagnostiek wordt zelden als een apart type onderscheiden, vaak wordt hiervoor een directe
link gelegd met verklarende diagnostiek en/of probleemoplossing: Als bekend is welke
factoren een probleem beïnvloeden, dan weten we ook waar de begeleiding zich op moet
richten.

Indicatiestelling in enge zin = als het alleen om plaatsing gaat

Indicatiestelling in ruime zin = zowel plaatsing als begeleidingsgerichte diagnostiek.

Diagnostiek versus begeleiding/behandeling
Na het stellen van de diagnose is het in de meeste gevallen mogelijk een behandeling in te
stellen of daarvoor naar een ander te verwijzen. Soms overlappen de behandeling en het
stellen van de diagnose elkaar. Bijvoorbeeld, als de hulpverlener vermoedt dat de cliënt iets
heeft waarbij een bepaalde behandeling vrijwel 100% succes biedt, dan kunnen ze beginnen
met die behandeling en afwachten of het helpt.

Diagnostische procedures:

, Procesmodel van Rispens. Belangrijke rol voorkennis; Hypothesen moeten gegenereerd
worden op basis van een combinatie van algemene kennis en informatie over het specifieke
geval. Deductieve en inductieve fase speelt een rol.

Regulatieve cyclus van Kievit is de enige waar diagnostiek en behandeling echt geïntegreerd
is in 1 cyclische procedure. Deze cyclus biedt de mogelijkheid om fase van nieuw onderzoek
over te slaan. (Dit staat verder beschreven in hfst 1 van Kievit).

Diagnostische cyclus van de Bruyn. Hypothesen moeten gebaseerd zijn op algemene
wetenschappelijke kennis. Nadruk ligt op de deductieve fase.

HGD-model van Pameijer.
Er wordt uitgegaan van een expliciete controleerbare relatie tussen de specifieke hulpvragen
van cliënten enerzijds en het diagnostische traject en de aanbevelingen van de diagnosticus
anderzijds. Het HGD-model is gebaseerd op een 5tal uitgangspunten:
- Systematische procedures.
- Gericht op het geven van advies. Onderkennende en verklarende diagnostiek is een
middel om te komen tot een verantwoord advies gericht op het oplossen of
verminderen van een problematische onderwijsleersituatie
- Transactioneel referentiekader.
- Samenwerken met school, ouders en kinderen.
- Positieve kenmerken

Pijlers handelingsgerichte visie op diagnostiek
In de uitgangspunten van HGD zijn 3 onderling samenhangende onderwerpen te herkennen
die als inhoudelijke pijlers kunnen fungeren voor verandering van de problematische
onderwijsleersituatie: Bijdrage van de contextfactoren binnen school en gezin, taxatie van
veranderbaarheid en positieve elementen.

Bijdrage van contextfactoren
De kinderlijke ontwikkeling is het resultaat van steeds complexere wederkerige interacties
tussen kind en sociale omgeving.
- Kind: aangeboren factoren
- Omgeving: proximale, intermediërende en distale factoren.
Expliciete aandacht voor de rol van contextfactoren en de afstemming tussen kind en
omgeving is in alle diagnostische fasen van belang.

Proximale factoren = hebben betrekking op de één-op-één of groepsinteractie op
microniveau.

Intermediërende en distale factoren = verwijzen naar de meso- en macrocontexten die de
interacties tussen kind en opvoeders op microniveau beïnvloedden.

Risicofactor = een gebeurtenis, omstandigheid of eigenschap die geassocieerd is met een
relatief hoge kans op het ontstaan van problemen in de ontwikkeling van het kind.

Protectieve of beschermende factoren = een gebeurtenis, omstandigheid of eigenschap die
geassocieerd is met een relatief lage kans op ontstaan van een probleem in de ontwikkeling

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mandytjuh_6. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23  28x  sold
  • (2)
  Add to cart