Dit document bevat alle voorgeschreven jurisprudentie van het vak inclusief rechtsoverwegingen, rechtsvragen en waar nodig de bijpassende wetsartikelen.
Jurisprudentie Inleiding Privaatrecht Goederenrecht
Week 1
Portacabin
gebouw (on)roerende zaak, art. 3:3 3:4
Feiten: Buys installeerde in 1990 een portacabin. Deze stond op zijn eigen
terrein en werd als kantoor gebruikt. De portacabin was aangesloten op
gas, water, het elektriciteitsnet en op riolering en het telefoonnet. Eind
1990 (toen de portacabin stond er al stond) heeft Rabobank aan Buys
kredieten verstrekt met als onderpand een recht van hypotheek op het
bedrijfsterrein.
In 1992 is er beslag gelegd op de roerende zaken van Buys, en dus ook op
de portacabin. De Rabobank vordert een verklaring voor recht dat de
portacabin valt onder het recht van hypotheek ogv art. 3:3 jo 3:4.
Belangen: bank wil zijn hypotheekrecht ten gelde maken op de portacabin.
De rabobank pleit dat de cabin onroerend is, want een hypotheekrecht
strekt zich alleen uit tot onroerende zaken. De belastingdienst wil hun geld
terugkrijgen door beslag te leggen op alle roerende goederen. Voor de
belastingdienst is dus de portacabin als roerend goed aan te merken.
Buys: als de zaak roerend is hoeft buys zijn hypotheek niet af te lossen. Dit
is in zijn voordeel. Maatschappelijk belang: het moet duidelijk zijn wanneer
een zaak roerend dan wel onroerend is, gezien de rechtsgevolgen en
beperkte rechten op de goederen.
Rechtsvraag: Is de betreffende portacabin door natrekking onroerend
geworden?
Rechtbank: de portacabin is roerend, want het valt niet onder natrekking
(art 3:4 lid 1)
Hof: de portacabin is een onroerende zaak
HR: mee met het hof. Portacabin is onroerend art 3:3 BW. Wetshistorische
en teleologische interpretatie. Rabobank heeft ‘gewonnen’.
Onroerende zaak in dit geval naar verkeersopvattingen; naar aard en
inrichting bestemd om duurzaam ter plaatse te blijven
(bestemmingscriterium) + bedoeling vd bouwer kenbaar + bestemming
gebouw kenbaar. Verkeersopvattingen spelen bij de beoordeling géén rol,
tenzij er onzekerheid blijft bestaan over de vraag of een object kan worden
beschouwd als duurzaam met de grond verenigd.
(je kijkt dus of de bouwer de bedoeling heeft gehad om hier iets te bouwen
dat er duurzaam blijft staan en of derden dit ook zo kunnen beschouwen)
Ook kijk je of de bestemming van het gebouw en of je daaruit kan afleiden
of die voor duurzame tijd bedoeld is. Let op dat de technische
mogelijkheid om het gebouw te verplaatsen niet relevant is (r.o. 3.3 onder
, a) en dat verkeersopvattingen niet een zelfstandige maatstaf kunnen
vormen, maar wel kunnen worden
Watertoren II
Misbruik van bevoegdheid, art. 3:13 (eerste deel lid 2; een ander schaden
puur sarren)
Eigendomsrecht niet onbeperkt
Feiten: Van stolk heeft op zijn eigen terrein (zonder tegen de wet in te
gaan) een watertoren gebouwd die het uitzicht van buurman Goes
helemaal verpestte. De toren was eerst onbruikbaar en diende dus geen
nut of doel. Goes eist verwijdering van de toren
Rb: verwijdering van de toren, oprichting was onrechtmatig > vordering
ontzegd.
Hof:
- van Stolk heeft het recht zijn terrein zo te gebruiken wanneer hij
geen recht van een derde schaadt, het valt binnen het
eigendomsrecht; maar als een handeling uitsluitend de bedoeling
heeft een ander te benadelen, is zo een gebruik van het
eigendomsrecht misbruik van recht
- toen de toren werd gebouwd had deze geen enkel nut of genot voor
van Stolk
- van Stolk schreef rond die tijd naar Goes dat medewerking van een
buurman handig kan zijn
- de enige bedoeling van Stolk is het belemmeren van het uitzicht van
Goes
cassatiemiddel van Stolk: de toren diende als watervoorziening
HR: uit het bewijs blijkt niet dat de toren nut had. Beroep verworpen.
Rechtsvraag: misbruikte van Stolk zijn recht door de watertoren te
bouwen; was er een redelijk belang ten behoeve van de watervoorziening,
en zo ja was er een specifiek belang voor deze plek?
Grensoverschrijdende Garage
Misbruik van bevoegdheid, art. 3:13 (laatste deel lid 2; onevenredig
belang)
Feiten: Kuipers had zijn garage voor een gedeelte op de grond van de
Jongh gebouwd. De Jongh vordert afbraak van de garage voor de 30 cm
dat deze op zijn grond staat.
HR: het vorderen van afbraak toetst niet aan de eisen van redelijkheid en
billijkheid. Geen misbruik van recht; indien nadeel dat Kuipers lijdt ten
gevolg van de afbraak is niet onevenredig groot (zowel op zichzelf
beschouwd als in verhouding tot het belang van de Jongh)
r.o: 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annasofiaverreussel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.64. You're not tied to anything after your purchase.