Bedrijfseconomie:
Richt zich op economisch handelen binnen productieorganisaties.
- Interne bedrijfshouding
- Relaties van bedrijf met omgeving
De interne financiële bedrijfshuishouding
• Financiële administratie
• Jaarrekening, balans, winst- en verliesrekening met eventueel cashflowoverzicht.
• Belastingdienst, Investeerders.
Relaties met de omgeving
• Geldstromen tussen de bedrijven onderling (Cash management).
Door in- en verkoop van goederen/diensten
Lenen van geld voor financieren (investeringen) (corporate finance) Bank, suiker oom en wat nog
meer?
• Daarnaast is de relatie met de klant ook zeer belangrijk.
Relatiebeheer
Marketing
Efficiency doelmatigheid. Weinig middelen voor proces.
Effectiviteit doelgerichtheid. Uitkomst van het proces wordt
gerealiseerd.
Non-Profit:
- Overheidssector, collectieve goederen en diensten.
- Particuliere non-profit (sportvereniging en goede doelen)
Verschillen profit- en non profit.
Doel: Winst / sociale- en/of maatschappelijke doelstellingen.
Economisch zelfstandigheid; afhankelijk van donaties en
subsidies
Er is geen/moeilijk vergelijk tussen efficiency en effectiviteit;
Industrie: Industriële ondernemingen creëren een fysiek tastbaar product dat vóór de productie in
die vorm nog niet bestond.
Handel: Handelsondernemingen halen hun bestaansrecht uit ongelijkheid tussen productie en
consumptie.
- Producent
- Groothandel
, - Detailhandel
Dienstverlening: Verrichten van een prestatie voor een klant, zonder dat er een nieuw goed wordt
vervaardigd:
- Financiële dienstverlening
- Transport
- ICT
- Facilitair
Rechtsvormen:
Leiding EN eigendom:
- Eenmanszaak
- V.O.F of Maatschap (iedereen hoofdelijk
aansprakelijk, bij maatschap voor gelijke delen)
- CV (Commanditaire vennootschap) Als V.O.F maar
dan met commandieten.
Samenwerkingsvormen tussen ondernemingen:
- Joint venture
o Projectmatig karakter, tijdelijk,
opbrengsten, kosten en risico’s
delen, deelnemers blijven
zelfstandig, resultaat is nieuwe
zelfstandige rechtsvorm.
- Franchising
o Gebruik van verkoopsysteem,
contractuele verplichtingen,
deelnemers blijven zelfstandig.
- Fusie of overname:
o Juridisch en economisch samengaan
o Financiële (on)gelijkwaardigheid bepaalt vorm.
Aanmerkelijkbelanghouder: Belastingplichtige die ten minste 5% van het aandelen kapitaal van een
nv of bv bezit. Inkomstenbelasting in box 2.
Beherende vennoot: Vennoot in een commanditaire vennootschap die zowel leider als eigenaar is.
Integratie: Een onderneming neemt een schakel in de voortbrenging in eigen beheer die vroeger
door een afzonderlijke onderneming werd verricht.
Omzetbelasting: Belasting die wordt geheven van ondernemers over de verkoopopbrengst.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marnixrozeboom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.