Samenvatting 2.6C Gezinspedagogiek: Alle artikelen en hoorcolleges!
47 views 6 purchases
Course
2.6 Gezinspedagogiek
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Een uitgebreide samenvatting van alle stof van het vak Gezinspedagogiek (2.6C). De samenvatting is gestructureerd aan de hand van de leerdoelen en er is steeds verwezen naar de artikelen, ideaal voor het tentamen! Ook de hoorcolleges en verdiepende opdrachten zijn meegenomen.
Leerdoel 1: Wat is de achtergrondinformatie rondom interlandelijke adoptie
(definities, demografische trends, theorieën en interventies)
Definitie
Juffer & van IJzendoorn, 2009
Adoptie is de wettelijke plaatsing van verwaarloosde, afgestane of weeskinderen in een adoptiegezin.
Demografische trends
Juffer & Tieman, 2012
• Er zijn ongeveer 35.000 buitenlandse kinderen geadopteerd sinds eind jaren 60.
o De meeste kinderen komen uit het buitenland, elk jaar ongeveer 600.
o Uit landen als China, Colombia, Zuid-Afrika, Ethiopië, India en Haïti.
• De laatste jaren neemt het aantal interlandelijke adopties af.
o Heeft te maken met implementatie van Haags Adoptieverdrag (1993) in landen van herkomst
▪ Het subsidiariteitsprincipe bepaalt dat voor kinderen die een gezin nodig hebben eerst
in eigen land gezocht moeten worden naar een familie.
▪ Wanneer dit niet lukt kan er interlandelijke adoptie plaatsvinden.
o Het gaat nu vaker om special needs
▪ In landen van herkomst worden deze kinderen vaak niet geadopteerd →
interlandelijke toename van adoptie van deze kinderen.
Ministerie van Justitie en Veiligheid, 2018
Ook in de figuur hierboven is te zien dat er een afname sinds 2006 is van de belangstelling voor adoptie. In
Nederland is het aantal geadopteerde kinderen met special needs sterk toegenomen. Dit komt onder andere
omdat er eerst gekeken wordt of kinderen door een gezin in het eigen land geadopteerd kunnen worden.
Uit Azië komen de meeste kinderen, maar dit aantal daalt gestaag. Het aantal geplaatste kinderen uit Europa
stijgt daarentegen. Met een lichte fluctuatie in het aantal kinderen uit de andere continenten komen de
percentages geleidelijk dichter bij elkaar.
Theorieën
Juffer & van IJzendoorn, 2009
1. Bowlby: volgens Bowlby leidt deprivatie van ouders tot een verminderde ontwikkeling van het kind
en vormt dit de basis voor verschillende psychische problemen bij kinderen. De vroege gehechtheid
is belangrijk voor de latere ontwikkeling.
2. Theorie van risico en beschermende factoren: een opeenstapeling van risicofactoren leidt tot een
minder optimale ontwikkeling van een kind, terwijl beschermende factoren juist kunnen fungeren als
buffer voor de negatieve effecten van de risico’s.
,Interventies voor geadopteerde kinderen
Juffer et al., 2011
Een effectieve interventie om sensitiviteit van adoptieouders te verbeteren is een video-feedback system.
Tevens zorgt deze interventie voor verminderde desorganiseerde hechting. Interventieprogramma’s met
videofeedback gericht op het bevorderen van sensitief ouderschap en adequate discipline kunnen
adoptieouders en adoptiekinderen een veelbelovende start bieden en uiteindelijk gezonde
ontwikkelingsresultaten stimuleren bij adoptiekinderen.
Conclusie leerdoel 1
Adoptie gaat dus om de plaatsing van verwaarloosde-, afgestane- of weeskinderen in een adoptiegezin. Er
zijn verschillende ontwikkelingen geweest. Zo neemt de laatste jaren de interlandelijke adoptie af door de
implementatie van het Haag Adoptieverdrag en het subsidiariteitsbeginsel. Er worden nu vaker kinderen met
een special need geadopteerd. Er zijn verschillende theorieën over adoptie die elk de nadruk leggen op een
ander aspect van de ontwikkeling van een kind.
Adoptie is een risicofactor als je kijkt naar interlandelijke adoptie, als je een kind uit het buitenland hierheen
haalt is dat een risicofactor. Kinderen lopen achter. Maar het is een beschermende factor als je een kind uit
een nare situatie haalt.
Met catch up en delay zie je dat als ze uit een tehuis komen achterstanden hebben, maar deze kunnen ze
inlopen door adoptie. Videofeedback kan worden gebruikt om catch up te realiseren.
Leerdoel 2: Welke verschillende manieren zijn er om hier onderzoek naar te doen en
welke invloed heeft dit op de onderzoeksresultaten?
Leidse Rotterdamse ERA studie Canada:
Longitudinale Longitudinale (Engelse en Romanian
Adoptiestudie Adoptiestudie Roemeense) Adoption Project
(LLAS) (RLA)
Soort onderzoek Longitudinaal Longitudinaal Longitudinaal Longitudinaal
Vragenlijst kind en
ouders en interview
Steekproef 160 internationale 2200 geadopteerde 165 Roemeense 46 RO, 29 EA, 46
kinderen onderzocht kinderen. Meesten kids, met CB.
uit drie landen, verbleven voor ernstige
onderzocht van 1-14 adoptie in institutionele
jaar kindertehuizen met deprivatie
negatieve
ervaringen.
, Meetmomenten 6 maanden, 7 jaar en Tussen 10-15, 4, 6, 11 en 15 11 maanden na
14 jaar adolescentie en jaar adoptie, 4.5 jaar,
volwassenheid 10.5 jaar en 17.5
jaar
Adoptiemoment Voor 6 maanden Vanaf paar dagen
oud tot 10 jaar
Groepen die Adoptiekinderen met Interlandelijk Kinderen die Romain Orphan
vergeleken niet-geadopteerde geadopteerde lijden onder (na 8 maanden
worden kinderen kinderen met niet- ernstige geadopteerd uit
geadopteerde institutionele instituties), Early
kinderen. deprivatie met adopted (voor de
binnenlands leeftijd van 4
geadopteerde geadopteerd
kinderen weeshuizen/ of
ziekenhuizen uit
Roemenië),
Canadian born
(niet geadopteerd).
Extra info Er is niet gekeken Veel adoptielanden.
naar problemen die Doel: verschil
ontstonden bij tussen wel en geen
kinderen uit institutie, adoptie, invloed van
maar kinderen die deprivatie
snel geadopteerd
waren. Nadruk op de
invloed van
internationale adoptie
zelf, niet de
deprivatie.
Leidse Longitudinale Adoptiestudie (LLAS)
Juffer et al., 2011
Onderzoek naar de gevolgen van adoptie voor interlandelijk geadopteerde kinderen. In de eerste fase werd
een video interventie uitgevoerd op basis van gehechtheidstheorie met als doel om de ouderlijke
sensitiviteit te vergroten en de gehechtheidsrelatie zo te bevorderen. → effectief: meer ouderlijke
sensitiviteit en minder gedesorganiseerde gehechtheid. → nieuwe vorm van nazorg (VIB).
• Kinderen leken zich normaal te ontwikkelen (gehechtheid, cognitie, zelfwaardering)
o Adoptiekinderen (met name jongens) meer gedragsproblemen met 7 jaar en in adolescentie
(zowel internaliserend als externaliserend)
• Kinderen vertonen toch meer internaliserend en externaliserend gedrag dan niet-geadopteerden.
o Komt waarschijnlijk door de wens van kinderen om wit te zijn en geboren te zijn uit hun
adoptiemoeder
▪ Kinderen willen er niet anders uit zien en anders zijn
▪ Komt voort uit gehechtheidstheorie
• Sensitiviteit en gehechtheidsrelatie zijn van invloed op de latere ontwikkeling
o Veilig gehechte kinderen hadden betere sociale vaardigheden
Rotterdamse Longitudinale Adoptiestudie (RLA)
Juffer et al., 2011
• In de kindertijd en adolescentie meer inter- en externaliserend probleemgedrag dan niet-
geadopteerde kinderen.
o Bij jongens groter risico
o Groter risico voor kinderen die ouder waren
o Vroegere negatieve ervaringen zijn risico
, • Probleemgedrag nam toe tijdens adolescentie
o Hing niet samen met vroegere negatieve ervaringen
• Tijdens volwassenheid meer psychiatrische problemen (angsten, depressie, verslaving)
o Vooral bij geadopteerden met negatieve ervaringen
o Vooral bij mannen
o Geadopteerden die opzoek gingen naar biologische ouders hebben meer psychische
problemen
• Door de tijd werden verschillen tussen geadopteerden en niet-geadopteerden groter
o Problemen hangen samen met negatieve ervaringen
• Qua schoolprestaties bleven de geadopteerden achter, beroepsniveau hetzelfde
• Geadopteerden hadden minder sociale vaardigheden en ook minder vaak een partner
Conclusies: verhoogde risico’s voor gedragsproblemen en slechte schoolprestaties voor interlandelijk
geadopteerde kinderen. Maar! De meerderheid van de geadopteerden vertoont geen psychiatrische
problemen in kindertijd, adolescentie en volwassenheid. Ondanks de verhoogde risico’s op diverse
problematieken is het dagelijks sociaal functioneren vergelijkbaar met die van de algemene bevolking.
The English and Romanian Adoption (ERA)
Juffer et al., 2011
De resultaten laten zien dat institutionele deprivatie leidt tot aanhoudende specifieke negatieve effecten bij
een meerderheid van de kinderen die meer dan 6 maanden institutionele zorg kregen.
• Quasi-autisme
• Ongeremde gehechtheid
• Hyperactiviteit
• Cognitieve stoornissen
Een minderheid vertoonde geen nadelige effecten op de lange termijn. De opkomst van emotionele
problemen in de vroege adolescentie kan een reactie zijn op eerdere deprivatie-specifieke problemen.
Canada: Romanian Adoption Project
Juffer et al., 2011
In dit onderzoek werden drie groepen met elkaar vergeleken: Gehechtheid
o RO significant minder veilig gehecht (EA en CB verschilden niet van elkaar)
o RO vertoont (bij 4,5 jaar) meer atypische hechtingspatronen (dan EA en CB)
• IQ
o RO significant lager IQ dan EA en CB
o RO minder probleemoplossende vaardigheden
• Gedragsproblemen
o Meer bij de RO (internaliserend, externaliserend en totaal)
o Willekeurige vriendelijkheid is bij RO meer. EA en CB verschilden niet.
o Onoplettendheid/overactiviteit is bij RO hoger. EA en CB verschilden niet.
• Schoolprestaties
o Zijn minder bij de RO
De Roemeense kinderen die na 8 maanden geadopteerd zijn uit instituties vertonen dus steeds de meest
negatieve uitkomsten. De groep vroeg geadopteerde kinderen heeft soms negatievere uitkomsten dan de
controlegroep.
RO groep slechtste resultaten – EA er tussenin – CB beste resultaten. Dit kan duiden op een langdurig
negatief effect van ernstige deprivatie in de instituties op ontwikkelingsuitkomsten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jvandergrijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.