100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcollege aantekeningen 2.6C Gezinspedagogiek $4.29
Add to cart

Class notes

Hoorcollege aantekeningen 2.6C Gezinspedagogiek

 22 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Aantekeningen van alle hoorcolleges (4) van het vak Gezinspedagogiek

Preview 3 out of 16  pages

  • April 13, 2021
  • 16
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Wendy tieman, nikita schoemaker, henny bos
  • All classes
avatar-seller
Hoorcollege 1 – Diversiteit in gezinnen

Wat is gezinspedagogiek?




Alle kinderen hebben een eigen Bronfenbrenner model waarin zij zich ontwikkelen. Dat opgroeien kan je
bekijken vanuit twee stromingen:
 Orthopedagogiek: kijken naar moeilijkheden van kind en gezin (agressief, faalangst, driftbuien, zeer
druk etc.)
o Orthopedagogiek richt zich op beschrijving van problemen bij het opvoeden, met het oog
op onderkenning (moet er een diagnose worden gesteld?), behandeling (wat kunnen we eraan
doen?) en preventie (hoe kunnen we het voorkomen?).
 Gezinspedagogiek: kijken naar achtergronden van kind (depressieve vader, gescheiden ouders,
ouders gevlucht, twee moeders, vijf dagen naar buitenschoolse opvang). Kijkt dus naar de diversiteit
van achtergronden en het effect hiervan op de ontwikkeling van kinderen.
o Gezinspedagogiek legt de nadruk op de opvoeding van kinderen met een ‘normale’
ontwikkeling en de rol van opvoedingsomgeving in die ontwikkeling. Gezinspedagogiek
heeft daarbij aandacht voor de bredere context en voor alle dimensies binnen de
samenleving waarin kinderen opgroeien.

Gezinspedagogiek en orthopedagogiek samen:
In de praktijk zijn gezinspedagogiek en orthopedagogiek helemaal niet zo heel verschillend van elkaar. Er is
sprake van een continuüm van de normale tot de problematische ontwikkeling.

Wat is diversiteit in gezinnen?
Gezin = een leefverband waarin een of meer volwassenen de verantwoordelijkheid dragen voor de
verzorging en opvoeding van een of meer kinderen.

Huishouden = alle groepen van twee of meer personen die in huiselijk verkeer met elkaar samenwonen,
ongeacht de aard van de onderlinge relatie tussen de samenwonende personen.

1. Co-ouders (na scheiding): de ouders wonen niet samen, maar delen de zorg voor (en het gezag
over) de kinderen. Kinderen wonen afwisselend bij de ene of bij de andere ouder, of wonen bij één
ouder en bezoeken de andere ouder regelmatig. Soms blijven de kinderen in hetzelfde huis wonen en
wisselen de ouders elkaar af, wordt ook wel ‘nestgezin’ genoemd.
2. Eén ouder gezin: vader/moeder – kinderen. Eén volwassene met kinderen van wie hij/zij de
biologische ouders is.
3. Traditioneel gezin: vader-moeder-kinderen. Een volwassen man en vrouw hebben samen kinderen,
zij zijn de biologische ouders van de kinderen.
4. Adoptiegezin: eén of twee volwassenen hebben kinderen waar zij niet de biologische ouders van
zijn, maar juridisch wel. Adoptiebroertjes/zusjes hoeven geen biologische band te hebben.

, 5. Generatiegezin: ouders (of een van de ouders) leven in een groter familieverband, met grootouders,
ooms en tantes of andere familieleden.
6. Nieuw samengesteld gezin: de ouder krijgt een nieuwe relatie en vormt samen met de partner (en
diens kinderen) een nieuw gezin. Soms krijgen ze samen ook nog kinderen. Dit wordt ook wel een
‘mikado’ gezin genoemd.
7. Gezin met twee vaders/twee moeders: twee mannen of twee vrouwen die samenwonen met
kinderen. Dit kunnen biologische, geadopteerde of pleegkinderen zijn.
8. Pleeggezin: eén of twee volwassenen zorgen voor de kinderen, zij zijn niet de biologische ouders
van de kinderen. Pleegzorg is ‘tijdelijk’, pleegouders zijn juridisch geen ouders.
Pleegbroertjes/zusjes hoeven geen biologische band te hebben.

Complexiteit van gezinnen is niet nieuw.




Waarom staat dat traditionele gezin nog steeds zo centraal?
 Na WOII: traditionele kerngezin = de norm: een (blijvend) gehuwde vader en moeder met twee
biologische kinderen.
 60% van Europese vrouwen: twee kinderen ideale gezinsgrootte
 In 2019 vruchtbaarheidscijfer in NL: 1,7

Geboortes buiten het huwelijk komt steeds vaker voor!

Bijna een kwart van de gezinnen is een éénoudergezin. De gemiddelde leeftijd van de moeder bij 1e kind
neemt enorm toe.

Conclusies
 Houding van ondervraagden in Nederland wordt steeds toleranter t.o.v. verscheidenheid aan
gezinsvormen.
 ‘Traditionele gezin’ is nog steeds meest voorkomende gezinsvorm.
 Diversiteit aan gezinsvormen blijft toenemen.

, Hoe ontstaan nieuwe gezinsvormen?
 Gezinsvorming (bijvoorbeeld adoptiegezin)
 Gezinsontwikkeling (bijvoorbeeld samengesteld gezin: ouder krijgt nieuwe relatie en vormt samen
met de partner en diens kinderen een nieuw gezin)


Wat zijn de effecten van diversiteit in gezinnen op de ontwikkeling van kinderen?
 Welke gevolgen hebben deze gezinssituaties voor de ontwikkeling van kinderen in deze gezinnen?
 Welke gevolgen hebben deze gezinssituaties voor het ouderschap en welzijn van ouders?

Conclusie
Veel onderzoek laat zien dat in allerlei verschillende samenlevingsverbanden van een of meer volwassenen
met kinderen ‘goed kan worden opgevoed’. De intenties van de volwassenen en de inhoud van de relaties
binnen deze gezinnen zijn veel belangrijker dan de structuur of samenstelling van het
samenlevingsverband.

Maar! Niet alle gezinsvormen zijn vergelijkbaar. Opvoeden in verschillende gezinsvormen is niet altijd
makkelijk.

De onderzoeksliteratuur laat echter zien (ook in lange termijnstudies) dat men niet mag uitgaan van
principiële schadelijkheid van enige van de genoemde gezinsstructuren.

Gezinsvorm is niet belangrijk, juist de opvoeding en omliggende factoren bepalen hoe een kind zich
ontwikkelt.
Maar! Deze situaties brengen wel risicofactoren met zich mee.

Diversiteit in gezinnen speelt een steeds belangrijkere rol in opvoedingsvraagstukken in een diverse
samenleving.

Hoorcollege 2 – Geadopteerden opzoek naar biologische familie
Trends in adoptie-onderzoek
Drie trends:
1. Adoptie als risico: geadopteerden vs. niet-geadopteerden
2. Herstel van vroege negatieve ervaringen: bij aankomst vs. na tijd in adoptiegezin
3. Factoren en processen die ten grondslag liggen aan welzijn geadopteerden

Geadopteerden op zoek:
 Hoe is het om geadopteerd te zijn?
 Hoeveel geadopteerden gaan zoeken?
 Waarom gaan ze zoeken?
 Wie zoekt wel en wie zoekt niet?
 Worden ze gesteund door de adoptieouders?
 Is er contact na de hereniging?
 Zijn ze tevreden met de zoektocht en hereniging?

Rotterdamse Longitudinale Adoptie Studie (RLAS)
Gestart in 1986 met als aanleiding: overrepresentatie geadopteerden in (poli-)kliniek.

Cohortstudie: de hele groep van bepaald jaar worden benaderd. In deze studie: alle kinderen die legaal
geadopteerd zijn bij Nederlandse niet-verwante ouders en buiten NL geboren zijn tussen 1972 en 1975.
Kinderen waren tussen de 10 en 15 jaar oud bij de start van studie.

Aantal follow-ups: Adolescentie (14-18 jaar), jongvolwassenheid (24-30 jaar), volwassenheid (35-39 jaar).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jvandergrijn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.29  4x  sold
  • (0)
Add to cart
Added