Opdracht 1
Twee bedrijven zijn voornemens om met elkaar een koopovereenkomst te sluiten. Op grond
van deze overeenkomst zal bedrijf A aan bedrijf B 100 computers leveren, waarvoor bedrijf B
aan bedrijf A € 75.000,- zal betalen.
Welke wettelijke bepalingen van het Burgerlijk wetboek zijn relevant met betrekking tot de
totstandkoming en de inhoud van deze overeenkomst?
- Art. 6:217 BW
- Art. 6:225 BW
- Art. 6:74 BW
- Art. 3:33 BW
- Art. 3:35 BW
- Art. 3:37 BW
Opdracht 2
Otto biedt op haar website een HD ready breedbeeld lcd tv met een diameter van 80 cm aan
voor € 99,-. Een aantal consumenten heeft via de website zo’n tv besteld. De consumenten
hebben na het doen van de bestelling allemaal een bevestiging ontvangen van hun
bestelling. Enkele dagen na deze bevestiging worden deze consumenten gebeld door Otto
met de mededeling dat er sprake is van een vergissing ten aanzien van de prijs. Dit moest €
999,- zijn in plaats van € 99,-. De consumenten zijn van mening dat er een overeenkomst tot
stand is gekomen tussen hen en Otto, Otto meent van niet. Partijen komen er samen niet uit
en daarom bundelen de consumenten hun krachten door samen een gerechtelijke procedure
te starten.
a. Wat zullen de consumenten in deze procedure vorderen van Otto? Motiveer je antwoord.
- Nakoming van de overeenkomst
b. Wat zal de rechter in deze zaak oordelen? Motiveer je antwoord.
- De consumenten zullen ongelijk krijgen, omdat de wil en verklaring van Otto niet
overeenkomen en op grond van art. 3:33 BW het aanbod dan niet tot stand komt. De
consument zal zich beroepen op art. 3:35 BW, omdat ze ervanuit kon gaan dat door
gerechtvaardigd vertrouwen en de e-mail bevestigingen de prijs correct was. Otto zal zich
beroepen op de onderzoek plicht van de consument. Hierdoor komt de overeenkomst niet tot
stand.
Opdracht 3
Ojé Van der Grinten is een bedrijf dat kopieermachines verhuurt aan bedrijven.
Accountantskantoor Vermeulen wil graag een kopieermachine gaan huren, en vraagt een
offerte aan bij Ojé Van der Grinten. De accountmanager stuurt op 19 december 2018 per
post een offerte naar het accountantskantoor met als bijlage een huurovereenkomst in
tweevoud. In deze offerte staat (onder andere) de volgende tekst:
“Bijgaand treft u aan in tweevoud een huurovereenkomst met betrekking tot een
kopieerapparaat van het type X, met daaraan gehecht de door onze gehanteerde algemene
huurvoorwaarden. In verband met onze actie (eerste drie maanden geen huurtermijnen
verschuldigd) is dit voorstel slechts vijf dagen geldig. Indien u instemt met ons voorstel,
verzoeken wij u één exemplaar van de huurovereenkomst voor akkoord te ondertekenen en
binnen vijf dagen te retourneren.”
,a. Is er sprake van een herroepelijk aanbod van Ojé?
- Nee, op grond van art. 6:219 lid 1 BW is een aanbod onherroepelijk als er een termijn
aan gebonden is.
b. Los van je antwoord op vraag a: welke andere actie dan herroeping kan de
accountmanager van Ojé Van der Grinten ondernemen om onder het reeds verstuurde
aanbod uit te kunnen? En tot welk moment kan hij dat doen? Motiveer je antwoord.
- Intrekking, op grond van art. 3:37 lid 5 BW. De eis is dat de ingetrokken verklaring
eerder dan of gelijktijdig met de eerste verklaring de wederpartij bereikt.
Vervolg casus:
Gesteld dat de accountmanager van Ojé geen actie heeft ondernomen zoals uitgewerkt bij
vraag b. Accountantskantoor Vermeulen vindt de actie van de eerste drie maanden geen
huur betalen erg aantrekkelijk en ondertekent daarom de huurovereenkomst voor akkoord op
21 december 2018 en stuurt deze op naar Ojé Van der Grinten. De ondertekende
huurovereenkomst wordt op 22 december 2018 door TNT post bij Ojé Van der Grinten
bezorgd.
c. Wanneer komt de huurovereenkomst met Ojé daadwerkelijk tot stand?
- 22 december 2018, want in art. 3:37 lid 3 BW staat dat het van toepassing is op het
moment van ontvangst.
Opdracht 4
Form bv wil graag een nieuwe website laten bouwen door Webdesign bv. Form bv maakt
hiervoor een afspraak met Webdesign bv. Tijdens dit eerste overleg maakt Form bv haar
wensen voor de nieuwe website kenbaar. Op basis van deze informatie stelt Webdesign bv
een offerte op voor het bouwen van deze website. Deze offerte wordt gemaild naar Form bv.
Onderaan deze offerte staat dat op alle overeenkomsten die worden gesloten met
Webdesign bv diens algemene voorwaarden van toepassing zijn.
a. Gesteld dat Form bv de offerte voor akkoord ondertekent. Zijn de algemene
voorwaarden van Webdesign bv dan van toepassing op de overeenkomst tussen
Form bv en Webdesign bv? Motiveer je antwoord.
- Ja, op grond van art. 6:217 BW is er sprake van aanbod en aanvaarding. Het aanbod
is gedaan door Webdesign en toegevoegd aan de offerte. Form bv heeft deze
aanvaardt en ondertekend.
b. Wordt het antwoord op vraag a anders wanneer voor Webdesign bv duidelijk is dat
Form bv de inhoud van de algemene voorwaarden niet kent, omdat deze algemene
voorwaarden niet toegestuurd zijn aan Form bv en deze ook niet door Form bv bij
Webdesign bv zijn opgevraagd? Motiveer je antwoord.
- Ja, op grond van art. 6:233 lid b BW.
c. Gesteld dat Form bv de offerte niet ongeclausuleerd voor akkoord ondertekent, maar
bij het accepteren van de offerte aangeeft dat zij niet akkoord is met het van
toepassing zijn van de algemene voorwaarden van Webdesign bv. Is er in dat geval
een overeenkomst tot stand gekomen tussen Form bv en Webdesign bv? Motiveer je
antwoord.
- Nee, op grond van art. 6:225 lid 1 BW is er sprake van een nieuw aanbod van Form
bv die nog aanvaardt moet worden door Webdesign.
d. Stel: Form bv is geen Nederlands bedrijf, maar een Duits bedrijf en de offerte is in het
Duits opgesteld en het van toepassing verklaren van de algemene voorwaarden is in
het Nederlands gebeurd, omdat dit standaard op het briefpapier van Webdesign bv -
, een Nederlands bedrijf - vermeld staat. Zijn de algemene voorwaarden in dat geval
op de overeenkomst van toepassing? Motiveer je antwoord aan de hand van
jurisprudentie.
- Petermann/ Frans Maas wijst uit dat er dan er dan sprake is van een totstandkoming
van de overeenkomst, omdat het Duitse bedrijf anders om opheldering had moeten
vragen.
Opdracht 5
Hermans bv produceert kunststof vijverbakken. De benodigde kunststof koopt zij al jarenlang
bij dezelfde leverancier, Kuiken bv. Hieraan ligt een overeenkomst ten grondslag, waarop
geen algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard. Kuiken bv wordt op enig
moment opgeheven. De directie van Kuiken bv laat de directie van Hermans bv weten dat zij
Parker bv bereid heeft gevonden om in de toekomst het kunststof aan Hermans bv te
leveren. In een gesprek tussen beide bv’s wordt afgesproken dat Parker bv op dezelfde voet
als Kuiken bv aan Hermans bv zal leveren. Tijdens dit overleg gaat Hermans bv akkoord met
de prijzen, zoals opgenomen op de prijslijst van Parker bv. Onderaan deze prijslijst is
vermeld dat de algemene voorwaarden van Parker bv op alle met haar te sluiten
overeenkomsten van toepassing zijn. Vervolgens plaatst Hermans bv een order bij Parker
bv. Op de orderbevestiging staat nogmaals vermeld dat de algemene voorwaarden van
Parker bv van toepassing zijn op alle met haar te sluiten overeenkomsten. Deze algemene
voorwaarden staan aan de achterkant van de orderbevestiging. Deze orderbevestiging wordt
door Hermans bv ontvangen. Daarna volgt een factuur van Parker bv, met daarop wederom
de vermelding van de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden aan de voorkant van
de factuur, en de daadwerkelijke algemene voorwaarden op de achterkant van de factuur.
Na ontvangst van deze eerste order bestelt Hermans bv nog verschillende malen kunststof
bij Parker bv en ook die keren ontvangt Hermans bv orderbevestigingen en facturen.
Uiteindelijk krijgen partijen discussie over de toepasselijkheid van de algemene
voorwaarden.
a. Zijn de algemene voorwaarden van Parker bv op de overeenkomst tussen Hermans
bv en Parker bv van toepassing? Motiveer je antwoord.
- Ja, want er is duidelijk sprake geweest van aanbod en aanvaarding ervan op grond
van art. 6:217 BW. Parker bv heeft meerdere malen aangegeven dat ze deze
algemene voorwaarden hanteert.
b. Gesteld dat je antwoord op vraag a ja is: is Hermans bv in dat geval gebonden aan
de algemene voorwaarden van Parker bv, ook al kende Hermans bv de inhoud van
de algemene voorwaarden niet? Motiveer je antwoord.
- Ja snelle gebondenheid, op grond van art. 6:232 BW
Werkcollege week 2
Opdracht 1
Lees het arrest Assoud/SNS en beantwoord de volgende vragen:
a. Welke rechtsvraag staat centraal in dit arrest?
- Wanneer is er sprake van een kernbeding in de zin van art. 6:231 sub a BW?
- Kernbedingen zijn niet te vernietigen en een algemene voorwaarde wel
b. Hoe beantwoordt de Hoge Raad deze rechtsvraag?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Charlot3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.