Openbaar bestuur -> treedt in verschillende hoedanigheden en op verschillende manieren op en
behartigt daarmee het algemeen belang. Het openbaar bestuur dient de samenleving zo te besturen
dat burgers en organisaties daar op een fatsoenlijke manier met en naast elkaar kunnen leven,
wonen, werken en recreëren.
Het bestuursrecht bevat regels, ook wel rechtsnormen genoemd, met betrekking tot:
De organisatie van het openbaar bestuur
Het verlenen van bestuursbevoegdheden aan bestuursorganen
De rechtsnormen waaraan het openbaar bestuur zich moet houden bij de uitoefening van
die bestuursbevoegdheden
Rechtsnormen die gelden voor de burgers en regels voor de handhaving ervan
De juridische bescherming voor de burger tegen het optreden van het openbaar bestuur
1.2 Legaliteitsbeginsel en specialiteitsbeginsel
Legaliteitsbeginsel -> het openbaar bestuur voert wetten uit, maar is zelf ook in die wetten
gebonden. Het openbaar mag alleen inbreuk maken op de rechten en vrijheden van een burger als
de wet dat toestaat.
Wet in formele zin -> wetten die worden vastgesteld door de formele wetgever -> de Staten-
Generaal en de regering.
Wet in materiële zin -> elke wet die algemeen verbindende voorschriften bevat waaraan iedereen
voor wie de wet is bedoeld gebonden is.
Specialiteitsbeginsel -> het openbaar bestuur mag in de gevallen waarvoor de wet of regeling is
vastgesteld alleen het specifieke belang behartigen waarop die wet of regeling zich richt.
1.3 Bronnen van bestuursrecht
Voor het bestuursrecht zijn drie rechtsbronnen van belang:
Wet- en regelgeving en verdragen
Jurisprudentie
Ongeschreven recht, met name enkele algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Hiërarchisch normenstelsel -> het openbaar bestuur is verdeeld in verschillende lagen die elk op hun
beurt bestuursrechtelijke regels kunnen vaststellen. Daarbij mag een lagere regeling niet in strijd zijn
met een hogere. Let op!: verdragen, beleidsregels en vergunningvoorschriften behoren niet tot de
wet- en regelgeving!
Verdragen zijn afspraken tussen staten. In het EVRM zijn persoonlijke vrijheidsrechten voor burgers
vastgelegd. De EU-verdragen bevatten diverse bepalingen voor het vrije verkeer van personen,
diensten, goederen en kapitaal binnen de Europese Unie (EU). Deze verdragen en Europese
verordeningen hebben rechtstreekse werking -> de daarin opgenomen regels zijn rechtstreeks in
,Nederland va toepassing. De Nederlandse burgers kunnen zich direct beroepen op dergelijke
bepalingen.
Europese richtlijnen -> zijn gericht tot lidstaten en hebben in beginsel geen rechtstreekse werking. De
Nederlandse of Europese rechter kan vaststellen dat een bepaling in een richtlijn zo geformuleerd is
dat deze wel rechtstreekse werking heeft.
Grondwet -> bevat afgezien van de belangrijke grondrechten, weinig regels voor burgers. Dit is de
hoogste wet in formele zin.
Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) -> is van lagere orde en wordt vastgesteld door de
regering. Zij bevatten hoofdzakelijk algemeen verbindende voorschriften voor burgers maar ook voor
overheden, en kennen daarnaast ook bevoegdheden toe aan organen van het openbaar bestuur.
Ministeriële regelingen -> bevatten hoofdzakelijk algemeen verbindende voorschriften voor burgers
en kunnen daarnaast bevoegdheden toekennen aan bestuursorganen. Zij zijn echter lager in rang
dan de hiervoor genoemde regelingen.
Provinciale verordeningen -> de regels gelden alleen voor het grondgebied van de provincie.
Gemeentelijke verordeningen -> de regels geleden alleen binnen de gemeentegrenzen.
Waterschapsverordeningen -> hebben dezelfde rang als gemeentelijke verordeningen en zijn van
toepassing op het grondgebied van het waterschap.
Beleidsregels -> eigen richtlijnen voor het openbaar bestuur en gelden alleen voor het orgaan van het
openbaar bestuur dat ze heeft vastgesteld of waarvoor ze zijn bedoeld.
Vergunningsvoorschriften -> normen die gelden in het individuele geval, namelijk voor degene aan
wie de vergunning is verleend. Vergunningsvoorschriften kunnen bestaan uit rechtsnormen
afkomstig van wetten en lagere regelingen en uit regels die het bestuursorgaan dat de vergunning
verleent voorschrijft.
Gelede normstelling -> normen worden voor een bepaald geval (mede) bepaald door normen in
verschillende regelingen die dikwijls in een hiërarchische verhouding tot elkaar staan. Gelede
normstelling komt veel voor in het bestuursrecht en ontstaat doordat de diverse organen van het
openbaar bestuur elke op hun eigen niveau normen kunnen of moeten stellen.
1.4 Algemeen en bijzonder bestuursrecht
In het bestuursrecht valt een algemeen en een bijzonder deel te onderscheiden.
Algemeen bestuursrecht -> bevat regels die op alle terreinen van het bestuurlijk optreden van
toepassing zijn. Bijv. regels voor de toekenning van bestuursbevoegdheden aan bestuursorganen en
voor de handhaving van rechtsnormen en besluiten.
Bijzonder bestuursrecht -> bevat regels die speciaal zijn opgesteld voor de bijzondere gebieden
waarop het openbaar bestuur actief is. Het kan daarbij gaan om ordenende overheidstaken zoals
politie, defensie, waterstaat, milieubeheer, ruimtelijke ordening en economische ordening.
,De wetgever probeert om in deze bestuursrechtelijke verscheidenheid enige eenheid en samenhang
te brengen met zogenoemde coördinatiewetgeving. In een coördinatiewet worden bepalingen die in
alle regelingen op een bepaald gebied van het bestuursrecht voorkomen, bij elkaar gebracht. Bijv:
Sociale zekerheid. Bevat regels voor de heffing en invordering door de rijksbelastingdienst
van de premies voor de werknemersverzekeringen samen met en op een zo vee mogelijk
gelijke wijze als de loonbelasting.
Belastingen. De Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) in de Invorderingswet geven
algemene regels over de heffing en de invordering van belastingen door de centrale overheid
en door lagere overheden. Dit maakt de uitvoering van belastingwetten eenvoudiger.
Omgevingsvergunning. Voor activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving
regelt de Wabo de omgevingsvergunning.
Fysieke leefomgeving. De wetgeving voor fysieke leefomgeving zal over enkele jaren worden
samengevoegd in de Omgevingswet en in vier AMvB’s
1.5 De Algemene wet bestuursrecht
In de Awb zijn algemene regels opgenomen die van toepassing zijn op het hele bestuursrecht en in
beginsel op elke bestuurstaak. De basis voor de Awb is gelegen in art. 107 lid2 Gw, dat aan de
wetgever de opdracht geeft om een wet te maken met algemene regels van het bestuursrecht, met
als doel:
Het bevorderen van eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving
De vereenvoudiging van bestuursrechtelijke wetgeving
Het opnemen in de wet van ontwikkelingen in de bestuursrechtelijke rechtspraak
Het treffen van algemene voorzieningen voor onderwerpen die zich niet lenen voor regeling
in een bijzondere wet
25 jaar geleden had elke bijzonder wet zijn eigen algemene regels van bestuursrecht. Deze regels zijn
nu grotendeels samengebracht in één algemene wet. De Awb is een aanbouwwet die in vier fasen
(tranches) tot stand is gebracht door er steeds meer inhoudelijke onderdelen aan toe te voegen.
De indeling van de Awb toont al een van haar belangrijkste kenmerken: de gelaagde structuur.
Daarmee wordt bedoeld dat de wet is opgebouwd uit verschillende lagen, waarbij telkens eerst de
algemene bepalingen worden genoemd en daarna de bepalingen voor de meer bijzondere gevallen.
De regels van het algemeen bestuursrecht zijn in beginsel steeds van toepassing op die van het
bijzonder bestuursrecht. De algemene regel voor de zorgvuldige voorbereiding van besluiten geldt
voor alle besluiten in het bijzonder bestuursrecht. Dit kan bijvoorbeeld zijn het voorbereiden van een
besluit om een uitkering te verlenen in het kader van de Participatiewet of het opleggen van een
belastingaanslag op grond van de Awr. In de Awb zijn echter nog niet alle gemeenschappelijke regels
opgenomen. Het bijzonder bestuursrecht kan afwijken van de algemene regels in de Awb.
Indien de regel in de bijzondere wet afwijkt van die in de Awb, dan gaat de regel in de bijzondere wet
voor, tenzij de afwijking onnodig is.
, Hoofdstuk 2: Spelers in het veld van bestuursrecht
2.1 Organisatie van het openbaar bestuur
Het openbaar bestuur bestaat uit overheidsorganisaties en uit organisaties of personen met
overheidstaken die niet tot de overheid behoren. Er zijn twee soorten overheidsorganisaties:
openbare lichamen en publiekrechtelijke vormgegeven bestuursorganen.
De Nederlandse rechtsstaat is een gedecentraliseerde eenheidsstaat -> de centrale overheid voert
een deel van haar taken zelf uit (centraal) en heeft een ander deel overgedragen aan lagere
overheden (decentraal) die deze taken met eigen bevoegdheden en op eigen gezag uitvoeren. Deze
overheidsorganisaties heten openbare lichamen.
Territoriale of functionele openbare lichamen -> openbare lichamen die het openbaar bestuur voor
het grondgebied (territorium) of taakgebied (functie) waarvoor zij zijn ingesteld vormen. De staat, de
staat provincies, de gemeenten en de waterschappen.
Openbaar lichaam voor beroep en bedrijf -> hun taken zijn gericht op bepaalde beroepen of
ondernemingen of op een bijzonder bestuurlijk gebied. Voorbeeld openbaar lichaam voor beroep:
Nederlandse orde van advocaten die zich bezig houdt met de beroepsuitoefening door advocaten.
Voorbeeld openbaar lichaam voor bedrijf: de Sociaal-Economische Raad (SER) die de overheid
adviseert over aangelegenheden van sociale en economische aard.
Art 2:1 BW kent aan openbare lichamen rechtspersoonlijkheid toe. Openbare lichamen zijn dus
rechtspersonen die ‘krachtens publiekrecht’, dat wil zeggen door een wet of lagere regeling, zijn
ingesteld. Hierdoor kunnen openbare lichamen net als personen feitelijke handelingen en
rechtshandelingen verrichten.
Rechtshandelingen -> zijn gericht op rechtsgevolg waardoor er rechten of plichten ontstaan of
worden gewijzigd. De rechtspersoon kan dergelijke handelingen niet zelf verrichten, maar doet dat
door middel van zijn organen -> een persoon of groep personen die een zelfstandig onderdeel vormt
van de rechtspersoon.
Openbare lichamen zijn dus publiekrechtelijke rechtspersonen met organen die zelfstandig
(rechts)handelingen kunnen verrichten. Zij worden in de praktijk vertegenwoordigt door personen
die daartoe bevoegd zijn en de feitelijke handelingen kunnen uitvoeren.
Op 10 oktober 2010 zijn drie openbare lichamen ingesteld in de Wet openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba (WoIBES). Deze drie zogenoemde BES-eilanden waren vroeger koloniën van
Nederland en zijn nu een soort gemeenten buiten Nederland in de vorm van openbare lichamen op
grond van art. 134 Gw.
Zelfstandige publiekrechtelijke rechtspersonen -> vallen officieel onder een minister of
staatssecretaris maar zijn daaraan niet ondergeschikt. Er is dus geen sprake van decentralisatie want
de overheidsmacht blijft op centraal niveau. Aan deze zelfstandige publiekrechtelijke rechtspersonen
wordt in een bijzondere wet publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid verleend.
De bijzondere wet bepaalt ook hoe de zelfstandige publiekrechtelijke rechtspersoon is samengesteld
en wat de taken en bevoegdheden van het orgaan zijn. Omdat het moeilijk is om alle zelfstandige
publiekrechtelijke rechtspersonen te kennen is er een landelijk zbo-register. Zbo: zelfstandig
bestuursorgaan. Hierin staan alle zelfstandige publiekrechtelijke rechtspersonen beschreven inclusief
hun instellingsgrondslag, hun relatie met een ministerie alsmede hun taken en bevoegdheden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mahvantilborg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.