dhta, mbo Amersfoort
samenvatting bevat:
- specialistische kennis van medicijnen die effect hebben op de functies van het oog
- kennis van anatomie, fysiologie en pathologie van het oog
- specialistische kennis van oogheelkundig (meet)instrumentarium
- kennis van optica om de hoogst haalbare ...
Inleiding Optica
- Lichtgolven, lichtstraal
o De richting waarin de golven zich bewegen
o De lichtstraal staat loodrecht op de golffronten
- Medium
o Drager van materie of golven → alles dat licht doorlaat (lucht, water, de ooglens)
o Een lichtstraal, die de grens tussen twee verschillende media passeert, wordt bij de
doorgang van het grensvlak enigszins afgebogen
o Er ontstaat versnelling of vertraging bij de overgang van het ene medium naar het
andere.
- Dioptrie
o Dpt
o De eenheid voor sterkte van een lens
o De sterkte van een lens is de lichtbrekende kracht.
o De sterkte heeft te maken met afstand en kromming
o Bij een grote afstand → kleine dpt waarde
o Bij een kleine afstand → grote dpt waarde
o Bij een sterke kromming → hoge dpt waarde
o Weinig kromming → lage dpt waarde
▪ Een kleine bal heeft een sterkere kromming dan een grote bal.
- Afstand
o Door te kijken naar iets dichtbij treedt er accommodatie op zodat de ooglens boller
wordt.
o Door de toegenomen kromming ontstaat een hogere dioptrie waarde zodat ook bij
divergerende lichtstralen het brandpunt op het netvlies gebracht kan worden.
o Je kunt de afstand ook in dpt waarde weergeven. → geeft de mate van kromming
aan van het golffront dat afkomstig is van het punt waar je naar kijkt.
- Dioptrie waarde van het golffront
o 1 : afstand (in meters)
Astigmatisme
- Een refractieafwijking
- Ongelijke breking in het oog
- Het verschil in kromming bepaalt de graad van astigmatisme
- Geen astigmatisme?
o Overal dezelfde kromming
o Ook bij myopie en hypermetropie (zonder astigmatisme) is de cornea in alle
richtingen even rond
o Sferische vorm → vorm van een voetbal.
- Als er twee verschillende krommingen zijn is de vorm niet meer rond maar meer langwerpig
o In de ene richting is de kromming sterker dan in de andere richting
o De richting van de correctie (de –cillinder) komt overeen met de richting van de
minste kromming
- astigmatisme zit in
o De cornea
o De lens
, o Soms in het achtervlak van de cornea
- Correctie astigmatisme
o Correctie met een torische lens
▪ Een lens die in twee onderling loodrechte richtingen twee verschillende
sterktes heeft
o In een bril → de as van de min cilinder in de bril ligt evenwijdig aan de vlakste van de
twee verschillende krommingen
- Schuin astigmatisme
o Als de as rond de 45 of 135 ligt
- Astigmatisme volgens en tegen de regel
o Volgens de regel → de vlakste as ligt horizontaal –
o Tegen de regel → de vlakste as ligt verticaal |
-
Kromming
- De kromming kun je uitdrukken in dpt of mm
- Hoe meer kromming, hoe meer dpt
- Een kleine cirkel is meer, sterker dan een grote cirkel.
- Bij millimeters → radius → afstand van een willekeurig punt op de rand van de cirkel tot het
middenpunt
o Hoe meer kromming er is, hoe lager het getal in mm
Tabo schema
Sterkte van de cilinder
- De sterkte van de cillinder correctie wordt bepaald door het verschil in beide krommingen
- Is het verschil groot is de cilindersterkte hoog
- Sterkte van de cilinder, graad van astigmatisme
o De kromming van de cornea kunnen we meten en aflezen in dpt
o Als de horizontale kromming (op 180 gr) 41 dpt is en de verticale kromming (90 gr)
42 dan is er sprake van 1 dpt cornea astigmatisme volgens de regel
Emmetropie
- Een oog zonder refractieafwijking
- Er wordt dus zonder hulpmiddelen scherp gezien
- Het brandpunt valt precies op het netvlies
, -
Het optische systeem
- Cornea → 42 dpt
- Iris → ong 1-8 mm
- Ooglens → 18 dpt
- Retina
Refractie afwijking
- Door verhoudingen van het oog komt het brandpunt van de invallende lichtstralen niet op
het netvlies
- Zonder hulpmiddelen wordt er niet scherp gezien
Ametropie
- Het oog kan niet scherp zien zonder hulpmiddelen
- Er is sprake van een refractie afwijking maar ‘’ametropie’’ geeft niet aan wat voor soort
refractie afwijking
o Myopie
▪ Brandpunt bereikt het netvlies niet, oog is in verhouding ‘’te lang’’
▪ Bijziend en ziet goed nabij
▪ De oogfout is + de correctie is –
▪ Dit bereik je met een glas dat de lichtstralen niet sterker verzamelt maar juist
verspreidt
• Een hol glas → concave lens → de lichtstralen divergeren
(verspreiden)
▪
o Hypermetropie
▪ Het brandpunt gaat voorbij het netvlies, het oog is in verhouding ‘’te kort’’.
▪ Verziend, ziet goed in de verte
▪ De oogfout is -, de correctie is +
▪ Dit bereik je met een glas dat de lichtstralen sterker afbreekt, dus verzamelt
(convergeren) → convexe lens
▪
o Astigmatisme
, ▪ Zie stuk hierboven
o Presbyopie
Presbyopie
- Ouderdomsverziendheid
- Het lezen met het ouder worden steeds moeilijker.
- Lezen
o Op korte afstand (ongeveer 33 cm)
o Het licht dat op je boek weerkaatst divergeert
o Je optische systeem moet een extra inspanning leveren om het brandpunt op het
netvlies te brengen. → accommodatie
- Accommodatie
o Het brandpunt om het netvlies brengen. Kost extra inspanning.
o Ooglens hangt aan de zonulavezels
o In de zonulavezels bevindt de accommodatiespier.
o Door het aanspannen van de accommodatiespier
▪ Ooglens boller
▪ Hogere dioptriesterkte.
o
o Door de hoge dpt sterkte is het oog in staat om de divergerende lichtstralen van je
boek dusdanig te breken dat het brandpunt op je netvlies komt.
o Makkelijk bij een jong oog, moeilijker naarmate we ouder worden.
o Vb
▪ 20 jaar → ongeveer 10 dpt accommoderen
▪ 30 jaar → ongeveer 8 dpt
▪ 40 jaar → ongeveer 6 dpt
▪ 60 jaar → ongeveer 1 dpt
o Accommodatievermogen
▪ Accommodatievermogen dat nog aanwezig is → wordt niet altijd ingezet.
- Correctie presbyopie
o Mensen tussen 40-45 jaar merken dan lezen moeilijker gaat.
o Men probeert de leesafstand te vergroten
▪ De lichtstralen divergeren dan wat minder zodat je kunt lezen met minder
extra inspanning
o Ook de verlichting opvoeren helpt
▪ Vooral ’s avonds bij kunstlicht een goede leeslamp gebruiken
o Zodra lezen niet meer lukt → leesbril
o Is altijd + ten opzichte van de vertecorrectie
o Als er ook sprake is van myopie, hypermetropie of astigmatisme dan wordt deze +
sterkte opgeteld bij de vertesterkte (lees additie)
o Sterkte globaal
▪ 40 jaar → +1.00
▪ 50 jaar → +2.00
▪ 65 jaar → +2.50 tot max. +3.00
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sigridmooibroek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.