Wat is onderzoek?
Onderzoek doen is het analyseren van een probleem of een situatie volgens een bepaald
stappenplan. Werken volgens een stappenplan is een systematische aanpak. De hulpmiddelen die je
hierbij gebruikt zitten in een ‘toolkit’. Alles wat je nodig hebt zit daarin.
Waarom doe je onderzoek?
Onderzoek doe je om vragen te beantwoorden of problemen aan te pakken. Overal liggen vragen en
problemen die om een antwoord vragen; een antwoord dat je het beste vindt door te werken
volgens een systematische aanpak. Een onderzoek kan worden ingezet om dingen duidelijk op een
rijtje te zetten, als het een goed overzicht geeft van hoe dingen in elkaar zitten. ‘Goed onderzoek’
doen betekent niet zozeer dat je de juiste antwoorden kunt geven, het betekent dat je de juiste
vragen kunt stellen.
Onderzoek is als een reis
Je start met het idee voor een project, of er ligt al een vraag vanuit het werkveld. Dit werk je uit, je
zoekt er bronnen bij, je stelt de hoofdvraag voor je onderzoek en je maakt een plan. Je ontwikkelt
bepaalde verwachtingen over de uitkomst. Vervolgens verzamel en verwerk je gegevens. Tot slot
evalueer en rapporteer je de resultaten en presenteer je de aanbevelingen.
Hulpmiddelen haal je uit je ‘toolkit’
Tijdens je onderzoek gebruik je een ‘toolkit’ met hulpmiddelen: uitgangspunten, instrumenten en
aanwijzingen. Ze vormen de basis van je project.
Eenvoudig of complex
Als je wilt leren hoe je onderzoek moet doen, moet je niet alleen kennis halen uit een boek. Door het
uitvoeren van een onderzoek moet je alle opgedane kennis en vaardigheden in praktijk brengen.
Informeel of systematisch
Informele observatie: je laat je misschien leiden door je eigen referentiekader om conclusies te
trekken.
Systematische observatie: met een vastgesteld stappenplan, zonder van tevoren een uitkomst in
gedachten te hebben.
1.1 Uitgangspunten van onderzoek
Praktische aandachtspunten
Eerst maak je een onderzoeksplan, je formuleert een probleemstelling, je kijkt of andere mensen al
eerder onderzoek hebben gedaan naar jouw probleem. Je bepaalt de deadline en het budget. Je
overlegt met je begeleider, opdrachtgever en medeonderzoekers.
Markers
Er zijn ook diepgaander uitgangspunten, zeg maar basisprincipes van onderzoek doen. Dat wordt ook
wel methodologie genoemd. Zo kun je onderscheid maken tussen fundamenteel en praktijkgericht
onderzoek, tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek en tussen inductie of deductie.
,1.1.1 Fundamenteel of praktijkgericht onderzoek
Fundamenteel: voor studenten aan de uni. Hierbij beantwoord je meestal vragen om kennis te
ontwikkelen kennisvragen. Belangrijk voor de wetenschap.
Praktijkgericht: voor studenten aan het hbo. Hierbij houdt je je meer bezig met het oplossen van van
praktijkproblemen praktijkvragen. Belangrijk voor de maatschappij.
Soms komt het voor dat een kennisvraag die wordt beantwoord een goede oplossing van een
praktijkprobleem vormt. In dit geval is fundamenteel onderzoek ook praktijkgericht.
1.1.2 Kennis- of praktijkvragen
Kennisvraag: deze beantwoord je met behulp van fundamenteel onderzoek.
Praktijkvraag: afkomstig uit het de dagelijkse praktijk. Het antwoord levert handvatten op waarmee
je praktijkproblemen kunt oplossen.
In praktijkgericht onderzoek kun je ook kennisvragen beantwoorden en in fundamenteel onderzoek
kun je ook praktijkvragen onderzoeken.
1.1.3 Kwalitatief of kwantitatief
Kwalitatief: onderzoeker voert onderzoek uit in het veld/werkelijkheid. De onderzoeker onderzoekt
de onderzochte personen in de omgeving als geheel holisme. Je beschouwt een ervaring dan als
onderdeel van de hele belevingswereld van personen en niet als een opzichzelfstaand feit. Daarmee
is het interpretatief van aard. Nadruk ligt op bete kennis die de onderzochte vanuit eigen
achtergrond aan een situatie geeft.
Kwantitatief: je gebruikt cijfermatige informatie: gegevens in cijfers over objecten, organisaties en
personen. Als onderzoeker ken je aan deze gegevens een getal toe. Met dit getal kun je een
objectieve meting uitvoeren. Nadruk ligt op het meetbaar maken van verschijnselen en op
generalisatie. Het objectief meten van kenmerken en een geldige, algemene conclusie trekken.
Ze twee methodes kunnen elkaar goed aanvullen en naast elkaar worden ingezet.
Triangulatie en mixed method-benadering
Als je een probleemstelling vanuit meerdere perspectieven wilt bekijken, dan kun je verschillende
methoden om gegevens te verzamelen combineren. Dit noem je triangulatie. Dit wordt gebruikt om
de kwaliteit van het onderzoek te verhogen.
Bij Mixed Method-benadering kies je een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve
dataverzamelingsmethoden om je vraag te beantwoorden.
1.1.4 Inductief of deductief
Als je inductief onderzoek doet, is er van tevoren geen theorie bekend. Het doel van de onderzoeker
is dan om gaandeweg deze theorie te ontwikkelen. Dit betekend dat er aan de hand van observaties
uitspraken gedaan worden. Dit wordt vooral gebruikt bij kwalitatief onderzoek. Inductief onderzoek
is dus theorievormend. Iteratie (herhaling) is daarbij een leidend principe, want dit leidt tot een
hogere kwaliteit van resultaten.
Bij deductief onderzoek formuleert de onderzoeker verwachtingen aan de hand van bestaande
theorieën en modellen. Hij verzamelt en analyseert gegevens om zo na te gaan of deze theorieën
standhouden. Dit is theorie toetsend.
Inductie en deductie vullen elkaar dus eigenlijk aan: je ontwikkelt een theorie op een inductieve
manier. Daarna ga je met behulp van deductie na of deze theorie waar is.
, 1.2 Regels voor kwaliteit van onderzoek
Ten eerste zijn er regels voor de eigenschappen van de onderzoeker zelf. Ten tweede zijn er
kwaliteitscriteria voor de uitvoering van onderzoek en de interpretatie van de resultaten. In
praktijkgericht onderzoek heet: methodische grondigheid.
1.2.1 Kenmerken van een kritische onderzoeker
Houding
Een kritische onderzoeker herken je aan zijn of haar houding. Die houding moet onafhankelijk zijn.
jouw persoonlijke mening over situaties doet er niet toe. Daarom is het belangrijk dat je als
onderzoeker streeft naar openheid van je onderzoek. Deze houding is belangrijk bij fundamenteel en
wetenschappelijk onderzoek. Als jouw resultaten door ander onderzoek worden tegengesproken,
dan is jouw onderzoek niet minder van kwaliteit, maar het is weerlegd.
Deze wetenschappelijke houding is van belang, omdat je onderzoeksresultaten hiermee sterker
komen te staan.
Een kritische houding is belangrijk omdat je dan kritisch naar je eigen onderzoek kunt kijken, het
onderzoek van anderen niet zomaar voor waar te nemen en kritische vragen te stellen.
Kennis
Kennis van methoden is en blijft een belangrijk onderdeel van het doen van onderzoek. Je moet altijd
weten welke onderzoeksmethoden er zijn, welke criteria deze hebben en wat de voor- en nadelen
van het toepassen van bepaalde methoden zijn. Je moet ook kennis hebben over het onderwerp van
je onderzoek. Dit is kennis die je per keer kunt opdoen of opfrissen. Je kunt informatie opzoeken over
het onderwerp, je kunt je inlezen.
Vaardigheid
Je krijgt vaardigheid in het doen van onderzoek door er actief mee bezig te zijn.
Betrouwbaarheid
Betrouwbaarheid van onderzoek is de mate waarin het onderzoek vrij is van toevallige fouten. Dat
zijn afwijkingen in je onderzoek die niet controleerbaar zijn, die door onbekende factor worden
veroorzaakt. Het onderzoek moet herhaalbaar zijn onderzoek moet opnieuw tot dezelfde
resultaten leiden.
Toetsbaarheid van uitspraken
Een onderwerp, vraag of uitspraak moet toetsbaar zijn.
Speculatief: niet op feiten gericht.
Subjectief: je eigen mening.
De bedoeling van onderzoek is juist om uitspraken te doen die getest kunnen worden.
Onderzoek wil weerlegbaar zijn. Dit betekent dat andere onderzoekers een idee of verwachting door
middel van goed onderzoek moeten kunnen bevestigen of juist weerleggen.
Het onderwerp moet eenduidig zijn voor 1 uitleg vatbaar
Het onderzoek moet openbaar zijn. Openbaarheid van uitspraken leidt er ten slotte toe dat andere
onderzoekers jouw uitspraken opnieuw kunnen testen. Zo wordt onderzoek repliceerbaar. Deze
herhaalbaarheid is een belangrijke voorwaarde om de betrouwbaarheid te kunnen onderzoeken.
Het criterium toetsbaarheid van uitspraken is vooral van toepassing op kwantitatief onderzoek
Informativiteit
Het informatiegehalte van je uitspraken moet maximaal zijn. om een uitspraak te kunnen toetsen
moet je die wel heel nauwkeurig formuleren. Voorbeelden p. 34.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller estherbonhof. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.