1.1
Woningnood is groot op de woningmarkt tegenwoordig. Terwijl iedereen een huis zou moeten
kunnen krijgen naar zijn of haar portemonnee. Tegenwoordig zijn veel problemen
-Jonge mensen kunnen geen huis vinden of moeten lang wachten
dit leidt ertoe dat veel mensen soms op plekken moeten wonen waar ze niet willen wonen
-oude mensen kunnen hun woning niet uit omdat ze geen plek hebben om naartoe te gaan
- Koopwoningen zijn extreem duur geworden in sommige delen van het land.
1.2.1
Voor de tweede wereldoorlog was het aan particuliere verhuurders om huisvesting te regelen. Dit
was toentertijd heel aantrekkelijk wegens de regelmaat van huurinkomsten en stijgende waarde van
vastgoed. Ook institutionele bellegers (bedrijven die beleggen) zoals pensioenfondsen en andere
bedrijven was het investeren in vastgoed ook een goede deal.
de verdeeldheid particulier verhuur, corporatie en eigen woning
In de tweede helft van de 1800 jaren kwam de industrialisatie op rolletjes. Arbeiders gingen naar de
steden om daar te wonen, maar de omstandigheden hier waren super slecht en er was niet genoeg
woongelegenheid voor iedereen. De al te kleine woningen werden gesplitst voor meer gezinnen. Aan
het einde van de 19de eeuw kwamen er revolutiebouw op gang (vooral in Amsterdam). Deze
woningen waren zo slecht gebouwd en de overheid had hier geen toezicht op. In de jaren 30 kwam
pas een riool in de Amsterdamse binnenstad. Iedereen zag op een gegeven moment dat arbeiders
niet konden werken als hun woningsituatie ook slecht was, dus in 1852 werd de eerste coöperatieve
bouwvereniging opgericht.
,woningwet van 1901
na een tijdje kon de overheid er niet meer aan ontsnappen en moest deze wel wat doen. De
omstandigheden voor mensen waren te erg en er moest wat gebeuren. Uit angst voor onrust en de
gezondheid van het volk werd de WW (woningwet) opgesteld. De wet is na wat verandering nu nog
steeds in werking. De wet zorgde ervoor dat het bouwen van slechte en ongezonde woningen
onmogelijk werd gemaakt. De wet had best wel wat voorschriften die door gemeenten waren
opgesteld. Bijvoorbeeld:
-het toilet mag niet uitkomen op de keuken
- elke slaapkamer moet minstens 1 raam hebben.
- elke kamer moet een minimale grote hebben.
de huizen kregen veel dingen die wij tegenwoordig ook hebben alleen de badkamer nog niet. Niet
iedereen kon dit betalen toentertijd daarom kwamen er nog veel badhuizen in veel buurten. Naast
veel nieuwbouw moesten gemeenten er ook voor zorgen dat oudbouw ook hard aan werd gepakt.
Alle bouweisen werden vastgelegd door gemeentes in de Bouwverordening. Ook moesten
particulieren een vergunning aanvragen als deze iets wilden bouwen en deze kreeg je als je aan alle
dingen van de bouwverordening. Voor het controleren kreeg een gemeente dan ook een DBW of
een dienst bouw- en woningtoezicht. De overheid kon veel meer zoals onteigening en
onbewoonbaarverklaringen uitdelen.
toegelaten instellingen***
ook kon er met de woningwet geregeld worden wie financiële steun en een akkoord kreeg voor het
bouwen van sociale woningbouw. Omdat dit bouwen te duur en moeilijk werd voor particulieren
kregen toegelaten instellingen deze keuze. Deze instellingen waren woningbouwverenigingen.
Hoogte van de huur**
Er is ook veel overleg geweest over de maximumhuurprijs. Doordat er te weinig woningen waren en
de lonen te laag waren konden op een bepaald moment weinig mensen meer gaan huren.
, Volksvesting in de verzorgingsstaat
woningnood na de tweede wereldoorlog
na de tweede wereldoorlog moest heel nederland opnieuw gebouw worden oftewel de
wederopbouw. Ons land was helemaal leeg geslurpt door de oorlog en er was dus hele erge
armoede. Van de 9 miljoen Nederlanders moesten er 300.000 een nieuw huis hebben en dit was zelfs
zonder de babyboom erbij te rekenen. Het herstellen van de economie had voorang gekregen en dit
was dus een prioriteit.
er waren een paar factoren waardoor er een woning tekort was
- de babyboom
- de verwoesting van veel huizen
- veel Nederlands-Indiërs kwamen hier naartoe
door het tekort gingen ook zo’n 500.000 mensen weg. De industrie moest eerst op zijn voeten komen
en de woningbouw zou afhangen van de conjuctuur op dat moment
opbouw van verzorgingsstaat
na de oorlog wilde Nederland zich richten op het bouwen van een verzorgingsstaat. In deze staat was
zorg een recht en werd je geholpen door de overheid. Er komen meer risico’s bij in zo’n samenleving
en je moet meer afdragen aan de overheid maar je krijgt er vaak veel dingen voor terug. Over de
voorzieningen zijn altijd 4 vragen aan de orde
- wie heeft er recht op? Universeel of specifiek
- hoe worden ze verstrekt? In cash, natura of kan er gewoon gebruik van gemaakt worden
- hoe worden ze georganiseerd? Landelijk door de overheid of lokaal door gemeente/provincie.
- hoe worden ze gefinancierd? Belasting of andere premies
artikel 22.2 van de grondwet luidt: bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van
zorg der overheid. Dit betekend dat de overheid zich letterlijk moet inzetten voor de hoeveelheid
woningen in nederland, maar dit betekend niet dat je een woning zomaar kan claimen met deze wet.
De wet luidt niet dat iedereen individueel recht heeft op een woning. Volkshuisvesting is daarom ook
een onderdeel van het welzijn van de mensen.
de overheid heeft 3 taken op het gebied van vastgoed:
Bouwen- de overheid moet genoeg woningen erbij bouwen zodat niemand zonder woning komt te
zitten. De overheid regelt dat wel maar door het tempo dat het gebeurd beginnen veel woningen op
elkaar te lijken
Verdelen- de overheid bepaalt wie in welke woning mag komen door ze te verdelen onder
corporaties en particuliere verhuurders.
financieren- de overheid helpt het stimuleren van de woningbouw door er veel geld in te stoppen.
Door dit geld wordt het aantrekkelijk voor andere mensen om te bouwen en kan het woningtekort
tegen worden gegaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jankajuiter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.91. You're not tied to anything after your purchase.