In deze uitgebreide samenvatting komen alle besproken casussen aanbod. De samenvatting is erg gestructureerd d.m.v. hoofdstukken/paragrafen en verwijzingen inc. hyperlinks.
De samenvatting bevat de volgende hoofdstukken: Begrippenlijst, Geneesmiddel overzicht (werkingsmechanisme, CYP-interactie...
Alle hoofdstukken/ paragrafen die gelezen moesten worden in de cursus fa-ma102: antidepressiva, anti
April 14, 2021
April 14, 2021
107
2020/2021
Summary
Subjects
farmacie
farmacie
fa ma
master
102
farma
farmacotherapie
maat
farmacotherapie op maat
uitgebreid
angststoornissen
bipolaire
stoornis
bipolaire stoornis
ssri
snri
tca
depressie
therapie
op
samenvatting
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
More summaries for
COMPLETE TEST BANK FOR STAHL'S ESSENTIAL PSYCHOPHARMACOLOGY: NEUROSCIENTIFIC BASIS AND PRACTICAL APPLICATIONS 4TH EDITION BY STEPHEN M. STAHL (AUTHOR), NANCY MUNTNER (ILLUSTRATOR)| ALL CHAPTERS INCLUD...
Test Bank For Stahl's Essential Psychopharmacology Neuroscientific Basis and Practical Applications 5th Edition | Complete Guide 2024
TB Stahls Essential Psychopharmacology 4th Edition Test Bank | Questions And Answers Graded A+
All for this textbook (37)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Farmacie
FA-MA102 (FAMA102)
All documents for this subject (7)
3
reviews
By: carvanrooij • 1 year ago
By: kirangangarampanday • 1 year ago
By: NeslihanÖzbilen • 1 year ago
Seller
Follow
Michelle1802
Reviews received
Available practice questions
FA-MA102 Farmacotherapie op maat flashcards met vragen over de leerstof
Flashcards94 Flashcards
$3.212 sales
Flashcards94 Flashcards
$3.212 sales
Some examples from this set of practice questions
1.
Werkingsmechanisme SSRI?
Answer: Inhibitie van SERT --> toename 5HT in de synaps --> downregulatie/ receptormodificatie van de 5HT receptoren (5HT1A)
2.
Bijwerkingen SSRI
Answer: Ezelsbruggetje 4x S
- maag-darmstoornissen (schijten) --> 5HT3
- seksuele bijwerkingen (seks) --> 5HT2A
- slaapstoornissen (slaap) --> H1
- Suïcidale gedachten (suïcide) --> bij jongvolwassen 18-25 jaar
- initiële toename angst, doordat de receptoren nog niet zijn aangepast
3.
Werkingsmechanisme SNRI
Answer: - SERT & NET blokkade --> verhoging 5HT & NA --> receptormodificatie/downregulatie 5HT zorgt voor antidepressieve effect
venlafaxine geeft NET blokkade bij doseringen hoger dan 150 mg
Answer: Per TCA verschillend, maar in het algemeen:
- SERT blokkade
- NET blokkade
- M1 blokkade
- H1 blokkade
- alfa 1 blokkade
- blokkade spanningsafhankelijke natirumkanalen
Answer: alleen de serotonerge TCA\'s: clomipramine & imipramine
worden ingezet bij paniekstoornis, niet echt bij GAS. alleen als depressie een comorbiditeit is
bij SAS niet onderzocht
8.
Bij welke 2 SSRI\'s oppassen met switchen naar andere antidepressiva?
Answer: paroxetine: sterke CYP2D6 inhibitor, korte halfwaardetijd & M1 antagonist. Hierdoor snel onttrekkingsverschijnselen, ook bij switchen naar een andere SSRI door cholinerge ontrekking
fluoxetine: sterke CYP2D6 en CYP2C19 remmer. Erg lange halfwaardetijd: 4-6 dagen, voor norfluoxetine: 4-16 dagen. bouwt zichzelf hierdoor af. bij switchen wel opletten bij middelen die op een andere manier werken: farmacodynamische interacties.
9.
werkingsmechanisme mirtazapine
Answer: -blokkeert de alfa 2 receptor --> remt de remming op serotonerge neuron --> meer 5HT afgifte
- blokkeert de 5HT2A & 2C receptor --> minder seksuele bijwerkingen & zeer kleine kans op serotoninesyndroom (2A)
- blokkeert de 5HT 3 receptor --> minder misselijkeheid
- blokkeert de H1 receptor (grote affiniteit) --> sedatie, off-label ook slaapmiddel (dosering: 7,5 mg).
10.
bijwerkingen mirtazapine
Answer: sedatie
gewichtstoename, toename eetlust
droge mond
duizeligheid
tremor
, Definitie; Dementie ......................................................................................................................................... 89
Subtypen; Dementie........................................................................................................................................ 89
De ziekte van Alzheimer ........................................................................................................................ 90
Vasculaire Dementie.............................................................................................................................. 90
Lewy-Body Dementie ............................................................................................................................. 90
Fronto-temporale Dementie .................................................................................................................. 91
Beloop; Dementie............................................................................................................................................ 91
Mini-Mental state examination (MMSE) ............................................................................................... 91
Alzheimers’s Disease assessment scale-cognitieve subscale (ADAS-Cog) ............................................. 91
Risicofactoren; Dementie ................................................................................................................................ 92
Pathofysiologie ziekte van Alzheimer; Dementie............................................................................................ 92
De amyloïde cascade hypothese ........................................................................................................... 93
Apolipoproteïne E .................................................................................................................................. 94
Samenhang neurofibrillarie Tangles en amyloïde plaques.................................................................... 96
De cholinerge deficiëntie hypothese voor vergeetachtigheid bij dementie .......................................... 96
Glutamaat hypothese voor cognitieve deficiëntie bij de ziekte van Alzheimer ..................................... 96
Symptomen; Dementie ................................................................................................................................... 97
Beleid; Dementie ............................................................................................................................................. 98
(Symptomatische) behandeling dementie............................................................................................. 98
Behandeling van neuropyschiatrische verschijnselen/ probleem gedrag bij dementie ........................ 99
Evidence; Dementie ........................................................................................................................................ 99
Rivastigmine ........................................................................................................................................ 100
Donezepil ............................................................................................................................................. 100
Galantamine ........................................................................................................................................ 100
Memantine .......................................................................................................................................... 100
ADL en gedrag ..................................................................................................................................... 100
Cognitie ............................................................................................................................................... 100
Globale klinische indruk door de behandelaar en mantelzorger ......................................................... 100
Bijwerkingen ........................................................................................................................................ 101
Switchen van antidepressiva ............................................................................................................ 102
Serotoninesyndroom..................................................................................................................................... 102
Belangrijkste CYP-interacties......................................................................................................................... 103
Onttrekkingsverschijnselen ........................................................................................................................... 104
Voorbeelden van switch schema’s ................................................................................................................ 104
Universiteit Utrecht Pagina 6 van 107
,Sommige aspecten worden in meerdere hoofdstukken/paragrafen veelvuldig herhaald, deze zijn ook zo vaak
in de colleges herhaald en dus erg belangrijk voor het tentamen.
Universiteit Utrecht Pagina 7 van 107
,Inleiding FA-MA102 Farmacotherapie op maat
Doelstelling
In de cursus Farmacotherapie op maat staat de individuele farmacotherapeutische behandeling van de
patiënt centraal. Belangrijke aspecten hierbij zijn farmacologische, fysisch-chemische en
farmacotherapeutische eigenschappen van geneesmiddelen, de aangetoonde effectiviteit van
geneesmiddelen en individuele patiëntkenmerken zoals farmacogenetisch profiel, co-medicatie en co-
morbiditeiten. Deze aspecten komen in de cursus Farmacotherapie op maat aan de orde en worden
toegespitst op de aandoeningen (therapieresistente) depressie, angst, bipolaire stoornis, schizofrenie en
dementie. Het doel van de cursus is dat je inzicht krijgt in een zo optimaal mogelijke behandeling van de
patiënt met bovenstaande aandoeningen, waarbij je rekening houdt met individuele patiëntkenmerken.
Leerdoelen
Na afronding van de cursus ben je in staat:
Aan te geven welke hersenstructuren en neurotransmittersystemen betrokken zijn bij de regulatie
van stemming en gedrag
Recente biomedische verklaringsmodellen, het klinisch beeld en het beloop van een aantal
psychiatrische en neurodegeneratieve aandoeningen te beschrijven, waaronder bipolaire stoornis,
angststoornissen, (therapieresistente) depressie, schizofrenie en dementie
De farmacologische aangrijpingspunten van de meest gangbare farmaca bij de hierboven genoemde
aandoeningen te beschrijven, en, indien mogelijk, te verklaren wat de relatie is met het
therapeutische effect van deze farmaca
De belangrijkste en/of meest voorkomende bijwerkingen van de meest gangbare geneesmiddelen te
benoemen en, indien mogelijk, te verklaren
De aangetoonde effectiviteit van de verschillende behandelmethoden te beschrijven
Het gangbare medicamenteuze beleid van de hierboven genoemde aandoeningen te beschrijven en
kritisch te beoordelen
Een weloverwogen voorstel uit te brengen voor de keuze van een specifiek product op basis van
biofarmaceutische en farmacokinetische kenmerken
De kennis over kenmerken van patiënt, farmacon, product en aangetoonde effectiviteit toe te passen
in medicatiebeleid en behandeling van een individuele patiënt
De meest gangbare klinische meetmethoden voor de diagnose en effectiviteit van de behandeling,
met betrekking tot de genoemde aandoeningen, te interpreteren
De belangrijkste farmacokinetische en farmacodynamische interactiemechanismen te beschrijven
Belangrijke (ernstige en/of veelvoorkomende) interacties en contra-indicaties bij deze
geneesmiddelen te beoordelen tegen de klinische achtergrond van de individuele patiënt (o.a.
risicofactoren en bepalen klinische relevantie) en adequaat af te handelen
De best passende farmacotherapie rondom zwangerschap en borstvoeding voor een individuele
patiënt te evalueren
Een patiënt adviseren bij het starten, switchen, toevoegen of afbouwen van psychofarmaca
Biomarkers te classificeren op basis van het beoogde doel van het meten van de marker (o.a.
vaststellen van risico, diagnose, prognose, behandelrespons)
Dosisadviezen kunnen geven op basis van farmacogenetica en TDM bij psychofarmaca
Advies te geven over therapietrouw aan de patiënt
In een gecontroleerde omgeving adequaat om te gaan met de emoties van een patiënt (over ziekte of
medicatie)
In een gecontroleerde omgeving een slecht nieuws gesprek op professionele wijze te voeren
Een geneesmiddel gerelateerde vraag van een individuele patiënt in een e-mail in correct en duidelijk
Nederlands te beantworoden
Universiteit Utrecht Pagina 8 van 107
, In een algemene brief in correct en duidelijk Nederlands een patiëntengroep te informeren over
geneesmiddelen en achtergronden van aandoeningen, informatiebijeenkomsten of
overheidsmaatregelen.
Plaats in het curriculum
De cursus MA102 Farmacotherapie op maat is de tweede cursus in de master Farmacie. Samen met de
cursussen MA101 Chronische aandoeningen en MA103 Individuele productzorg vormt MA102 een goede
basis voor de cursussen MA104 Farmacie in praktijk en MA107 Polyfarmacie. In deze laatste twee cursussen
worden de kennis en competenties die in de eerste drie cursussen afzonderlijk zijn getoetst, geïntegreerd en
in praktijksituaties aangeboden. De cursus Farmacotherapie op maat bereidt ook voor op de cursussen
MA202 Klinische farmacie en MA303 Geïntegreerde patiëntenzorg.
Voorkennis
In de cursus Farmacotherapie op maat verwachten we dat je voorkennis bezit over:
De hersenstructuren en neurotransmitters die betrokken zijn bij de regulatie van stemming en gedrag
De pathogenese en kenmerken van de aandoeningen depressie, angststoornissen en schizofrenie
De werkingsmechanismen en bijwerkingen van antidepressiva, anxiolytica, antipsychotica en
benzodiazepines
Deze voorkennis heb je bijvoorbeeld kunnen opdoen tijdens de cursus BA301 Psychofarmacologie (bachelor
Farmacie) of tijdens andere relevante vakken in een andere bacheloropleiding. Tevens heb je voor de start
van de master Farmacie een literatuurmap ontvangen met informatie over deze onderwerpen. Daarnaast
verwachten we dat je de kennis uit de cursus MA101 Chronische aandoeningen kunt toepassen bij de
medicatiebeoordeling van een patiënt.
Op het gebied van de productzorg gaan we ervanuit dat je je bewust bent van de relatie tussen enerzijds de
(fysisch-chemische, biofarmaceutische en farmacokinetische) eigenschappen van de werkzame stof en de
toedieningsvorm en anderzijds het farmacotherapeutisch effect van het geneesmiddel.
We verwachten dat je een gestructureerd gesprek met een patiënt (luisteren, samenvatten, doorvragen) kunt
voeren bij een eerste en tweede uitgifte van een geneesmiddel. Op het gebied van schriftelijke communicatie
verwachten we dat je een gestructureerde tekst in correct Nederlands kunt opstellen.
Universiteit Utrecht Pagina 9 van 107
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Michelle1802. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.86. You're not tied to anything after your purchase.