Probleem 2 (Feit of fictie?) van blok 3.3 Interculturele pedagogiek.
Samenvatting over etnische verschillen in probleemgedrag. Behandeld worden verschillende theorieën, daadwerkelijk gevonden verschillen en verklaringen hiervoor.
PROBLEEM 2. FEIT OF FICTIE?
LITERATUUR
- Stevens (2018) – Psychische problematiek bij jeugdigen met een
migratieachtergrond
- Stevens & Volleberg (2008) – Mental health in migrant children
- Delforterie, Verweij, Creemers, Van Lier, Koot, Branje & Huizink (2016) –
Parental socialisation
- Duinhof, Smid, Vollebergh & Stevens (2020) – Immigration background and
adolescent mental
- Jansen, Raat, Mackenback, Jaddoe, Hofman, Van Oort, Verhulst & Tiemeier
(2010) – National
- Yaman, Mesman, Van IJzendoorn & Bakermans-Kranenburg (2009) –
Perceived family stress
- Bean, Derluyn, Eurelings-Bontekoe, Broekaert & Spinhoven (2007) –
Comparing psychological
- Van Oort, Joung, Van der Ende, Mackenback, Verhulst & Crijnen (2006) –
Internalsing and
WELKE THEORETISCHE PERSPECTIEVEN ZIJN ER OVER ETNISCHE VERSCHILLEN IN
PROBLEEMGEDRAG?
Twee theoretische perspectieven m.b.t de relatie tussen migratie en psychische
problematiek zijn het stress- en het veerkracht-perspectief.
STRESS-PERSPECTIEF STEVENS (2018)
Migratie wordt vaak gezien als een stressvolle gebeurtenis, wat kan leiden tot
psychische problematiek.
- Het proces van migratie is stressvol;
o Je moet mensen achterlaten in herkomstland en een nieuw leven op
te bouwen in een nieuwe cultuur (met ander taal, normen en
waarden). Jongeren maken dit proces indirect mee via hun ouders.
o Asymmetrisch acculturatie: kinderen zijn positiever over de
waarden, normen en gebruiken van het ontvangende land dan hun
ouders intergenerationele conflicten en stress waardoor er
verhoogd risico is op psychische problemen.
o Proces van identiteitsontwikkeling; de jongeren moet kiezen hoe hij
zich wil verhouden tot het land van herkomst en de ontvangende
maatschappij. Dit kan leiden tot identiteitsontwikkeling met
vervreemding en psychische problemen. Een sterke oriëntatie op
beide culturen brengt de beste uitkomsten met zich mee.
- Confrontatie met vooroordelen en discriminatie; deze hebben materiële
consequenties (door lagere banenkans) maar hebben ook een risico op
angst, depressie en agressie.
o Social identity theory: etnische discriminatie is pijnlijk omdat het
gepaard gaat met het besef dat de etnische achtergrond (een
belangrijk deel van de identiteit) niet door anderen wordt
gewaardeerd, of zelfs afgewezen.
, 3.3 INTERCULTURELE PEDAGOGIEK
o Discriminatie zorgt voor een constant gevoel van dreiging (mensen
voelen zich het doelwit) en het roept een gevoel van een tekort aan
controle op over het eigen leven.
Er wordt verwacht dat de 2 e-generatie gevoeliger is voor
discriminatie, omdat zij meer dan de 1e-generatie volledige
participatie in de ontvangende samenleving verwachten en
nastreven.
- Mogelijk speelt de specifieke culturele achtergrond (d.m.v. waarden,
normen, sociale rollen en communicatiepatronen) van bepaalde
migrantengroepen een rol in het verhoogd risico op psychische problemen,
met name agressief, delinquent en oppositioneel gedrag. = Weinig
empirische ondersteuning.
o 2 modellen van Mohler waarin de psychische problematiek
gerelateerd is aan de culturele achtergrond:
Problem-suppression model: het gedrag van jongeren wordt
direct beïnvloedt door de culturele normen over
(on)acceptabel gedrag, omdat deze normen geïnternaliseerd
worden. Door internalisatie van normen en waarden die niet
gelden in de huidige maatschappij kan dit negatief effect
hebben, als dit gedrag bijvoorbeeld door andere niet
geaccepteerd wordt.
Adult-distress threshold model: cultuur heeft een indirect
effect op de psychische problemen, omdat ouders (en andere
volwassenen) bepaald gewenst gedrag bij kinderen
stimuleren terwijl ander ongewenst gedrag onderdrukt wordt.
Deze processen van stimuleren, onderdrukken en
internaliseren kan onvoorziene effecten hebben; jongeren
voelen zich te erg onder druk gezet wat kan leiden tot angst
en depressie.
Cultuur wordt overgebracht aan het kind via de ouders of
andere volwassenen. Doordat het kind bepaald gedrag moet
onderdrukken kan dit negatief effect hebben.
VEERKRACHTPERSPECTIEF STEVENS (2018)
Dit perspectief benadrukt het potentieel van migranten, dit potentieel kan
voortkomen uit kenmerken voorafgaand aan migratie (selectie) of uit de
ontvangen steun en het positieve perspectief op de toekomst na migratie
(invloed). Dit perspectief gaat er vanuit dat migratie niet hoeft te leiden tot
psychische problemen. Door de healthy migrant-effect en het immigratieparadox
gaat het beter dan verwacht mag worden op basis van o.a. SES.
- Healthy migrant-effect: benadrukt de vaardigheden van personen die
migreren. Dit model gaat uit van een selectieve migratie, waarbij enkel de
veerkrachtige het migratieproces aandurven en aangaan omdat het veel
cognitieve en emotionele vaardigheden vergt om de voorbereidingen te
treffen terwijl te resultaten ongewis zijn. De kinderen groeien op in een
veerkrachtig gezin.
o Er kan ook van uitgegaan worden dat ongelukkigen individuen, met
een verhoogd risico op psychische problemen migreert om ergens
anders geluk te vinden. = Geen empirisch bewijs voor.
- Immigratieparadox: veerkracht wordt bij dit perspectief gezien als het
gevolg van de positieve context van migranten nadat zij gemigreerd zijn.
Migranten ontvangen veel steun van hun eigen etnische groep en jongeren
hebben hoge academische aspiraties, beiden zijn beschermfactoren.
Hierdoor gaat het beter dan verwacht mag worden op basis van SES.
, 3.3 INTERCULTURELE PEDAGOGIEK
CONCLUSIE LEERDOEL
Door de grote variantie in resultaten m.b.t. de psychische problemen kan gesteld
worden dat zowel het stress- als het veerkrachtperspectief relevant is voor het
begrijpen van de situatie van jeugdigen met een migratieachtergrond in
Nederland en Vlaanderen. Of er sprake is van stress of veerkracht hangt af van
het type probleem, de etnische achtergrond en de informant.
+ no-group difference hypothese, group difference hypothese & hypotheses van
Duinhof kan meegenomen worden bij dit leerdoel.
ZIJN ER VERSCHILLEN IN PROBLEEMGEDRAG TUSSEN KINDEREN MET EN ZONDER
MIGRATIEACHTERGROND?
VERSCHILLEN IN PROBLEEMGEDRAG BIJ GROOTSTE MIGRANTENGROEPEN
ONDERZOEK STEVENS (2018) (DEEL 1)
Onderzoeksdoel:
In dit artikel wordt een overzicht van psychische problemen bij jongeren met en
zonder een migratieachtergrond beschreven gebaseerd op beschikbare studies.
De focus ligt op jongeren met een achtergrond als arbeidsmigrant.
Methode:
De gevonden verschillen in psychische gezondheid wordt weergegeven via een
overzicht van Nederlandse (12) en Vlaamse (1) onderzoeken naar verschillen in
psychische problematiek tussen jeugdigen met en zonder een achtergrond van
migratie.
- Participanten: 2e-generatie jongeren met een Marokkaans-, Turks-,
Surinaams- en Antilliaans-Nederlandse achtergrond in vergelijking met
autochtoon Nederlandse jongeren.
- Metingen: zowel de ouders, leerkrachten en jeugdigen hebben
gerapporteerd over de psychische problemen (van het kind). In de
onderzoeken werd veel gebruik gemaakt van de SDQ (strength and
difficulties questionnaire), CBCL (child behavior checklist) en het YSR
(youth self-report) of TRF (Teacher’s report form).
Resultaten:
Geen eenduidige verschillen in psychische problemen tussen jeugdigen
met en zonder een migratieachtergrond.
De onderzoeken rapporteren allen een verhoogd risico op psychische
problemen voor migranten ten opzichte van niet-migranten, maar dit
geldt niet voor alle type problemen, voor alle informanten of voor alle
migrantengroepen nagenoeg vergelijkbare niveaus van psychische
problemen tussen jeugdigen met en zonder een migratieachtergrond.
In 2/3 van de onderzoeken wordt lager niveau van psychische problemen
gerapporteerd voor of door de jeugdigen met een migratieachtergrond.
Differentiatie is nodig op basis van het type psychische probleem, de
etnische achtergrond en de informant die het probleem rapporteert.
Resultaten voor verschillende type psychische problemen
Migrantenjongeren hebben meer gedragsproblemen en sociale problemen.
Nederlandse jongeren hebben meer hyperactiviteit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilonagroeneveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.