Erfgoed lijkt vooral te leiden tot conflict en gedoe. Steden doen er daarom beter aan om niet in het
verleden te gaan zoeken naar een identiteit die bewoners bindt en bezoekers trekt.
Tegenwoordig ‘professionals van de erfgoedindustrie’ erg afkerig tegen erfgoed uit het
verleden dat symboliek, verbeelding en symboliek uitstraalt (Laarse, 2005, p.4). In het hedendaagse
Duitse stadsgezicht zijn nog altijd allerlei kenmerken en voorbeelden van nazistisch erfgoed waar te
nemen. Over de monumentalisering en musealisering van deze historische panden en objecten
wordt fel gedebatteerd. Moeten de dingen uit het verleden worden weggestopt zodat er een positief
imago gecreëerd wordt? Moeten de objecten uit het verleden juist tentoongespreid worden zodat
men weet wat voor gruwelijke dingen zich in het verleden hebben afgespeeld? Hebben de lokale
bewoners het recht op behoud van historie? Of hebben juist toeristen het recht op deze historische
objecten met een negatief karakter? Al deze vragen kennen voor en tegenstanders. In dit paper
wordt onderzocht en bediscussieerd of de hedendaagse stad er goed aan doet om in het verleden te
zoeken naar identiteit die bewoners bindt en bezoekers trekt.
In de moderne stad worden vaak erfgoederen, meestal in de vorm van historische (monumentale)
panden, gerestaureerd alsmede geconserveerd om de identiteit van de stad weer te geven. Het komt
regelmatig voor dat deze historische panden vroeger hele andere functies bekleedden, waarmee de
identiteit van de stad negatief beïnvloed wordt. Voorbeelden van zulke panden zijn
concentratiekampen of andere panden die in een oorlog een belangrijke rol vervulden. Steden
hebben er een handje van om hun identiteit te manipuleren door deze panden met een negatief
imago niet uit te lichten (Gorp, 2012). Echter, misstanden uit het verleden dienen gerespecteerd te
worden en juist wel worden getoond om te laten zien dat de stad ervan geleerd heeft en is
veranderd. Ook de lokale bevolking speelt hierbij een rol van betekenis. De historische panden
hebben een sterke emotionele waarde voor die mensen, en om deze reden dient de stad de panden
te restaureren of te herstellen in oude staat (Frijhoff, 2007).
Er kan in de moderne stad echter ook een conflict ontstaan met betrekking tot deze
restauraties: de ene helft van de lokale bevolking vindt zoals eerder genoemd dat ze recht hebben op
instandhouding van het stadsbeeld (en daarmee de historie), de andere helft vindt dat de ruimte ook
benut kan worden voor de bouw van gebouwen met hele andere functies (wonen, recreatie etc.).
Regelmatig kan er voor dit conflict een ambivalente oplossing gevonden worden. Dit wil zeggen dat
bijvoorbeeld een oude legerbasis aan de buitenkant gerestaureerd en geconserveerd wordt, van
binnen wordt dan bijvoorbeeld een functieaanpassing gedaan (zoals bijvoorbeeld een
oorlogsmuseum). Er wordt dan in deze situatie respect getoond voor de architectuur alsmede de
historische waarde van het gebouw. De misstanden die er plaats hebben gevonden worden hierbij
niet weggestopt, maar aan de buitenwereld getoond als zijnde geschiedenis. De gruwelijkheden uit
het verleden zijn op deze manier eerder positief dan negatief voor het imago van de stad (Gorp,
2012, college).
Een concreet voorbeeld is te vinden in Vught. In de Tweede Wereldoorlog is hier een SS-
concentratiekamp, Herzogenbusch(1942), gebouwd. Kamp Vught, zoals het zich liet noemen, kende
verschillende barakken die na de oorlog zijn gebruikt voor religieuze (Christelijke) doeleinden en later
werden omgebouwd tot arbeiderswoningen voor Molukse arbeidsmigranten. Begin 21e eeuw kwam
er echter kritiek op deze functie en maakte Nationaal Monument Kamp Vught, een groep die voor
herstelling van oude staat was, zich hard voor restauratie. Inmiddels is Barak 1B in oude staat terug
te vinden in het Molukse woonoord Lunetten, waar de rest van de barakken de woonfunctie vervult.
Daarnaast is het ‘Openluchtmuseum’ opgericht. Ook hier heeft de overheid dus een passende,
eveneens ambivalente, oplossing bedacht voor dit conflict. Kamp Vught bindt nu de lokale inwoners
van Vught die gezamenlijk op het verleden terug kunnen kijken, het toerisme wordt aangetrokken
door de recreatiefunctie (museum) van de historische gebouwen (Laarse, 2010, pp. 52-53).
, Het opknappen en behouden van monumentale panden kost ontzettend veel geld. De
gebouwen kunnen in private handen terecht komen waarna investeerders worden gezocht om de
bezigheden te financieren. Ook kunnen de gebouwen door middel van subsidies van de overheid
behouden worden, hetgeen veel geld kost. Hierdoor dient er een selectie gemaakt te worden welke
panden voor deze gelden in aanmerking komen. Wanneer de overheid dus allerlei historische panden
wil subsidiëren, houdt dat in dat dit geld niet geïnvesteerd kan worden in bijvoorbeeld publieke
ruimten waar de lokale bevolking ook beter van wordt. Echter, investeren in cultureel erfgoed heeft
ook een positieve kant. De gebouwen en/of objecten kunnen een toeristische trekpleister vormen,
waar verschillende sectoren baat bij kunnen hebben. Te denken valt aan de horeca-sector:
restaurants en café maken gebruik van de consumerende toerist. Ook brengt het erfgoed zelf
werkgelegenheid met zich mee (Poria, 2009). Neem nu het Colosseum in Rome: voor deze
bezienswaardigheid zijn allerlei mensen nodig om verschillende diensten uit te voeren. Er zijn
bijvoorbeeld mensen nodig die rondleiding door het historische gebouw verzorgen, mensen die het
gebouw onderhouden en mensen die reclame maken voor het gebouw. Het culturele erfgoed is
naast het lokkertje voor de consumerende toerist dus ook zelf van belang voor het creëren van
werkgelegenheid in de stad.
Cultureel erfgoed uit het verleden is niet altijd positief voor de identiteit die de stad wil
uitstralen. Als een stad in het Duitse Ruhrgebied bijvoorbeeld het imago van een ‘groene stad’ wil
creëren, zijn de historische fabriekspanden een doorn in het oog. De fabriekspanden stralen industrie
uit, wat funest is voor de gewenste natuurlijke identiteit. Voor de arbeiders die vroeger in de
fabrieken werkzaam waren zijn de fabrieken cultureel erfgoed dat gerespecteerd moet worden. Deze
tegenstrijdige belangen kunnen in zo’n stad dat haar imago wil veranderen voor ernstige conflicten
zorgen. De lokale overheden kunnen echter wel ingrijpen door manipulatie van de erfgoedlijsten.
Wanneer de historische panden van deze lijst worden geschrapt, zouden verbouwd kunnen worden
tot bijvoorbeeld kantoorunits die niet zulke schadelijke stoffen zullen uitstoten als de fabrieken
vroeger wel deden. Als zulke historische fabrieken worden omgebouwd zal dit verschillende delen
van de bevolking tegen de borst stuiten. Zij vinden dat het verleden moet worden gerespecteerd en
dat de vroegere architectuur geconserveerd moet worden. Een oplossing voor dit conflict zou een
‘groene zone’ in de stad kunnen zijn. Een deel van de stad wordt hierbij bestempeld met het groene
label, wat natuur- en milieubewuste toeristen zou kunnen aantrekken. Ook kan het een bindende
factor zijn voor lokale bevolking. In het andere deel van de stad kunnen dan de historische panden
worden behouden, hetgeen het andere deel van de bevolking bindt. Deze historische panden zullen
ook toerisme opwekken (Joly, 2003).
, - Soms is het misschien niet helemaal duidelijk op wat voor een manier het erfgoed betrekking heeft
op de geschiedenis (bijvoorbeeld gekleurde huisjes curacao, laten koloniale tijd zien), maar toch
heeft het een positief effect op de economie. In dit geval toerisme.
Wanneer een stad cultureel erfgoed uit het verleden gebruikt om haar identiteit te vormen, is het
niet altijd duidelijk waar deze gebouwen voorheen voor stonden of voor gebruikt werden. Neem de
gekleurde huisjes in Curaçao: deze representeren de koloniale periode waarbij de huisjes gebruikt
werden om ……………. Heden ten dage weet de gemiddelde toerist naar aller waarschijnlijkheid niet
wat de functie van deze huisjes in het verleden geweest is, maar toch vormen ze een toeristisch
lokkertje. Hiermee wordt het doel om de koloniale identiteit uit te stralen misschien niet bereikt,
toerisme brengt ook hier werkgelegenheid, en daarmee economische groei met zich mee.
Tegenargumenten
Zoals eerder genoemd maken overheden monumenten- en erfgoederenlijsten om hiermee
een eigen identiteit te creëren. Op deze lijsten wordt een selecte groep erfgoederen gezet, waarvan
de overheid vindt dat ze het beeld van de stad ten goede komen. Panden uit het verleden met een
grote historische waarde zijn bij het creëren van deze identiteit van essentieel belang.
Erfgoed in de vorm van objecten en gebouwen uit het verleden hebben voor de lokale
bevolking naast een historische, ook vaak een emotionele waarde. Conservering brengt zoals eerder
genoemd kosten met zich mee, het helpt echter wel de geschiedenis te belichten alsmede deze in
ere te houden. Door de economische crisis, is de toeristische sector steeds slechter gaan draaien.
Eens te meer reden voor steden om goed na te denken over welke objecten lokale overheden wel
willen stimuleren en subsidiëren en welke objecten buiten de boot vallen. Hierbij wordt niet altijd
gekeken naar de emotionele waarde. Deze waarde dient niet verwaarloost te worden, zodat deze ten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chrisbosuil. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.