Samenvatting van chemie. BML course 2 jaar 2020/2021. Veelal notities uit de hoorcolleges, minder uit het boek. plaatjes en tabellen (vooral naamgeving) zijn toegevoegd. Ook word er ingegaan op de Titratiecurve. Dit is op twee verschillende manieren uitgelegd.
cChemie samenvatting
Week 1
Binaire zuren: H en niet metaal bv HF, HCL,HBR,HL
Oxyzuren: H en een oxyanion: O en een ander element PO4 NO2 SO4
Oxy anion: -aat. Bv sulfaat
Oxy anion: -iet bv sulfiet
Arrrhias: “ base vomt OH- en zuur vormt H+”
Br0nstad lowry:”Base neemt protonen op en zuur staat protonen af”
Hydronium ion: H+ is proton, kerndeel , nooit alleen, bindt met e- van een molecuul of ion bv
h2o hpo h2po4 hco3
Amfolyten: - stoffen die protonen opnemen en af kunnen staan – amfotere stoffen – buffers
Geconjugeerde zuur-base paren
- Verschillen 1 proton
- Zuur één meer dan zn gecojugeerde base
Bv NH3 NH4 NH3 is base en NH4 is het geconjugeerde zuur (h+ erbij)
Bv H2O OH- H2O is zuur en OH- is de geconjugeerde base (H+ eraf)
Sterk zuur: volledige ionizatie
Zwak zuur: onvolledige ionnisatie
pH pondus hydrogenium
-gewicht v. waterstof
- pH= -log [H3O] [H3O+]=10^-pH
Meerwarige zuren
- Meer protonen afsplitsen
- H2SO4 is tweewaardig zuur want twee protonen afsplitsen
- H3PO4 is een driewaardig zuur want drie protonen afsplitsen
Voorbeeld:
CH3COOH + H2 O H2O + CH3COO-
Ph = 2,87 c(CH3COOH) = 0,1 M [H3O+] = 10-2,87 = 0,00134 M [CH3COO-] = 0,00134 M
[CH3COOH] = 0,1 – 0,00134 = 0,09866 M
Slechts 1,34 % is geïoniseerd
Van de 10.000 moleculen zijn er 134 gesplitst in H+ en
CH3COO-
Sterk vs zwak zuur
0,1 M zoutzuur (c(HCl) = 0,1 mol/L) pH = 1 (= -log 0,1)
0,1 M azijnzuur (c(CH3COOH) = 0,1 mol/L) pH = 2,87 (≠ - log 0,1)
niet alle moleculen zijn geïoniseerd !!!
Voorbeeld bepalen van een zwak zuur
Mierenzuur (HCOOH), 0.100 M Ka = 1.8 x 10-
- +
HCOOH + H O ß → HCOO + H O
2 3
Ka = [HCOO] / [H3O] X [HCOO] = 1,8X10-
1,8 X 10^-4 = [X] [X] / [0,100 – X] =
Aanname >5%
1,8 X 10^-4 = [X] [X] / [0,100 ] =
1,8 X 10^-4 = [X2] / [0,100 ] =
X2 = 1,8 X 10^-4 x 0,100
X = WORTEL 1,8 X 10^-4 x 0,100
X = 4,24 x 10^-3 M
pH= -log( 4,24 x 10^-3 M) = 2,38
Maar je deed een verwaarlozing dus x/c x 100%
4,24 x 10^-3 M/ 0,100 x 100 = 4,24% Dit mag want minder dan 5%
Als de verwaarlozing boven de 5% uit kwam dan ABC-formule
X= −𝑏 ± WORTEL 𝑏2 − 4𝑎𝑐 / 2A = dan een x in de vergelijking van: pH=-log(…)
Bij een zwakke base is het precies het zelfde maar dan met pOH en Kb
Anionen als zwakke base
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 28Kmm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.