Binnen landen van de EU zijn twee sets regelgeving voor externe verslaggeving, namelijk:
Niet-beursgenoteerde ondernemingen vallen onder de nationale wetgeving van de lidstaten
Boek 2 Titel 9 BW
o RJ (Richtlijnen voor Jaarverslaggeving), heeft geen juridische status, maar vullen
de door de wet opengelaten zaken
o Dutch-GAAP (Dutch Generally Accepted Accounting Principles) Boek 2 Titel 9 BW +
de RJ’s: de Nederlandse verslaggevingsvoorschriften
Beursgenoteerde ondernemingen (geconsolideerde jaarrekening), hiervoor gelden de
International Financial Reporting Standards (IFRS)
2. De student kan onderscheid maken tussen interne en externe informatieverschaffing, zodanig
dat hij het doel van de informatieverschaffing voor belanghebbenden kan aangeven.
3. De student kan het onderscheid tussen het economisch- en het boekhoudkundig waardebegrip
aangeven, zodanig dat hij het vermogen en de winst volgens deze twee benaderingswijzen kan
vaststellen.
Economisch waardebegrip
Gaat uit van de indirecte opbrengstwaarde. Bedrijfswaarde = indirecte opbrengstwaarde: de
contante waarde van de toekomstige netto-ontvangsten/netto kasstromen uit hoofde van de te
produceren goederen en/of diensten. De netto-ontvangsten dienen contant te worden gemaakt
tegen de voor de onderneming geldende vermogenskostenvoet.
Op het moment van aanschaf van de productiemiddelen ontstaat een aanvangswinst die gelijk is
aan het verschil tussen de bedrijfswaarde en het investeringsbedrag. Latere winsten ontstaan
alleen door het verstrijken van de tijd.
, Boekhoudkundig waardebegrip
Gaat uit van waardering van individuele activa, uitgaande van in eerst instantie inkoopprijzen.
Saldo van opbrengsten – kosten door vermogensvergelijking. Gericht op de toekomst dus niet
geschikt voor verantwoording t.a.v. het verleden.
4. De student kan een oordeel geven over de relevantie en betrouwbaarheid van het economisch-
en het boekhoudkundig waardebegrip, zodanig dat hij de waarde van deze twee begrippen voor de
externe verslaggeving kan aangeven.
Economisch waardebegrip: de cijfers die het economisch waardebegrip oplevert, zijn zeer relevant.
De betrouwbaarheid is minder omdat het is gebaseerd op toekomstverwachtingen.
Boekhoudkundig waardebegrip: de relevantie is veel geringer. De betrouwbaarheid is echter groter,
doordat wordt uitgegaan van werkelijke afzetcijfers en gehanteerde en betaalde prijzen, is de
waardering en winstbepaling objectiever en daardoor veel beter controleerbaar.
5. De student kan de ontwikkelingen binnen het boekhoudkundig waardebegrip aangeven, zodanig
dat een rapportage tot stand komt met relevante informatie.
Relevantie versus betrouwbaarheid
Verkleinen kloof tussen waardebegrippen (value gap)
Meer activa on-balance
Toepassen van fair value bij waardering
Strenge eisen ten aanzien van voorzieningen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilsevbussel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.