Binnen het vermogensrecht gaan we kijken naar verbintenisrecht en goederenrecht
Absoluut of relatief?
Verbintenissenrecht -> van persoon op persoon
• Relatief recht
• Alleen tussen bepaalde partijen (o.g.v. overeenkomsten, OD)
Goederen recht->
- Rechten die personen op een bepaald goed kunnen hebben
- Manier van verkrijgen of verliezen
• Absoluut recht
- Tegenover iedereen geldig
- Eigendom!
Kenmerken:
1. zaakgevolg Het houdt in dat het eigendomsrecht en elk beperkt recht op een zaak blijft
rusten, zelfs wanneer de eigendom van die zaak wordt overgedragen. Het recht volgt de zaak.
Beperkte rechten zijn afgeleid van het eigendomsrecht en te onderscheiden in
zekerheidsrechten: hypotheek- en pandrecht, en
genotsrechten: vruchtgebruik, erfdienstbaarheden, erfpacht, opstal en appartementsrecht.
2. inschrijving in openbare registers
3. limitatief aantal
4. oudere rechten voor jongere rechten
Voorbeelden absoluut recht:
Recht van eigendom: Meest volledige recht dat een persoon op een zaak kan hebben
Met uitzondering op:
- rechten anderen
- wettelijke voorschriften op omgevingsrecht en een gemeente of provincie kan het
eigendomsrecht aantasten als hun bestemmingsplan niet overeenkomt.
misbruik van recht:
1. doel -> een persoon pleegt doelmatig overlast om de ander te schaden
2. Onevenredig -> wanneer partijen eerst instemmen en daar later op terugkomen. De hoge
raad kijkt dan naar is de eis evenredig aan de overlast.
Recht van erfdienstbaar
- Dienden & Heersend erf Dienend erf en heersend erf. Bij een erfdienstbaarheid
bestaat er altijd een 'heersend erf' en een 'dienend erf'. De eigenaar van het
dienende erf heeft in het voorbeeld van het recht van overpad, te dulden dat de
eigenaar van het heersend erf daar gebruik van maakt.
, H5 rechten
- Retributie Het vorderen van geld om de ander gebruik te kunnen laten maken
van jouw recht.
Recht van erfpacht: Recht om onroerende zaak lange tijd te gebruiken tegen betaling
van canon ( geldsom).
Eigendomsoverdracht: Eigendomsoverdracht is de handeling waarbij de eigenaar van een
goed, het erop gevestigde eigendomsrecht overdraagt aan een ander.
Bloot eigenaar: De bloot eigenaar is de eigenaar van een goed, terwijl een ander een
beperkt zakelijk recht op dat goed heeft. Het betreft meestal een recht op een onroerend
goed. Door het recht van die ander heeft de bloot eigenaar over het algemeen niet de
directe beschikking over zijn goed
Recht van opstal :Het recht van opstal is een zakelijk recht om in, op of boven een
onroerende zaak die eigendom is van een ander rechtssubject, gebouwen, werken of
beplantingen in eigendom te hebben.
Appartementrecht: Bij het kopen van een woning die onderdeel is van een groter
gebouw, koopt u een zogenoemd appartementsrecht. Dat betekent dat u juridisch eigenlijk
twee dingen aanschaft: een stukje mede-eigendom van het hele gebouw en het recht om
uw woning te mogen gebruiken.
Voorb: flats aparte eigenaren, samen eigenaar van lift en galerij
- Vereniging van Eigenaren: monitoren of dit goed gaat ja of nee of er geen misbruik
van gemaakt wordt.
Recht op vruchtgebruik: Vruchtgebruik is het recht om gebruik te maken van goederen
die eigenlijk niet jouw eigendom zijn. In een vruchtgebruik-testament is geregeld dat de
kinderen eigenaar worden van hun deel van de erfenis (bijvoorbeeld het huis), maar dat de
partner (de langstlevende) het mag blijven gebruiken.
(onder)Pandrecht: De eigenaar wil een onderpand om zeker te weten dat de lener het
geld of goed terugbetaald.
Vuistpand: De pandgever heeft het pand niet meer in bezit en al overhandigt.
Bezitloos pandrecht: Een bezitloos pandrecht is een pandrecht op een roerende zaak, op een recht
aan toonder of order of op het vruchtgebruik van een dergelijk recht, waarbij het verpande goed (in
tegenstelling tot bij een vuistpandrecht) niet in de macht van de pandhouder wordt gebracht. Het
verpande goed blijft in het bezit van de pandgever. Een bezitloos pandrecht wordt ook wel stil
pandrechtgenoemd.
Afhankelijke recht: als de geldsom voldaan is vervalt de hoofdvordering.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller danielledelaat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.