De personele reikwijdte van de sociale zekerheid
In het socialezekerheidsrecht bestaan volksverzekeringen en werknemersverzekeringen. Ten
aanzien van werknemersverzekeringen zijn verzekerd personen die kwalificeren als
“werknemer”.
Werknemersbegrip ZW
Art. 3 lid 1 ZW: Werknemer is de natuurlijke persoon die in privaatrechtelijke of
publiekrechtelijke dienstbetrekking staat (AOVK).
Het werknemersbegrip wordt verder uitgebreid in de ZW. Art. 4 lid 1 ZW: Degene die anders
dan als zelfstandige en anders dan als thuiswerker, persoonlijk een werk tot stand brengt (sub
a jo. lid 5 jo. 7:750 BW).
Art. 5 ZW: regels kunnen worden gesteld om andere arbeidsverhoudingen gelijk te stellen met
een dienstbetrekking. Zie Besluit aanwijzing gevallen waarin arbeidsverhouding als
dienstbetrekking wordt beschouwd. Bijvoorbeeld thuiswerker/artiest/topsporter/sekswerker.
Ook werknemer is de persoon die een WW-uitkering ontvangt (art. 7 ZW) en de persoon die
een WIA-uitkering ontvangt (art. 8a ZW).
Er zijn ook weer uitzonderingen op het werknemersbegrip. Bijvoorbeeld degene die minder
dan 4 dagen per week diensten verricht ten behoeve van het huishouden van een natuurlijke
persoon (art. 6 lid 1 sub c ZW) en de DGA (sub d).
Werknemersbegrip Wet WIA
Art. 8 lid 1 WIA: Werknemer is degene die werknemer in de zin van de ZW is, met
uitzondering van personen die de AOW leeftijd bereikt hebben.
Ook hier gelden de gevallen uit het Besluit aanwijzing gevallen waarin arbeidsverhouding als
dienstbetrekking wordt beschouwd, zoals de thuiswerker/artiest/topsporter/sekswerker.
Werknemersbegrip WW
Art. 3 lid 1 WW: Werknemer is de natuurlijke persoon, jonger dan de pensioengerechtigde
leeftijd, die in privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking staat (AOVK).
Het werknemersbegrip wordt verder uitgebreid in de WW. Art. 4 lid 1 WW: Degene die
anders dan als zelfstandige en anders dan als thuiswerker, persoonlijk een werk tot stand
brengt (sub a jo. lid 5 jo. 7:750 BW).
Art. 5 ZW: regels kunnen worden gesteld om andere arbeidsverhoudingen gelijk te stellen met
een dienstbetrekking. Zie Besluit aanwijzing gevallen waarin arbeidsverhouding als
dienstbetrekking wordt beschouwd. Bijvoorbeeld thuiswerker/artiest/topsporter/sekswerker.
Art. 8 lid 1 WW: Een persoon wiens dienstbetrekking geheel of gedeeltelijk is geëindigd,
behoudt de hoedanigheid van werknemer, voor zover hij geen werkzaamheden verricht uit
hoofde waarvan hij op grond van deze wet niet als werknemer wordt beschouwd, tenzij het
gaat om vrijwilligerswerk.
,Er zijn ook weer uitzonderingen op het werknemersbegrip. Bijvoorbeeld degene die minder
dan 4 dagen per week diensten verricht ten behoeve van het huishouden van een natuurlijke
persoon (art. 6 lid 1 sub c WW) en de DGA (sub d).
Stappenplan beoordeling werknemer/dienstbetrekking
Stap 1: Nagaan of sprake is van een arbeidsverhouding als een privaatrechtelijke of
publiekrechtelijke dienstbetrekking (art. 3 ZW/WW).
De meeste geschillen hieromtrent gaan over de vraag of er feitelijk sprake is van een
gezagsverhouding.
HR De Gouden Kooi: Bij de beantwoording van de vraag of een rechtsverhouding tussen
partijen aangemerkt moet worden als een AOVK, moet acht worden geslagen op alle
omstandigheden van het geval in onderling verband bezien. Vereisten zijn een persoonlijke
verplichting tot het verrichten van arbeid, een verplichting tot het betalen van loon en een
gezagsverhouding.
CRvB Gefingeerd dienstverband: In een concreet geval dient met inachtneming van alle
voor het wel of niet aannemen van gezag relevante omstandigheden te worden beoordeeld of
van een gezagsverhouding sprake is. In casu was van een gezagsverhouding geen sprake
omdat de AOVK gefingeerd was. Er was daardoor zelfs geen sprake van het überhaupt
verrichten van arbeid. Géén dienstbetrekking in de zin van het socialezekerheidsrecht.
CRvB Overeenkomst van opdracht school: Appellant ontving een betaling per uur na
facturatie, was verantwoordelijk voor een correcte afgifte van verschuldigde loonbelasting en
premies en ontving een hogere vergoeding dan docenten die werkzaam waren op basis van
een AOVK. Zijn indicatoren dat géén sprake is van een AOVK en dus géén dienstbetrekking
in de zin van het socialezekerheidsrecht. Uitspraak zou hedendaags wellicht anders gelopen
zijn, door de nieuwe beoordeling van de AOVK door de HR.
Een werkgever kan belanghebbende zijn bij een beschikking van het UWV op een aanvraag
om uitkering op grond van de WW en de ZW, waarvan de beoordeling van de
verzekeringsplicht deel uitmaakt.
Stap 2: Als dit niet het geval is omdat niet aan alle kenmerken van een AOVK (art. 7:610
BW, arbeid/loon/gezag in de feitelijke situatie), dan nagaan of zich een fictieve
dienstbetrekking in de zin van art. 4/5 ZW/WW voordoet.
Stap 3: Als dit niet het geval is, dan nagaan of een van de rariteiten van art. 5 ZW/WW zich
voordoet.
Voorts is het ook nog mogelijk dat een persoon zich vrijwillig verzekerd voor een
werknemersverzekering. Zie bijvoorbeeld art. 53 WW & 64 ZW.
Reikwijdte van de volksverzekeringen
Verzekerd voor de volksverzekeringen zijn ingezetenen (art. 6 AOW, art. 13 Anw).
Ingezetene is degene die in Nederland woont. Het gaat erom of een persoon een persoonlijke
en duurzame band met Nederland heeft en of het middelpunt van zijn maatschappelijk leven
in Nederland ligt. Iemand kan ook verzekerd zijn als hij in Nederland werkt maar buiten
Nederland woont. Ook vrijwillig verzekeren is mogelijk.
, Personele werkingssfeer Participatiewet
Art. 11 Pw: Iedere in Nederland woonachtige Nederlander en iedere rechtmatig verblijvende
buitenlander die hier in zodanige omstandigheden verkeert of dreigt te geraken dat hij niet
over de middelen beschikt om in de noodzakelijke kosten van bestaan te voorzien, heeft recht
op bijstand van overheidswege.
Ziekte
Arbeidsrechtelijke bescherming bij ziekte
Een werknemer met een AOVK in de zin van art. 7:610 BW, heeft op grond van art. 7:629
BW recht op 104 weken doorbetaling van loon, wanneer hij door ziekte verhinderd is de
bedongen arbeid te verrichten. Hier is al sprake van als hij de bedongen arbeid niet volledig
kan verrichten. Van herstel is dus pas sprake als hij de bedongen arbeid weer volledig kan
verrichten. De ziekte moet objectief medisch vast te stellen zijn.
De hoogte van het door te betalen loon is 70%, waarbij de werkgever in de eerste 52 weken
minimaal het minimumloon moet betalen. In de praktijk wordt in het eerste jaar vaak 90% of
100% loon doorbetaald, door CAO bepalingen.
Om aanspraak op loon te maken moeten de klachten leiden tot medische beperkingen van
lichamelijke of psychische aard. Bij situatieve arbeidsongeschiktheid (vaak bij een
arbeidsconflict) kan sprake zijn van een verhindering om de bedongen arbeid te verrichten
wegens ziekte. Vereist is dan dat uit medische stukken blijkt dat er een reële verwachting
bestaat dat er bij werkhervatting medische klachten zullen optreden die direct weer tot uitval
wegens ziekte zullen leiden.
Als de werknemer tussentijds passende arbeid (art. 7:658a lid 4 BW) gaat verrichten dan
wordt de termijn van 104 weken niet doorbroken. Als hij weer uitvalt tijdens de passende
arbeid gaat er dus geen nieuwe periode van 104 weken van start. Dit is alleen het geval als de
passende arbeid de bedongen arbeid is geworden (of als de werknemer daar gerechtvaardigd
op mocht vertrouwen).
In art. 7:629 lid 3 BW zijn situaties opgenomen waarin de werkgever tijdens ziekte géén loon
hoeft door te betalen. Dit is o.a. het geval als de werknemer de ziekte opzettelijk veroorzaakt,
hij de genezing belemmert of als hij niet meewerkt aan re-integratie. Op grond van art. 7:660a
BW is de werknemer verplicht mee te werken aan het plan van aanpak en passende arbeid te
verrichten. De werkgever kan de loondoorbetaling volledig stopzetten als de werknemer niet
aan zijn verplichtingen voldoet. Het siert een werkgever om eerst een waarschuwing te geven.
Als de werknemer zich niet houdt aan controlevoorschriften, dan kan de werkgever de
loondoorbetaling opschorten (art. 7:629 lid 6 BW).
Om te voorkomen dat werknemers langdurig arbeidsongeschikt raken en een beroep moeten
doen op de WIA is het poortwachtersysteem ingevoerd. Bij dit systeem gaat het erom dat
werkgever en werknemer gezamenlijk hun re-integratieverplichtingen nakomen. De
verplichtingen van de werkgever zijn opgenomen in art. 7:658a BW jo. art. 25 WIA.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chefarbeidsrecht. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.71. You're not tied to anything after your purchase.