Indirecte financiering betekent dat het spaargeld van mensen via de bank voor een deel terecht
komt bij investeerders.
Directe financiering betekent dat het spaargeld van mensen via de bank terechtkomt bij bedrijven of
particulieren die geld nodig hebben.
4 onderdelen van het transformatieproces van geld: plaats, (loop)tijd, omvang en risico.
Commercial bank = een bank die enerzijds geld aan trekt en anderzijds geld uit leent.
Rentemargebedrijf betekent dat de bank wordt gedefinieerd als een bank die kredieten verstrekt en
deposito’s en spaargelden aantrekt. Hieruit ontstaat een rentemarge: voor verstrekte kredieten
wordt rente ontvangen en voor deposito ’s en spaargelden wordt rente betaald.
1.1 Commercial banking-cliënten
Binnen commercial banking kun je onderscheid maken tussen:
- Retailbanking: deze richt zich primair op niet-vermogende particulieren en mkb-relaties.
Vermogende particuliere relaties met een inkomen boven €100.000 en/of groot vermogen
vallen onder private banking.
- Wholesalebanking: deze richt zich op grote en zeer grote bedrijven.
Particuliere retailcliënten maken veelal gebruik van gestandaardiseerde diensten zoals
betaalrekeningen, spaargelden, woninghypotheken en consumptief krediet. De meer vermogende
private banking relaties hebben vaak behoefte aan wat ingewikkelder financiële producten en krijgen
daarvoor een eigen accountmanager.
Wholesalecliënten zijn (grote) bedrijven, instellingen en andere niet-particuliere cliënten. Zij maken
gebruik van de zakelijke dienstverlening van de bank. Naast depositofaciliteiten en lange
kredietverlening kan deze dienstverlening zich uitstrekken tot zulke uiteenlopende activiteiten als
cash management en leasing.
Wanneer wholesalecliënten deposito’s aanhouden of een bankkrediet opnemen, vallen ze onder de
commercial bankingactiviteiten en wanneer ze de bank een emissie laten regelen, gaat het om
investment banking.
1.2 Commercial banking en de bankbalans
Alle door de bank aangetrokken gelden vormen de passiva. Dit zijn de schulden + EV. De passiva
worden gebruikt voor de financiering van de activa. Kredietverlening door een bank leidt tot
debiteuren, tot vorderingen voor die bank – de kredietnemer moet het geld te zijner tijd immers aan
de bank terugbetalen.
Funding = het aantrekken van geld door de bank (betaalrekeningen, spaar te goeden)
,De passiva zijn de bronnen waaruit de bank de benodigde geldmiddelen put en de activa laten zien
waaraan die middelen besteed zijn.
Figuur 1.2 laat het model van de bankbalans zien!!
1.2.1 On-balance producten
Een kernactiviteit van commercial banks is het verlenen van krediet. Er wordt onderscheid gemaakt
in:
- Kredieten aan de overheid
- Krediet aan de private sector (zakelijke en particuliere kredieten)
- Professionele effectentransacties
Een veelvoorkomend zakelijk krediet is het rekening-courantkrediet, dit betekent roodstand.
Wanneer je rood kan staan is dat een kredietfaciliteit. De kredietfaciliteit is nog niet on-balance,
maar banken moeten wel rekening houden met dit bedrag aan potentieel krediet.
Roll-over lening betekent dat indien een bedrijf een krediet opneemt met een contractuele looptijd
van bijv. 5 jaar met de afspraak dat de rente elke 3 maanden aangepast wordt aan de ontwikkeling
van de marktrente.
Professionele effectentransacties zijn kredieten op basis van onderpand van effecten. Hierbij gaat
het om zogenoemde reversed repo’s, een verkoop van effecten met terugkoopregeling.
Als we spreken over ‘on-balance producten’ gaat het om producten, die aan de cliënten geleverd
worden, aan gezinnen, bedrijven en overheden in binnen- en buitenland.
De grootste passiefpost bij commercial banks is toevertrouwde middelen. Hieronder vallen
spaargelden, zakelijke deposito’s, professionele effectentransacties en rekening-couranttegoeden.
Bedrijven of andere banken openen deposito’s, omdat ze tijdelijke liquiditeitsoverschotten hebben.
Het omgekeerde komt natuurlijk ook voor: tijdelijke liquiditeitstekorten. Bij deposito’s aan de
passiefzijde gaat het om door de bank opgenomen deposito’s, terwijl aan de actiefzijde sprake is van
uitgezette deposito’s.
Voorbeeld blz. 13 en blz. 14
1.2.2 Groepsvermogen en aansprakelijk vermogen
Het groepsvermogen van een bank bestaat uit EV en het belang van derden. Bij een bank-NV bestaat
het kapitaal uit aandelenkapitaal en de reserves omvatten de algemene reserves, agioreserve,
reserve koersverschillend (samen deel van het kernkapitaal, het zogeheten tier 1 kapitaal) en
herwaarderingsreserve (behorend tot tier 2).
, Tier 1 kapitaal bevat het kapitaal dat een bank vrij ter beschikking heeft en dat verliezen kan
opvangen. Tier 1 kent 2 bestandsdelen:
- Core tier 1: bestaat uit het gewone aandelenvermogen, de ingehouden winsten en andere
gepubliceerde reserves.
- Overig (niet core) tier 1
Ten minste de helft van tier 1 kapitaal dient uit core tier 1 te bestaan, beide berekend na toepassing
van prudentiele correcties zoals de aftrek van goodwill.
Tier 2 kapitaal bestaat uit herwaarderingsreserves en hybride vermogensinstrumenten (cumulatief
preferente aandelen, niet-aflosbare en langlopende achtergestelde leningen. Dit is meestal niet
geheel eigendom van de bank.
Tier 3 kapitaal bestaat uit kortlopende achtergestelde schulden en kan slechts in faillissement voor
verliesabsorptie worden benut.
Het BIS-vermogen komt overeen met het kernkapitaal + aanvullend vermogen. Onder het aanvullend
vermogen vallen de herwaarderingsreserve en achtergestelde schulden met een looptijd langer dan
vijf jaar. Het BIS-vermogen wordt ook wel aangeduid als aansprakelijk vermogen.
Het eigen vermogen heeft in beginsel 2 functies:
- Bufferfunctie: deze dient voor de solvabiliteit, de mogelijkheid om eventuele verliezen op te
vangen.
- Financieringsfunctie: de financieringsfunctie van het eigen vermogen is dat met deze passiva
activa gefinancierd worden.
1.2.3 Fair value accounting
Fair value accounting houdt in dat balansposten worden gewaardeerd op basis van de waarde
waarvoor een instrument potentieel in de markt verhandeld kan worden. De bedoeling van fair value
waardering is een actueel beeld te geven van de waarde van activa en passiva. Dit helpt
aandeelhouders en andere belanghebbenden bij het bepalen van de actuele marktwaarde van de
onderneming.
1.3 De resultatenrekening
De resultatenrekening is een overzicht van baten en lasten gedurende een bepaalde periode.
(voorbeeld figuur 1.3 blz. 19)
1.3.1 Rente
De belangrijkste inkomstenbron voor commercial banken is het geld dat wordt verdiend met
kredietverlening: de rentebaten. Daartegenover staan de rentelasten, de rentevergoeding die moet
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller keesomc001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.