In deze samenvatting vindt u alle leerstof van het eindexamen: aarde, wereld, leefomgeving & Brazilië. Om de informatie beter te begrijpen en onthouden zijn er verschillende afbeeldingen toegevoegd.
SAMENVATTING DOMEIN WERELD
Hoe meet je welvaartsverschillen?
- Bbp = geldwaarde van alle goederen en diensten gedeeld door het aantal inwoners.
- Samenstelling van de beroepsbevolking; ontwikkelingspeil is hoog als er minder mensen in de
landbouw werken en meer in de formele dienstensector.
Hoe meet je welzijn?
- VN-ontwikkelingsindex of welzijnsindex = samengestelde maatstaaf om de
levensomstandigheden te meten (inkomen, analfabetisme en levensverwachting)
Problemen met het meten van de welvaart:
- De koopkracht verschilt: het geld is niet overal evenveel waard en voor 1 euro kan je in een arm
land meer kopen dan in een rijk land.
- De inkomsten uit de informele sector tellen niet mee (oftewel zwart werkers)
- In een land kan een hoog gemiddeld inkomen zijn maar toch is er een grote sociale ongelijkheid:
veel armen en een kleine groep superrijken
- Bbp/hoofd laat geen regionale verschillen zien maar die kunnen er wel degelijk zijn: er zijn arme
en rijke regio’s
Bevolkingsdichtheid
De bevolkingsspreiding is zeer ongelijk. Mensen wonen vooral aan de kustvlaktes (oude koloniale
nederzettingen), in de buurt van economische kerngebieden en langs rivieren of vruchtbare
gebieden.
Migratie
Verschillende type migranten:
- Economische migranten: van het arme ‘zuiden’ (pushfactor) naar het rijke ‘noorden’ (pullfactor)
- Vluchtelingen: migratie vanwege oorlog of onderdrukking
- Ecologische migranten: vanwege natuurrampen of milieurampen
Let op! Toename van zuid-migratie: arbeidsmigratie tussen arme landen. Maar de meeste mensen
verhuizen van platteland naar de stad.
Transnationale netwerken
Contacten tussen migranten en achterblijvers
- Mensen sturen gels op naar land van herkomst (geldzendingen)
- Mensen trouwen met iemand uit het moederland
Voordeel migratie:
- Migranten keren terug naar het moederland met meer kennis
Cultuurgebieden
Gebieden met dezelfde cultuurelementen: taal en godsdienst spelen een grote rol. Maar culturen
veranderen ook door de verspreiding van cultuurelementen uit een kerngebied: diffusie
Centrum - semi-periferie - periferie
Centrum: de traditionele rijke westerse landen/ gebieden (VS, west-europa, Japan, Australië)
Semi-periferie: de landen met een economische groei in de laatste 20 jaar. Veel van deze landen
zijn BRIC-landen: Brazilië, India, China
Periferie: de armste landen
Centrum-periferiemodel
De perifere landen leveren grondstoffen en agrarische producten aan de centrum landen. De
centrum landen verkopen bewerkte producten aan de perifere landen. Hierdoor ontstaat
ruilvoetverslechtering: de arme landen moeten steeds meer grondstoffen / agrarische producten
om dezelfde import te kunnen betalen.
, Hieruit ontstaat ook de internationale arbeidsverdeling: wat is de samenstelling van de
beroepsbevolking (arme landen: vooral primaire sector) en wat is het exportpakket (vooral
grondstoffen / agrarische producten)
Natuurlijke bevolkingsgroei:
Geboortecijfer hoger dan sterftecijfer. De groei van de bevolking gaat vooral snel in
ontwikkelingslanden.
Waarom enorme groei in ontwikkelingslanden?
- Jonge leeftijdsopbouw: veel vrouwen in de vruchtbare leeftijd
- Weinig onderwijs: hoe hoger vrouwen opgeleid; hoe minder kinderen
- Religie is nog bepalend: voorbehoedsmiddelen of abortus worden afgewezen.
- Een groot gezin heeft veel aanzien.
- Er is nog een hoge kindersterfte. Het gezin wil er zeker van zijn dat een aantal kinderen
overleeft om later voor de ouders te zorgen.
- Armoede: bij een stijgende welvaart zijn de kosten voor levensonderhoud van kinderen hoog.
Demografisch transitiemodel
Model dat de demografische ontwikkling van een land laat zien (geboorte- en sterftecijfer). Het
model laat het verschil zien tussen centrum, semi-perifere en perifere landen.
Demografische druk:
- Grijze druk: vergrijzing door meer ouderen (65+) in vergelijking met de actieve / werkende
bevolking.
- Groene druk: meer jongeren (0-19 jaar) in vergelijking met de actieve / werkende bevolking.
Verstedelijking:
Verstedelijkingsgraad: in rijke landen hoger dan in armen landen.
Verstedelijkingstempo: in arme landen hoger dan in rijke landen.
Waarom dit grote verschil?
- Trek van platteland naar de stad is nu bezig in arme landen. In steden zijn de mogelijkheden
groter.
- Natuurlijke bevolkingsgroei: het zijn vooral jonge mensen die naar de stad verhuizen en een
gezin stichten.
Globalisering
Het proces waarbij op een groot aantal terreinen de verwevenheid tussen gebieden en
samenlevingen op aarde toeneemt.
Vijf dimensies/ invalshoeken
- Fysisch geografisch = verband tussen verschijnsel en natuur
- Sociaal = maatschappelijke verhoudingen
- Economisch = produceren / consumeren
- Politiek = machtsposities
- Cultureel = taal, godsdienst, waarden & normen, technologie en de wijze waarop de
samenleving politiek, sociaal en economisch is georganiseerd
Tijd-ruimtecompressie:
De wereld is kleiner geworden. MNO’s (multinationals) willen overal produceren en verkopen. De
relatieve afstand neemt af.
Drie ontwikkelingen zijn daarbij van belang geworden.
- Reis- en vervoerstijden zijn gedaald.
- Transport en communicatie goedkoper geworden.
- Infrastructuur is verbeterd.
Dit noemen we de verbetering van de transporttechnologie en de informatie-/
communicatietechnologie. Bij de laatst is met name internet belangrijk geweest.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noortjewillems2003. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.27. You're not tied to anything after your purchase.