Samenvatting Chronisch & Complex
Fysio- en Oefentherapie (Hogeschool Utrecht) – Jaar 3
Annick Kalff (1693708)
, Hoorcollege 1: Klinisch redeneren in
het kader van complexiteit en
chroniciteit
Cijfers
- 95% van de 75+ heeft ten minste 1 aandoening
- +/- 58% van Nederland heeft een chronische aandoening
- Ruim 70% van de 75+ met chronische aandoening heeft meer dan 3
aandoeningen
Definities:
Chroniciteit
Chroniciteit à Een chronische aandoening is gedefinieerd als een aandoening waarbij
over het algemeen geen uitzicht is op volledig herstel. Een chronische aandoening gaat
doorgaans gepaard met pijn, geestelijk lijden, beperkingen in functioneren of andere
klachten. De mate waarin mensen hinder ondervinden verschilt per aandoening en per
individu. (- Volksgezondheid)
“Chronische pijn is een persisterend, multifactorieel gezondheidsprobleem waarbij
lichamelijk, psychische en sociale factoren in verschillende mate en in wisselende
onderlinge samenhang bijdragen aan pijnbeleving, pijngedrag, ervaren beperkingen in
het dagelijks functioneren en ervaren vermindering van de kwaliteit van leven.”-
Zorgstandaard Chronische pijn
Complexiteit
Vanuit biomedisch perspectief
- Cliënt met meerdere aandoeningen (multi-morbiditeit)
- Cliënt met (chronische) aandoening die invloed heeft op meerdere
(orgaan)systemen
- Cliënt met medicatie voor (chronische) aandoening die invloed heeft op meerdere
(orgaan)systemen
- Cliënt zonder voldoende aanwijsbare medische diagnose waarbij verschillende
(orgaan)systemen beïnvloed zijn
Vanuit bio-psychosociaal perspectief i.r.t. client
Sociaal, psychologisch en biologisch. De ernst van de invloed maakt het complex:
Complexiteitsniveau 1: Ongecompliceerd
• Klachten fysiek functioneren
• Psychisch stabiel persoon met betekenisvol leven
• Voldoende mate aan zelfregulatie ten aanzien van gezondheid- en levensdomein
Complexiteitsnievau 2: licht gecompliceerd
• Klachten fysiek functioneren
• Cliënt heeft enkele disfunctionele opvattingen over zieke en/ of ziekte
gedragingen.
, • Mogelijk spelen er emoties rondom aandoening en beperking.
• Opvattingen, gedragingen en emoties zijn relatief eenvoudig door middel van
voorlichting te corrigeren.
• Psychisch stabiele persoon met voldoende mate aan zelfregulatie ten aanzien van
gezondheid- en levensdomein, echter door opvattingen en gebrekkige informatie
is deze niet functioneel.
Complexiteitsniveau 3: Matig gecompliceerd
• Klachten fysiek functioneren
• Cliënt heeft meerdere disfunctionele opvattingen over zieke en/ of ziekte
gedragingen en/ of emoties, die niet door eenvoudige voorlichting te corrigeren
zijn.
• Impact van gezondheidsklachten manifest binnen meerder levensgebieden.
• Voor herstel duidelijke ongunstige persoonskenmerken (lage
effectiviteitwaarde/pessimisme etc.) aanwezig.
• Levensproblematiek aanwezig, die niet door ziektelast wordt veroorzaakt (bv.
werkproblematiek), maar wel van invloed is op coping- potentiaal.
• Zelfregulatie is onvoldoende en zelfsturing bemoeilijkt door levensproblematiek
Complexiteitsniveau 4: Zwaar gecompliceerd
Multidisciplinaire hulp is hierbij nodig
• Klachten fysiek functioneren
• Cliënt heeft duidelijke disfunctionele opvattingen over zieke en/ of ziekte
gedragingen en/ of emoties, die de klachten bestendigen.
• Impact van gezondheidsklachten manifest binnen meerder levensgebieden.
• Naast de ongunstige persoonskenmerken is psychopathologie aan de order.
• Evt. is er sprake van middelenmisbruik en/of traumatische life event’s. .
• De klachten hebben een functie in het leven gekregen.
• Zelfregulatie is uitermate laag. Cliënt heeft zich bij klachten neergelegd en kan
deze niet aan.
Vanuit bio-psychosociaal perspectief i.r.t. de omgeving
- Hulpvraag en zorgvraag van de directe familie moeten ook worden meegenomen
in de situatie. B.v. de patiënt is wel tevreden, maar de familie niet. Dit maakt de
situatie een stuk complexer (“Wat is de impact van de omgeving op de cliënt?”)
- Stabiliteit van de directe omgeving
- Zorgnetwerk: dus welke disciplines zijn betrokken bij het zorgnetwerk
Door de hulpvraag
De hulpvraag gaat om meer dan enkel een biomedisch of emotioneel aspect. Het is een
samenhang van verschillende aspecten.
Eigen persoonlijkheid als therapeut
We nemen ons eigen perspectief ook altijd mee in de casus.
Ziektelast à Disability Adjusted Life Years (DALY)
De ziektelast ('Burden of Disease') is de hoeveelheid gezondheidsverlies in een populatie
die veroorzaakt wordt door ziekten. De ziektelast wordt uitgedrukt in DALY's ('Disability-
Adjusted Life-Years'). De DALY kwantificeert gezondheidsverlies en is opgebouwd uit twee
, componenten: de jaren geleefd met ziekte en de jaren verloren door vroegtijdige sterfte.
Het concept is afkomstig van de 'Global Burden of Disease' studie (GBD) van de
Wereldbank en de WHO (Murray & Lopez, 1996).
- Years Life Losted: Het aantal verloren levensjaren (door vroegtijdige sterfte)
- Years Lived with Disability: De jaren geleefd met de ziekte worden uitgedrukt in
ziektejaarequivalenten ('Years Lived with Disability').Het aantal jaren geleefd met
gezondheidsproblemen (bijvoorbeeld een ziekte), gewogen voor de ernst hiervan
(ziektejaarequivalenten)
ICF-model
Stap 1: Ziekte/aandoening
Hier schrijf je puur op welke ziektes en aandoeningen en zijn geconstateerd bij de cliënt.
Stap 2: Functies/anatomische eigenschappen
Beter gezegd: verlies of afwijkingen van functies en anatomische eigenschappen. Bijv.
een CVA aan de linker hemisfeer valt onder ‘Ziekte/aandoening’, dan valt de Afasie onder
het kopje ‘Functies/anatomische eigenschappen’. Nog een voorbeeld is een cliënt met
het Syndroom van Down die naar de logopedist komt voor eet en drink problematiek. Het
Syndroom van Down valt onder ‘Ziekte/aandoening’. De eventuele slikproblematiek die
hierbij zou kunnen komen kijken valt onder ‘Functies en anatomische eigenschappen’.
Als je je testgegevens ook in je ICF-schema wilt vermelden, plaats ze dan ook onder
functies en anatomische eigenschappen.
Stap 3: Activiteiten
Vraag jezelf a, als je dit kopje in vult: wat kan iemand wel en niet? Activiteiten zijn
onderdelen van iemands handelen en als daar beperkingen in zijn: de moeilijkheden die
iemand heeft met het uitvoeren van deze activiteiten. Dit kan van niet meer kunnen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annickkalff. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.57. You're not tied to anything after your purchase.