100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting basis van bedrijfseconomie $3.75
Add to cart

Summary

Samenvatting basis van bedrijfseconomie

2 reviews
 72 views  11 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document bevat een samenvatting van de hoofdstukken 2, 3, 4, 8, 9, 12, 14 m.u.v. 3.4.2/3.4.3/3.4.4/4.3.3/9.2/14.2.

Preview 4 out of 35  pages

  • No
  • Hoofdstuk 2, 3, 4, 8, 9, 12, 14 m.u.v. 3.4.2/3.4.3/3.4.4/4.3.3/9.2/14.2
  • April 16, 2021
  • 35
  • 2020/2021
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: estellevandervegte1 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: niels234 • 3 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 2

2..1

Opbrengst = toerekening van ontvangsten aan een periode
Kosten = De toerekening van uitgaven aan een periode
Winst = opbrengsten minus de kosten

Voorzichtigheidsprincipe = niet te rijk rekenen en niet de winst op voorhand nemen
- Realisatieconventie = afspraak binnen de branche voor het moment waarop een
transactie is voltooid.
- Toerekening van ontvangsten aan een periode, je kunt opbrengst boeken voordat
er een ontvangst is

Confrontatiebeginsel = matching-principe
- kosten van een periode die tot reeds bekende opbrengsten hebben geleid
- confronteren van de kosten tegenover de opbrengsten

Handelsmarge = opbrengst minus de inkoop

Geen uitgave, wel kosten
Stel dat je iets koopt en een factuur ontvangt, maar nog niet betaald. Op basis van het
factuurstelsel moet je je aankoop al wel boeken in de resultatenrekening, omdat het een
kosten is. Aangezien je nog niet betaald hebt, heb je nog geen uitgave gedaan en heb je
een schuld (balans).
Rentebetalingen zijn wel kosten

Geen kosten, wel uitgave
Vervolgens betaald je de factuur. Deze betaling is een uitgave. Doordat je betaald hebt,
heb je geen schuld (balans) meer. Het afboeken van de schuld gebeurt op de balans en
niet in de resultatenrekening, zodat het geen kosten is.

Geen ontvangst, wel opbrengst
Evenzo kan het voorkomen dat je goederen verkoopt of diensten verleent en een factuur
verstuurt aan je klant, maar het geld nog niet ontvangt. Op basis van het factuurstelsel
moet je je verkopen al wel boeken in de resultatenrekening, omdat het een opbrengst is.
Aangezien je nog geen geld van je klant hebt ontvangen, is er nog geen sprake van een
ontvangst en heb je een vordering (balans).

Geen opbrengst, wel ontvangst
Vervolgens ontvang je het geld van je klant. Hierdoor heb je alles van de klant ontvangen
en heb je geen vordering (balans) meer. Het afboeken van de vordering gebeurt op de
balans en niet in de resultatenrekening, zodat het geen opbrengst is.
Een ontvangst van een lening is nooit een opbrengst

Geen uitgave, wel kosten
Vervolgens wordt de auto ouder, begint te slijten en wordt minder waard. Als je schat dat
de auto 10 jaren mee zal gaan, moet je dus elk jaar 1/10 afschrijven. Afschrijvingen zijn

,geen uitstroom van geld en dus geen uitgave. De afschrijvingen boek je in je
resultatenrekening als kosten. Afschrijvingen zijn dus geen uitgaven, maar wel kosten.

Geen opbrengst, wel ontvangst
Stel dat je € 10.000 leent van een familielid. Je ontvangt dus € 10.000 op je bank (balans)
en je hebt een schuld (balans) van € 10.000 aan dat familielid. Deze handeling verwerk je
dus niet in je resultatenrekening, zodat je geen opbrengst hebt. Wel heb je het geld
ontvangen op je bank, zodat het wel een ontvangst is. Een schuld aangaan is dus geen
opbrengst, maar wel een ontvangst.

Geen kosten, wel uitgave
Vervolgens wil je familielid zijn/haar geld in 10 jaren terug hebben. Je moet dus elk jaar
1/10 terug betalen. Doordat je jaarlijks geld moet terug betalen, neemt zowel je banksaldo
als je schuld af. Beide staan op de balans, zodat er geen sprake is van kosten. Aangezien
er wel geld uit je onderneming stroomt, is er wel sprake van uitgaven.

2.2

Resultatenrekening = worden de kosten en omzet gepresenteerd
Kasstroomoverzicht = of de gepubliceerde omzet ook daadwerkelijk leidt tot geld in de
kassa

Vermogensverschaffer = iemand of een organisatie die het bedrijf een vermogen (eigen
of vreemd ) financiert.
- Wordt vaak gebruik voor een inverstering (bijv. marketingcampagne)

Tijdsvoorkeur van geld = principe achter het bepalen van een vermogenskostenvoet (de
gemiddelde rentepercentage die het bedrijf moet betalen bij een geleend bedrag)
Vermogenskostenvoet = een minimaal bedrag dat je per jaar wilt verdienen

Principe van tijdsvoorkeur = de voorkeur voor eerder beschikbare bedragen in plaats van
op een later moment (vaak om opnieuw een inverstering te doen)

Het principe van tijdsvoorkeur van geld = de voorkeur om een betaling op een later
moment te doen (geld kun je houden kun je nog gebruiken om meer opbrengst te
behalen)
→ 2 manieren om dit te vergelijken
- eindwaarde van een bedrag of reeks bedragen te berekenen en die met elkaar te
vergelijken
- alle bedragen uit de toekomst naar een begintijdstip brengen. Deze vorm is het
berekenen van de contante waarde van een bedrag of reeks bedragen
Voor de berekening van de eindwaarde of de contante waarde is het van belang of je
uitgaat van enkelvoudige interest of samengestelde interest
Enkelvoudige interest (rente) = wil zeggen dat de vergoeder van de rente geen rente
vergoed over de rente
Samengestelde interest (rente) = wordt verondersteld dat er wel rente wordt vergoed
over de te ontvangen rente

,(Voor berekeningen met rentepercentage moet je in principe altijd uitgaan van
samengestelde rente)




Eindwaardeberekening eenmalige storting

, Eindwaardeberekening eenmalige storting over een langere periode




Eindwaardeberekening periodieke storting
De eindwaarde na periodieke stortingen hang af van vooraf storten of achteraf storten
(voornamelijk de eerste storting hangt af)
Vooraf storten = beginnen met storting (t = 0)
Achteraf storten = als de eerste storting aan het eind van het eerste jaar wordt gedaan (t =
1)




(Het is de formule maar dan na elke storting)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kirstenkurz. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75  11x  sold
  • (2)
Add to cart
Added