Hoofdstuk 1:
Einde van de 20ste eeuw is schuldhulpverlening ontstaan.
Mensen met schulden werden geholpen door de kerk of maatschappelijke instellingen.
Door de ontwikkelingen van de maatschappij kwamen er meer redenen waarom iemand in de
schulden kon belanden:
Schuldhulpverlening is een antwoord geweest op deze verschillende redenen.
Armoede: wanneer iemand gedurende een langere tijd niet de middelen heeft om te kunnen
beschikken over de goederen en voorzieningen die in de samenleving als minimaal noodzakelijk
gelden.
Armoedegrens: het absolute minimum aan geld en voedsel dat iemand per jaar nodig heeft om van
te kunnen leven. Raakt men daaronder, dan komt de gezondheid in gevaar door gebrek aan voedsel,
hygiëne en medische verzorging.
Soorten armoede:
- Tijdelijke armoede: de tijdelijke situatie dat mensen niet voldoende inkomen hebben om een
maatschappelijk aanvaardbaar niveau van bestaan te bereiken en in stand te houden.
Situatie is tijdelijk want mensen kunnen hun situatie verbeteren.
- Structurele armoede: de langdurige situatie dat mensen niet voldoende inkomen hebben om
een maatschappelijk aanvaardbaar niveau van bestaan te bereiken en in stand te houden.
- Relatieve armoede: de situatie van armoede is heel anders als je naar bijvoorbeeld andere
landen zoals India kijkt. Daar is een hele andere vorm van armoede. In Nederland wordt
daarom van relatieve armoede gesproken, omdat wij in Nederland nog een vangnet hebben
voor de meeste mensen.
Nachtwakersstaat: de overheid beschermt alleen het privébezit van burgers. Een nachtwakersstaat is
een staat waar de overheid zich zo weinig mogelijk bemoeit met de burgers. De enige taak van de
overheid is in beginsel het garanderen van de veiligheid van de inwoners door het zorgen voor politie
en krijgsmacht.
Verzorgingsstaat: staatsvorm of samenlevingsvorm die zich ontwikkelt in de 20 e eeuw, met als
kenmerk dat de overheid van het welzijn van haar burgers verzekert door een uitgebreid stelsel van
sociale voorzieningen.
,Hoofdstuk 3:
Schuldenaar: degene die de schuld heeft
De schuldeisers: degene die nog wat te goed heeft
Preferente schuldeisers: overheid en overheidsorganisaties (belastingdienst) (mogen eigen
dwangmiddelen inzetten)
Concurrente schuldeisers: de bedrijven, personen (moeten eerst naar de rechter)
4 manieren schulden ontstaan:
- Eenmalig probleem -> iemand verliest zijn baan, duur apparaat kapot
- Structureel gedragsprobleem - > gedragsprobleem van persoon (gokverslaafd)
- Onbalans in de uitgaven -> meer uitgaven dan inkomsten
- Bureaucratische schulden -> betalingsachterstand bij de overheid
- Aanpassing: door plotselinge veranderingen van inkomen en/of uitgaven, moet iemand zich
aanpassen aan de nieuwe situatie. Dit kan (tijdelijk) tot schulden leiden.
- Overleving: als mensen geen spaargeld hebben en langdurig van een laag inkomen moeten
leven, kan het zijn dat ze schulden moeten maken om te kunnen overleven.
- Compensatie: sommige mensen gaan als ze stress hebben of als ze zich onprettig voelen
extra geld uitgeven, in de hoop dat ze zich beter gaan voelen.
- Overbesteding: mensen geven voortdurend meer uit dan dat ze aan inkomen binnenkrijgen.
Dit patroon levert uiteindelijk schulden op.
Soorten schulden:
- Kortlopende schulden: looptijd van maandelijks betaaltermijn (huur, elektra)
- Langlopende schulden: financiële verplichtingen die gaat over langere termijnen (hypotheek,
lening)
- Huishoudelijke schulden: producten kopen voor je huishouden, noodzakelijke kosten
(wasmachine, diepvries)
Hoofdstuk 4:
Kwetsbare groepen voor schulden:
- Jongeren:
o Eerste baan
o Eerste huis
o Leren omgaan met geld
o (sociale druk) nieuwste spullen
, - Ouderen:
o 65+ nauwelijks mogelijkheden om schulden op te lossen door (meer) te gaan werken
o Ouderen krijgen eerder te maken met ziekten en lichamelijke ongemakken.
o Ouderen kunnen moeilijker kredieten regelen vanwege overlijdensrisico.
o Een bepaalde groep ouderen raakt door ziekte in een sociaal isolement.
- Mensen met een beperking:
o Extra kosten vanwege beperking
o Laag inkomen
o Vaak niet in staat financiële zaken zelf te regelen.
o Weinig energie om zaken zelf te regelen.
o Afhankelijk van beperking kunnen sociale vaardigheden beperkt zijn.
- Mensen die de taal niet spreken en analfabeten:
o Geen brieven of e-mails kunnen lezen
o Vaak op afstand van de samenleving
- Verslaafden:
o Verslaving staat boven andere zaken zoals bijvoorbeeld rekeningen
Grondslagen van de schulden:
- Leefomstandigheden
- Sociale vaardigheden
- Gedrag
- Kennis en kunde van financiële zaken
- Acute omstandigheden, zoals baanverlies, ziekte etc.
Oplossen van schulden kent twee kanten:
1. De schuld moet afgelost worden, zodat de schuldeisers hun geld krijgen en de klant schulden
vrij is.
2. De oorzaak van de schuld moet opgelost worden, zodat herhaling of het niet oplossen van de
schuld voorkomen wordt.
Probleem Wat te doen
Eenmalig Plan van aanpak en goed kijken naar een goede
oplossing
Structureel gedragsprobleem Kijken naar de oplossing van het gedrag en
oplossen van de schulden
Structurele onbalans Balans herstellen en plan van aanpak voor
oplossing van de schulden
Soort schuld Hulpverlening Mogelijk verwijzen naar
Aanpassing Hulp bij bijstellen van budget, in kaart brengen van Budgetcoach
inkomen en uitgaven
Overleving Hulp bij zoeken naar extra aanvulling inkomen door Sociale raadslieden,
alle mogelijkheden te onderzoeken, zoals huurtoeslag maatschappelijk werk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JillH. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.96. You're not tied to anything after your purchase.