100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Begrippenlijst Methodologie van de Sociale Wetenschappen $5.91   Add to cart

Other

Begrippenlijst Methodologie van de Sociale Wetenschappen

 20 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Begrippenlijst aan de hand van cursus Methodologie van de Sociale Wetenschappen (geschreven door Roose & Meuleman). Deze begrippenlijst omvat begrippen uit kaders in kantlijn, alsook begrippen die doorheen de tekst en cursus aan bod komen. Deze lijst kan dienen als rode draad doorheen de cursus en ...

[Show more]

Preview 3 out of 30  pages

  • April 16, 2021
  • 30
  • 2020/2021
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Methodologie van de sociale wetenschappen:
Begrippenlijst
H1: Waarom sociaalwetenschappelijk onderzoek:
Methodologie
= De wijze waarop het hele proces van wetenschapsbeoefening functioneert, en houdt dus
niet alleen de kennis en beheersing van methoden en technieken in.

Micro-, macro- en mesoniveau
= Hebben betrekking op het niveau van de analyse of theorie. Micro verwijst naar het indivi-
duele niveau, macro naar het maatschappelijke systeem en meso zit er tussenin, bijvoor-
beeld op het niveau van organisaties of bedrijven.


H2: Bouwstenen en soorten sociaalwetenschappelijk onderzoek:
Sociaalwetenschappelijk onderzoek
= De productie van geldige en betrouwbare kennis over de sociale realiteit door het combi-
neren van theorie en empirie, waarbij methodologische principes worden toegepast.

Theorie
= Het geheel van samenhangende uitspraken of proposities die bepaalde fenomenen be-
schrijven of verklaren. Het is een verhaal dat verklaart hoe de wereld rondom ons in elkaar
zit. Theorieën leggen terugkerende patronen of regelmatigheden in de wereld rondom ons
uit, beantwoorden wat-, hoe- en waaromvragen, en laten toe om voorspellingen te doen.

Concept
= Een algemeen en abstract idee dat als label dient om concreet waarneembare zaken of fe-
nomenen te categoriseren.

Verifieerbaarheid
= De mogelijkheid om door observatie te toetsen of theoretische aannames overeenstem-
men met de realiteit.

Falsifieerbaarheid
= De mogelijkheid om door observatie de eventuele onjuistheid van kennis aan te tonen. Het
is een synoniem voor weerlegbaarheid.

Repliceren
= Het herhalen van onderzoek om te kijken of men tot dezelfde conclusies komt.

Formele theorie:
= Een soort theorie die ervan uitgaat dat men allerhande sociale fenomenen los van de con-
crete inhoud kan verklaren, vanuit enkele vormelijke basisprincipes.

,‘Grand theory’
= Een soort theorie die sociale fenomenen probeert te vatten vanuit één abstract conceptu-
eel kader, waarin de formele organisatie van de concepten belangrijker is dan het begrijpen
van de sociale werkelijkheid. Deze bevinden zich op een bijzonder hoog abstractieniveau.
Een bekend voorbeeld van een ‘grand theory’ is het ‘structurele functionalisme van Talcott
Parsons’.

‘Middle range theory’
= Theorieën die berusten op een reeks aannames over één bepaald sociaal fenomeen, waar-
uit hypothesen kunnen worden afgeleid die op hun beurt empirisch getoetst worden.

Empirie
= Het ervaren van de wereld rondom ons door waarneming. Onderzoekers maken observa-
ties van de realiteit. Door middel van zintuigen observeert men de realiteit.

Deductie
= Een gevolgtrekking van het algemene naar het bijzondere. Komt van het Latijnse ‘dedu-
cere’, wat letterlijk ‘afleiden’ betekent. Uit een algemene theorie leidt men verwachtingen
of voorspellingen af voor specifieke gevallen die men observeert. Zo’n voorspelling noemt
men een hypothese, dewelke men gaan toetsen met empirisch materiaal en observaties.
Wanneer een hypothese door de realiteit ontkracht wordt, betekent dit dat de theorie geen
afdoende verklaring kan bieden. In dat geval dient de theorie te worden bijgesteld of zelfs
verworpen te worden.

Inductie
= Op basis van specifieke waarnemingen, concrete observaties, komen tot een algemene re-
gel. In eerste instantie doet men een reeks waarnemingen, waarna men op basis daarvan
een theorie formuleert die niet enkel voor de observaties klopt, maar een grotere veralge-
meenbaarheid heeft. Men gaat dus van empirie naar theorie.

Betrouwbaarheid
= De mate van consistentie van een meting waarin een meetinstrument dezelfde resultaten
oplevert bij herhaalde metingen onder soortgelijke condities. Het verwijst naar de mate
waarin onderzoeksresultaten beïnvloed worden door toevalsfouten. Dus: zou men dezelfde,
of sterk vergelijkbare, resultaten bekomen als men het onderzoek zou herhalen of replice-
ren, of als iemand anders het onderzoek gevoerd zou hebben?

Meetgeldigheid
= De mate waarin een meetinstrument meet wat het zou moeten meten. Empirische toet-
sing van theorieën vereist dat de theoretische concepten geoperationaliseerd worden. Het
peilt naar de vraag of theoretische concepten wel degelijk goed geoperationaliseerd zijn,
dan wel of er systematische fouten optreden bij de meting.

Peer review
= Het laten evalueren van wetenschappelijke bevinden door collega-wetenschappers.

, Interne geldigheid
= De mate waarin waargenomen relaties in een empirische studie een correcte weerspiege-
ling zijn van de werkelijkheid. Het beantwoordt de vraag of de relatie tussen concepten bin-
nen het onderzoek op een correcte wijze wordt voorgesteld. Causaliteit speelt hierbij een
belangrijke rol.

Externe geldigheid
= De mate waarin bevindingen uit onderzoek bij een specifieke populatie ook gelden voor
een ruimere populatie. Wordt ook wel veralgemeenbaarheid genoemd.

Schijnverband
= Soms kan de vaststelling dat 2 fenomenen samen voorkomen of co-variëren misleidend
zijn, omdat je met een schijnverband te maken hebt. Vb.: stel dat er meer kinderen geboren
worden in dorpen waar veel ooievaarsnesten bouwen. Het aantal ooievaars en geboortecij-
fers schijnen op het eerste zicht met elkaar verbonden te zijn, maar eigenlijk kan deze relatie
verklaard worden door de invloed van een derde factor, de grootte van het dorp. Hierdoor
zijn er meer families die kinderen kunnen krijgen, en meer schoorstenen waarin ooievaars
zich kunnen nestelen.

Theoriegericht onderzoek
= Onderzoek dat gericht is op de ontwikkeling van theorie, waarbij kennisproductie de pri-
maire drijfveer is. Wordt ook wel fundamenteel of academisch onderzoek genoemd, omdat
het doelpubliek bestaat uit collega-wetenschappers en de ruimere wetenschappelijke ge-
meenschap.

Praktijkgericht onderzoek
= Onderzoek dat gericht is op het oplossen van een praktisch, maatschappelijk probleem.
Wordt ook wel toegepast onderzoek genoemd. Praktijkonderzoekers (onder)zoeken con-
crete oplossingen voor maatschappelijke vragen die zich stellen (vb.: Hoe kan kinderar-
moede teruggedrongen worden? Welke maatregelen kunnen genomen worden om de toe-
name in werkstress een halt toe te roepen?).

Evaluatieonderzoek
= Een vorm van praktijkgericht onderzoek, gebruikmakend van sociaalwetenschappelijke
procedures, om de effectiviteit van sociale interventies te onderzoeken. Vb.: mondmasker-
plicht die opgelegd werd door de overheid in het kader van de Corona-maatregelen is een
voorbeeld van een sociale interventie.

Actieonderzoek
= Een vorm van praktijkgericht onderzoek dat beoogt om kennis te verspreiden onder de
deelnemers aan het onderzoek en zo politieke actie te stimuleren. Het vertrekt vanuit het
uitgangspunt dat kennis een vorm van macht is. Het zoomt vaak in op sociale ongelijkheid en
onrechtvaardigheid.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Michaelgoelen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.91  2x  sold
  • (0)
  Add to cart