, Hoofdstuk 7: afasieën/taalstoornissen
7.1 De bouwstenen van taal
Onze taal is een ononderbroken en continue klankenstroom, met ‘adempauzes’ op vaak logische
plaatsen. Gesproken taal is opgebouwd uit fonemen (klankeenheid: ba, ka, oe, nu, enz.). Een woord
is opgebouwd uit verschillende fonemen (niet altijd: nu). Het lexicon is de woordenschat.
Actieve woordenschat/output lexicon: woordenschat waarover men beschikt wanneer men
zelf spreekt.
Passieve woordenschat/input lexicon: de woorden die we verstaan en begrijpen.
De actieve woordenschat is kleiner dan de passieve woordenschat.
Een probleem bij het beluisteren van gesproken taal is de segmentatie: in de continue
woordenstroom moeten afzonderlijke woorden herkend worden (kenmerkend voor gesproken taal).
Dit is de reden dan men snel een nieuwe taal kan lezen, maar minder snel kan verstaan en begrijpen.
Het begrijpen van gesproken taal stelt dus hoge eisen aan het analytische vermogen van ons
akoestische systeem. Klinker duurt langer dan een medeklinker misverstanden in communicatie
hebben vaak met medeklinkers te maken (kaas/kaars). Gesproken taal is grammaticaal zelden correct
en er zijn veel gesprekken door elkaar. Hierdoor wil een CVA patiënt soms niet een gesprek voeren,
maar wat lezen.
Letters/visuele tekens waaruit geschreven taal is opgebouwd noemt men grafemen (handschrift,
drukletters, steno, Chinees, etc.). Om met de hand te schrijven is nodig dat de hersenen over de
geheugensporen van diverse lettervormen beschikken en deze kunnen omzetten in motorische
patronen. Bij typen is dit weer anders. Kan je rekening mee houden bij een CVA patiënt.
Woorden zijn bouwstenen voor zinnen. Syntaxis (woordordening) is bepalend voor de semantiek
(betekenis) van de boodschap (hond bijt man of man bijt hond).
Grammatica: het geheel van regels dat nodig is om een correcte taaluiting te construeren.
Pragmatiek: de manier van spreken wordt aangepast aan de situatie, taal heeft sociale betekenis.
Dit hoofdstuk gaat over stoornissen in begrip of gebruik van gesproken taal (afasieën) en geschreven
taal (alexie/dyslexie en agrafie/dysgrafie). Behalve de taal die is opgebouwd uit woorden bestaan er
allerlei taalvarianten waarbij andere bouweenheden worden gebruikt: braille, morsesignalen,
gebarentalen of typen op een toetsenbord.
Prosodie: intonatie en accenten bepalen ook de betekenis van een boodschap.
‘Maken wij vanmiddag een tochtje met de fiets?’ (en dus niet met al die anderen).
‘Maken wij vanmiddag een tochtje met de fiets?’ (dus niet vanavond of morgen).
‘Maken wij vanmiddag een tochtje met de fiets?’ (en niet met de auto).
Rechter hemisfeer heeft belangrijk aandeel bij begrip en gebruik van de prosodie.
7.2 Het opmerkelijke van taal
Doel van taal: communicatie, boodschappen overbrengen, maar ook gewoon kletsen. Kind leert
onbewust grammatica, maar is eigenlijk zeer ingewikkeld. Tongval en dialect worden moeiteloos
overgenomen. Behoort tot procedureel of impliciet geheugen (we leren onbewust).
Bij linguale klanken gebruiken we onze tong, bij labiale klanken onze lippen. Het gebeurt gewoon.
Kinderen moeten op school ‘zinsontleding’ leren terwijl ze dat eigenlijk al lang kunnen. Twee- of
meertaligheid ontstaat ook makkelijk. De gehanteerde taal is slecht een medium dat geheel
ondergeschikt is aan het uiteindelijke doel: communicatie en gezelligheid. Dat het medium arbitrair
(willekeurig), blijkt ook uit de talrijke taal- en spraakvarianten (braille, gebarentaal).
Bij het tot stand brengen van communicatie kunnen alle zintuigen of ledematen (samen of
afzonderlijk) worden ingezet. Dit alles lijkt complex, maar ons brein zit daar niet mee! Ons brein is
bezig met doelen.
7.3 Spraak versus taal
Taal: communicatiesysteem van codes en afspraken waarmee boodschappen kunnen worden
overgebracht (language).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gerline13. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.