100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting AFP 4 Leerjaar 2 $8.12   Add to cart

Summary

Samenvatting AFP 4 Leerjaar 2

 19 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

De samenvatting is redelijk uitgebreid maar omvat alle tentamenstof. Het document is opgesteld aan de hand van eigen aantekingen en verkregen powerpoints vanuit de docent.

Preview 4 out of 54  pages

  • April 16, 2021
  • 54
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Les 1 – Opbouw zenuwstelsel

1. vat de basale opbouw van het zenuwstelsel samen;
2. legt uit wat een neuron is en deelt deze in naar functie;
3. legt uit wat het verschil is tussen grijze stof en witte stof;
4. benoemt de verschillende gliacellen en hun functies.


Homeostase
Er zijn 2 orgaanstelsels die de activiteiten coördineren van alle orgaanstelsels (zoals o.a. de
spijsvertering, circulatie, geslachtsorganen), om homeostase te handhaven, in reactie op
veranderingen in de buitenwereld.
Homeostase is het op peil houden van voeding- en afvalstoffen in de cellen via het interne
milieu.
Deze twee orgaanstelsels zijn: het zenuwstelsel en het hormoonstelsel.

Hormoonstelsel: Zenuwstelsel:
- Langzaam - SnelVia zenuwbanen
- Via bloedcirculatie - Via zenuwbanen
- Houd langer aan - Korte prikkels
- Energieverbruik, groei - Lichaamshouding, reflexen

Het zenuwstelsel; functie:
 meet interne en externe milieu via sensorische input. Bewust en onbewust. Lichaamshouding,
oogbewegingen, reflexen en waarnemingen
(Het interne milieu bestaat uit bloed, cellen en weefselvocht die zich tussen de cellen en de
haarvaten bevindt. Het externe milieu is het orgaanweefsel dat in contact staat met de
buitenwereld.)
 Integreert informatie van zintuigen
 Coördineert gewilde en ongewilde reacties


Opbouw zenuwstelsel
Het zenuwstelsel wordt
onderverdeeld in een centraal
zenuwstelsel (CZS) dat
opgesloten ligt binnen de holte
van de schedel en in de
wervelkolom, en een perifeer
zenuwstelsel (PZS) dat via
zenuwcellen het CZS verbindt
met alle regionen van het
lichaam.

CZS: hersenen + ruggenmerg
PZS: al het zenuwweefsel buiten
het CZS (zenuwbanen, plexus,
ganglia, hersenzenuwen)

,Soorten neuronen
1. Afferente/sensorische informatie (het geleiden van impulsen naar het CZS)
 Somatische zintuigen (= tast, thermoceptie van warmte en kou en het aanvoelen van pijn)
 Viscerale zintuigen (= inwendige omstandigheden zoals evenwicht)

2. Efferente/motorische informatie (het geleiden van impulsen van het CZS naar spieren)
 Somatisch zenuwstelsel:
geleiding van
actiepotentialen van CZS
naar skeletspieren
 Autonoom zenuwstelsel:
geleiding van
actiepotentialen naar
gladde spieren,
hartspieren, klieren

Autonoom zenuwstelsel:
 Sympatisch zenuwstelsel
 Naarmate het organisme
actiever wordt
 Parasympatisch zenuwstelsel
 Naarmate het organisme
vertraagt



Centrale zenuwstelsel
Het CZS wordt in vier hoofdgebieden verdeeld:
1) de grote hersenen;
2) de kleine hersenen;
3) de hersenstam
4) het ruggenmerg.


Perifere zenuwstelsel
Het PZS bestaat uit buiten het centrale zenuwstelsel gelegen zenuwen die opgevat kunnen worden
als bundels uitlopers met daartussen steuncellen. Anatomisch verdeelt men het PZS in twaalf paar
hersenzenuwen en dertig paar ruggenmergzenuwen. De hersenzenuwen staan in verbinding met de
hersenen en de hersenstam en doorboren op verschillende plaatsen de schedel. De
ruggenmergzenuwen gaan uit van het ruggenmerg en verlaten het wervelkanaal tussen de
wervelbogen door. Functioneel bestaat het PZS uit een somatisch (willekeurig) en een autonoom
zenuwstelsel (automatisch). Het PZS heeft twee hoofdtaken: 1) Het zet prikkels in de zintuigen om in
signalen en voert deze informatie naar het CZS; 2) Het brengt informatie van de hersenen naar
spieren en klierweefsel.

,Zenuwweefsel
 Neuronen: zenuwcellen
 Neuroglia of gliacellen: ondersteunende
cellen




Neuronen en zenuwen
Neuronen bevinden zich niet alleen in de hersenen zelf, maar ook in de zenuwen die van en naar de
hersenen lopen.
 Sensorische zenuwen (afferent, naar het zenuwstelsel):
deze zenuwen geven signalen vanuit het perifere zenuwstelsel (alles behalve de hersenen en
het ruggenmerg) door aan het centrale zenuwstelsel. Zij zijn verantwoordelijk voor het
doorgeven van waarnemingen, dus prikkels uit de omgeving en uit ons eigen lichaam.
Voorbeelden van prikkels zijn: aanrakingen op de huid, temperatuurverschillen en pijn.
 Motorische zenuwen (efferent, weg van het zenuwstelsel):
deze zenuwen geven signalen (impulsen) vanuit het centrale zenuwstelsel door aan het
perifere zenuwstelsel. Deze zenuwen zijn verantwoordelijk voor de aansturing van de
spieren.
Motorisch wordt verdeelt in somatisch en automatisch zenuwstelsel.
Binnen het autonome zenuwstelsel heb je het sympatisch zenuwstelsel en parasympatisch (in
rust).
 Interneuronen/schakelcellen:
verbinden sensorische en motorische neuronen aan elkaar of verbinden schakelcellen zelf aan
elkaar. Dit doen ze binnen het centrale zenuwstelsel.
 Celdeling onder neuronen is niet mogelijk.


Neuron: anatomie
1. Dendriet (=letterlijk boom)
Vertakkingen rondom de celkern. De dendrieten bevatten
synaptische receptoren en kunnen zo informatie
ontvangen van de axonen van andere neuronen.
2. Celkern/nucleus
3. Cellichaam
4. Axon
Is essentieel voor het doorgeven van informatie
5. Myelineschede
Myeline omhullen het axon en zorgen voor isolatie
waardoor de impulsgeleiding sneller en beter door
verloopt.
6. Knoop van Ranvier
Hier kunnen positieve ionen de cel instromen en een
actiepotentiaal voortzetten.
7. Axon-uiteinde
8. Synapsknop
Door contact met een andere cel kan er overdracht van neurotransmitters plaatsvinden.

, Neuron: varianten

A) Mulitpolair neuron
 2 of meer dendrieten
 1 axon
 Alle motorische neuronen zijn
multipolair
B) Unipolair neuron
 De dendrieten en het axon lopen in
elkaar over en het cellichaam ligt
aan één zijde
 De meeste sensibele neuronen
C) Bipolair neuron
 1 dendriet
 1 axon
 Zijn zeldzaam en komen voor in
speciale zintuigen
 Neuronen omtrent zien, ruiken en
horen

Gliacellen (neuroglia)
Naast zenuwcellen zijn er ook nog andere cellen in de hersenen te vinden. Deze cellen heten
gliacellen (glia is Grieks voor “lijm”).
 Functie: voeding, bescherming en steun van neuronen.
Eigenschappen:
- Hebben een eigen netwerk
- Gliacellen zijn talrijk en werken als fagocyten
- Zijn kleiner dan neuronen en zijn wel in staat zich te delen
- Maken de helft van het volume van het zenuwstelsel
Er zijn verschillende soorten gliacellen in het centrale zenuwstelsel die allemaal een eigen taak
hebben.

Soorten gliacellen in het CZS:
- Astrocyten (astro= ster, stervormig) zijn steuncellen die de bouwstenen van de bloed-hersen
barrière vormen. Zij zorgen er dus voor dat niet alle stoffen uit het bloed de hersenen kunnen
bereiken. Daarnaast zijn ze verantwoordelijk voor de chemische omgeving van de zenuwcellen.
- Oligodendrocyten maken myeline aan om de verbinding tussen zenuwcellen te beschermen. Ze
zijn alleen aanwezig in het centrale zenuwstelsel. Deze gliacellen omringen meerdere axonen.
- Microglia verwijderen schadelijk materiaal zoals virussen uit het centrale zenuwstelsel en zijn
een belangrijk onderdeel van het immuunsysteem.
- Ependymcellen vormen de begrenzing van het centrale wervelkanaal en de vier ventrikels. Deze
cellen produceren het hersenvocht.

Schwanncellen maken ook myeline aan om de verbinding tussen zenuwcellen te beschermen alleen
is dit type glia cel alleen aanwezig in het perifere zenuwstelsel.
Schwanncellen kunnen specifiek één axon omringen. Oligodendrocyten kunnen stukken van
verschillende axonen bekleden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maartjeschapendonk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.12. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60904 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.12  1x  sold
  • (0)
  Add to cart