1) Geef de structuur van hemoglobine.
Volledig zijn: primaire, secundaire, tertiaire en quaternaire structuur
Hemoglobine bestaat uit 2x paar identieke globineketens + 4 haemgroepen
→ 4 subunits: 1x haemgroep en 1x globine
Per hemoglobine-molecule worden er dus 4x O2 getransporteerd, gebonden aan 4x Fe2+
→ reversibele reactie (oxyHb en deoxyHb)
Haem: ferro-proto-porfirine
• Porfyrine = 4 pyrrolringen verbonden door metheenbruggen
Geconjugeerde bindingen → rode kleur RBC
• Protoporfyrinering = porfyrine + substituenten
• Ijzeratoom Fe2+ = kan 6 bindingen aangaan
→ 4 x met N van pyrrolringen + 1x O2 + 1x histidine van globineketen
Globine: polypeptide, eiwit ± AZ
• Primaire structuur: opeenvolging AZ bepaald door 6 verschillende genen en globines
• Secundaire structuur: opgebouwd uit 7-8 helices + onderbroken door korte niet-helicale
stukken → proline zorgt voor buigingen in EW
• Tertiaire structuur: kluwen van helices met in midden een soort ‘mandje’ voor haemgroep
→ haem met Fe2+ vast aan histidine uit globineketen
• Quaternaire structuur: 4x hemoglobine-units die niet-covalent gebonden zijn
= tetrameer
2) Vanwaar komt de term ‘fast hemoglobine’?
Bij elektroforese en andere chromatografische systemen waren er hemoglobines die sneller
migreerden dan HbA, HbF en HbA2 → Fast-Hb = modificatie van HbA (2xα + 2xβ) <7,5%
Modificatie: glucose of glucosemetabolieten gebonden aan terminale NH2 uitende van de
globineketen, wordt toegevoegd na synthese van Hb + irreversibel
Belang: diabetici 3x meer ‘versuikerde’ Hb dan bij normale persoon → kunnen glucose in bloed
niet opnemen dus bindt aan Hb. 12-20%
• percentage Fast-Hb t.o.v. gewone Hb is een trouwe weergave van de glucosewaarden in het
bloed van ongeveer 2 maanden voor bloedafname, toont aan dat er suikerpieken waren
3) Geef de algemene trends van de hematopoëse.
Typische evolutie/algemene cellulaire kenmerken:
• Afname celgrootte
• K/C daalt → meer cytoplasma dan kern
• Verdichting van chromatinestructuur tot dens/grof
• Verlies van nucleoli
• Cytoplasma kleur: basofilie daalt (donkerblauw naar roze/grijs lichtblauw)
, In vroege voorlopers: veel EW-synthese
→ grote cel, nucleolie werd rRNA gevormd voor ribosomen + mRNA naar cytoplasma voor
translatie = basofiel
→ grote kern en losmazig chromatine voor transcriptie
In uitgerijpte cel: weinig EW-synthese
→ kleiner cel, geen nucleoli dus geen rRNA en geen mRNA in cytoplasme = basofilie daalt
→ kleinere kern met gecondenseerd chromatine want geen transcriptie
4) Geef de verschillende linken tussen de primaire en de secundaire homeostase.
Ca2+-ion in GLA domein gaat binden met het negatief geladen membraan van de trombocyt (flip
flop van fosfatidylserine)
Ca2+-ionen worden vrijgesteld in de primaire hemostase bij de vrijstelling uit de delta granules na
activatie van de trombocyten door weefselschade en blootlegging van collageenweefsels uit het
subendotheel
Geactiveerde trombocyt zorgt voor factor V in primaire hemostase → trombinevorming
Calcium ook nodig voor de binding van TF/factor VIII complex en factor X/factor V complex
Trombine:
• Secundaire hemostase: → activatie van factor V, VIII, XI en XIII
• Primaire hemostase: bindt op trombine receptor → inductie van release-reactie, aggregatie
en contractie van bloedplaatjes
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fbterx99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.96. You're not tied to anything after your purchase.