100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Belastingrecht 2 $3.80
Add to cart

Summary

Samenvatting Belastingrecht 2

 36 views  5 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit betreft een tentamengerichte samenvatting van het vak Belastingrecht 2 dat in het derde studiejaar van de bacheloropleiding Accountancy wordt aangeboden aan de Nyenrode Business Universiteit. Deze samenvatting bevat alle broodnodige stof voor het behalen van het tentamen en daarnaast zijn alle ...

[Show more]

Preview 7 out of 29  pages

  • No
  • Alle relevante hoofdstukken voor het behalen van het tentamen
  • April 16, 2021
  • 29
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting
Belastingrecht 2
Nyenrode Business Universiteit | Voorjaar 2021
Bachelor of Science in Accountancy




Delano Tolhuisen

,Voorwoord
Dit betreft een tentamengerichte samenvatting van het vak Belastingrecht 2 dat in het derde
studiejaar van de bacheloropleiding Accountancy wordt aangeboden aan de Nyenrode
Business Universiteit. Deze samenvatting bevat alle broodnodige stof voor het behalen van
het tentamen en daarnaast zijn alle relevante wetsartikelen in de samenvatting opgenomen.
Deze verwijzingen zijn in het rood extra zichtbaar gemaakt. De samenvatting is uiteraard in
het voorjaar van 2021 geschreven, maar voor de beoefening van dit tentamen maakt dat
weinig uit. De belastingwetten wijzigen in hoofdlijnen beperkt en meestal komt het dan
enkel neer op een wijziging van de bedragen. Nou dat valt nog wel te overzien, want de
verwijzing naar het juiste wetsartikel blijft dan intact.
Ik hoop dat je veel profijt behaald met het bestuderen van deze samenvatting. Heel veel
succes toegewenst met het behalen van je tentamen!


Delano Tolhuisen




1

,Inhoudsopgave
Voorwoord ................................................................................................1
Inhoudsopgave ...........................................................................................2
1. Introductie van de inkomstenbelasting ............................................................3
2. Box 1: het ondernemerschap .......................................................................5
3. Totaal- en jaarwinst ............................................................................... 10
4. Doorschuiving van de onderneming .............................................................. 15
5. Box 2: het aanmerkelijk belang .................................................................. 18
6. De aandelenfusie ................................................................................... 23
7. Internationaal en Europees belastingrecht ..................................................... 24
8. Schenk- en erfbelasting............................................................................ 26




2

,1. Introductie van de inkomstenbelasting
In dit hoofdstuk wordt een korte introductie gegeven van de Wet op de Inkomstenbelasting
en het onderliggende boxenstelsel.

Belastingsubject
Het subject van de inkomstenbelasting, ofwel: wie is belastingplichtige voor de IB zijn
natuurlijke personen (art. 1.1 IB) die (art. 2.1 IB):
• In Nederland wonen; of
• In Nederland inkomen genieten.

Het boxenstelsel
De wet inkomstenbelasting kent het ‘drieboxenstelsel’. Binnen deze boxen vallen
verschillende categorieën van inkomsten en worden tegen verschillende tarieven belast:

• Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning;
• Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang;
• Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen.

De som van het inkomen uit werk en woning, aanmerkelijk belang en sparen en beleggen
wordt het verzamelinkomen genoemd (art. 2.18 IB), ofwel het belastingobject.

Er is geen sprake van verliesverrekening tussen de verschillende boxen. Wat in box 1 of box
2 is belast of vrijgesteld, wordt niet meer belast in box 3 (art. 2.14 IB). In principe stelt dit
artikel een rangorde. In eerste instantie wordt gekeken of het inkomen belast is in box 1,
daarna pas wordt gekeken of het belast is in box 2 en indien ook dat niet het geval is, dan
wordt daarna beoordeeld of het belast is in box 3.

Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning
Het belastbaar inkomen uit werk en woning wordt belast in onderverdeelde belastingschijven
en kent een progressief stelsel. Deze belastingschijven en -tarieven staan in art. 2.10 IB en
2.10a IB. Box 1 kent daarnaast heffingskortingen die van invloed zijn op het uiteindelijke
verschuldigde bedrag.

In box 1 is het volgende belast (art. 3.1 IB):
• Winst uit onderneming;
• Loon, pensioen, uitkeringen e.d.;
• Resultaat uit overige werkzaamheden (ROW);
• Periodieke uitkeringen, bijvoorbeeld ontvangen partneralimentatie;
• Eigenwoningforfait -/- eigenwoningrente;
• Persoonsgebonden aftrekposten, zoals scholingsuitgaven, aftrekbare giften, uitgaven
voor specifieke zorgkosten.

Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
Mensen die een belang hebben van minimaal 5% in een rechtspersoon, kunnen te maken
krijgen met een belastingheffing in box 2 tegen het tarief á 26,25%. Box 2 kent dus een
proportioneel tarief.




3

,In box 2 is het volgende belast:
• Regulier voordeel, bijvoorbeeld dividend;
• Vervreemdingsresultaten, zoals verkoopwinsten;
• Daarvan afgaan de aftrekbare kosten, zoals rente en kosten van een adviseur.

Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen
Als iemand een behoorlijk vermogen bezit per 1 januari, dan wordt dit in box 3 belast. De
inkomsten uit sparen en beleggen worden middels een forfaitair bepaald. Over dit inkomen
bedraagt het tarief 30%. Daar moet je dan nog wel de eventuele schulden vanaf trekken en
het heffingsvrije vermogen (á € 50.000 in 2021) (art. 5.5 IB). Ook voor box 3 geldt een
proportioneel tarief.

Wijze van heffing
De inkomstenbelasting betreft een aanslagbelasting (art. 9.1 IB). De belastingplichtige doet
dus aangifte en de inspecteur legt aanslag op. Houd daarbij wel rekening met voorheffingen
(art. 9.2 IB) en de voorlopige teruggaaf.




4

,2. Box 1: het ondernemerschap
In dit hoofdstuk wordt verder ingezoomd op de inkomsten uit box 1 van de Wet op de
Inkomstenbelasting, zijnde de inkomsten uit werk en woning. Met name de onderneming zal
de revue passeren.
Belastbare winst uit onderneming
De belastbare winst uit onderneming wordt in art. 3.2 IB omschreven als: “het gezamenlijke
bedrag van de winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit één of meer
ondernemingen, verminderd met de ondernemersaftrek en de mkb-winstvrijstelling.”

Onderneming
Er is geen sprake van een concrete definitie van het begrip onderneming. Naar aanleiding
van jurisprudentie is de volgende definitie van een onderneming ontstaan:
Een onderneming is:
• Een duurzame organisatie,
• Van kapitaal en arbeid,
• Die erop is gericht om deel te nemen aan het maatschappelijke productieproces (het
economische verkeer),
• Met het oogmerk winst te behalen.

Hierna worden de elementen van de definitie uiteengezet.

De drie criteria: deelname aan het economisch verkeer, voordeel wordt beoogd en voordeel
is redelijkerwijs te verwachten wordt ook wel de bronnentheorie genoemd.

Een duurzame organisatie
Hiermee wordt bedoeld dat de onderneming geen incidenteel karakter heeft. Het is mogelijk
dat een onderneming slechts korte tijd bestaat.

Organisatie van kapitaal en arbeid
Bij een organisatie van kapitaal en arbeid valt al te denken aan een kappersschaar en een
persoon die knipt. Ook iemand die een zelfstandig beroep uitoefent wordt gelijkgesteld met
een onderneming (art. 3.5 IB).

Deelname aan het economische verkeer
Er is sprake van deelname aan het economische verkeer als activiteiten worden verricht
buiten de eigen kring en bijvoorbeeld niet alleen in de familie- of hobbysfeer. Meestal is
sprake van deelname aan het economisch verkeer als voor de prestatie een vergoeding wordt
ontvangen.

Winstoogmerk
Als er naar winst wordt gestreefd, moet winst ook redelijkerwijs te verwachten zijn, en is
er sprake van een onderneming. Daarom is er geen sprake van een onderneming bij een
hobby waarbij het niet de verwachting is dat de baten de lasten zullen overtreffen. Er is
daarentegen juist wél sprake van een onderneming als er redelijkerwijs winst te verwachten
is, maar de belastingplichtige de winst niet beoogt. Het objectieve criterium van het
voordeel ‘verwachten’ is belangrijker dan het subjectieve criterium ‘beogen’.




5

, Ondernemer
De definitie van een ondernemer is terug te vinden in art. 3.4 IB: de belastingplichtige voor
rekening van wie een onderneming wordt gedreven en die rechtstreeks wordt verbonden
voor verbintenissen betreffende die onderneming. Maar naast ondernemers zijn er volgens
de Belastingdienst ook andere zogenaamde winstgenieters. In art. 3.3, lid 1 IB worden de
andere twee winstgenieters opgesomd:
• De belastingplichtige die winst geniet, anders dan als ondernemer of aandeelhouder,
wordt gezien als een medegerechtigde tot het vermogen van de onderneming;
• De belastingplichtige die voordelen geniet uit hoofde van een bepaalde
schuldvordering op een ondernemer, ten behoeve van een voor zijn rekening
gedreven onderneming (schuldeisers met specifieke vorderingen) (de schuld lijkt dan
op eigen vermogen).

De medegerechtigden en schuldeisers met specifieke vordering zijn wel winstgenieters,
maar dus geen ondernemers. Zij kunnen dus geen gebruikmaken van de
ondernemersfaciliteiten. Denk hierbij aan een commanditaire vennoot van een C.V.

Ondernemerschap
De ondernemer moet zelfstandig een onderneming drijven, waarbij sprake is van een zekere
continuïteit. Essentieel is dat de ondernemer ondernemersrisico loopt. In de term van een
ondernemer (art. 3.4 IB) wordt ook gesproken over ‘Rechtstreeks verbonden voor
verbintenissen’. Daarmee wordt gedoeld dat de belastingplichtige tegenover zijn zakelijke
crediteuren aansprakelijk is voor de schulden van de onderneming. De verbondenheid moet
‘rechtstreeks’ zijn, dus niet via bijvoorbeeld huwelijksgemeenschap.

Urencriterium
Om als ondernemer te kunnen worden aangemerkt, moet worden voldaan aan de definitie
uit art. 3.4 IB. In deze omschrijving wordt geen urennorm benoemd waaraan voldaan moet
worden. Voor ondernemers bestaan een hoop fiscale faciliteiten, zoals de
zelfstandigenaftrek, de mkb-winstvrijstelling en de oudedagsreserve. Om te vermijden dat
alle ondernemersfaciliteiten ook bij activiteiten met een zeer geringe omvang binnen
handbereik komen, is het urencriterium geïntroduceerd (art. 3.6 IB). Dit houdt in dat een
minimumaantal uren besteed moet zijn aan de onderneming om in aanmerking te komen
voor bepaalde ondernemersfaciliteiten.

Een belastingplichtige voldoet aan het urencriterium als:
• Hij gedurende een kalenderjaar tenminste 1.225 uur heeft besteed aan
werkzaamheden voor een of meer ondernemingen waaruit hij als ondernemer winst
geniet; en
• De tijd die in totaal is besteed aan die ondernemingen grotendeels (50% of meer) is
besteed aan die ondernemingen.

Deze laatste eis geldt niet voor ondernemers die in een of meer van de vijf voorafgaande
kalenderjaren geen ondernemer was (de startende ondernemer) (art. 3.6, lid 1, sub b IB).

Bij een zwangerschap vindt er een versoepeling plaats. In dat geval wordt de onderneemster
namelijk geacht om ook tijdens haar zwangerschapsverlof de ‘normale’ uren te hebben
gemaakt (art. 3.6, lid 5 IB).




6

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MisterLano. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.80  5x  sold
  • (0)
Add to cart
Added