100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting leerdoelen Internationaal Publiekrecht P3 $3.75   Add to cart

Summary

Samenvatting leerdoelen Internationaal Publiekrecht P3

 16 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting die ik heb geschreven van het vak Internationaal Publiekrecht uit de P3. De samenvatting is gebaseerd op de voorgeschreven literatuur uit het competentieboek van de Juridische Hogeschool. Het gaat om weken 1 t/m week 6.

Preview 3 out of 30  pages

  • Yes
  • April 18, 2021
  • 30
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Internationaal publiekrecht leerdoelen

3.1.1 Planning
Week Onderwerp Literatuur


1 Kennismaking met het * Praktisch Internationaal recht, H1
internationaal recht.




Leerdoelen week 1
De student kan:
- een omschrijving geven van het internationaal publiekrecht;
Het geheel van internationale rechtsregels, dat de publiekrechtelijke
rechtsbetrekkingen regelt tussen internationale rechtssubjecten.

- de synoniemen van het internationaal publiekrecht benoemen;
Internationaalpubliekrecht = internationaal recht = volkeren recht.

- internationaal publiekrecht onderscheiden van internationaal
privaatrecht en Nederlands publiekrecht;
Internationaal (publiek)recht 
Het internationale recht is het recht dat geldt tussen staten onderling.

Internationaal privaatrecht 
Internationaal privaatrecht richt zich met name op geschillen tussen natuurlijke
en rechtspersonen onderling.

Bij internationaal privaatrecht is de vraagt welke recht er moet worden
toegepast, bijvoorbeeld Frans of Duits recht. Bijvoorbeeld een huwelijk tussen
een Fransman en een Duitse vrouw. Ze hebben een goed huwelijk en de
ander vraagt een scheiding aan. De vraag is welk recht er dan moet worden
toegepast. Frans of Duits recht?

- de kenmerken van de internationale rechtsorde benoemen en toelichten;
1. Decentraal (horizontaal) karakter  iedereen is gelijk.
Staten zijn gelijkwaardig aan elkaar, ook al is de ene staat groter dan de
ander, maar zijn tegelijkertijd wel afhankelijk van elkaar omdat je in je 1tje
niet veel kan bereiken.

2. (Vreedzame) co-existentie  je bemoeit je niet met anderen landen.
Heet beleid om ernaar te streven landen die elkaars politieke tegenstrijders
zijn, vreedzaam naast elkaar te bestaan, dus politieke conflicten niet te
laten uitlopen tot militaire conflicten.

3. Onderlinge afhankelijkheid  je kunt niet zonder elkaar, je moet met
elkaar samenwerken.

, Je bent onafhankelijk van andere staten, maar je hebt elkaar wel nodig
daarom zit een staat bijvoorbeeld in de VN) Als Luxemburg stemt en China
ook dan gelden beide stemmen maar een keer.

4. Grote invloed van politieke factoren en machtsfactoren  landen zoals
China en de Verenigde Staten hebben een andere invloed zoals landen als
België en Luxemburg

5. Er ontbreekt een gerechtelijke macht  er is geen centraal geregelde
rechterlijke macht.
Een van de kenmerken van de internationale rechtsorde is juist dat een
centraal geregelde rechterlijke macht ontbreekt. Het Internationaal
Gerechtshof bijvoorbeeld, is alleen bevoegd over zaken te oordelen als
staten daar mee hebben ingestemd (art. 36 lid 2 Statuut IGH).


- de doorwerking van internationaal publiekrecht in de Nederlandse
rechtsorde beschrijven, uitleggen en toepassen op een casus;
Doorwerken van internationaal publiekrecht in de Nederlandse rechtsorde 
een staat kan kiezen voor een monistisch of dualistische benadering van het
internationale recht.

Monisme: het internationale recht is automatisch deel van de nationale
rechtsorde. Omzetting van internationaal recht naar nationaal niveau via een
speciale wet is dan ook niet nodig.

Dualisme: als een lidstaat ervoor heeft gekozen voor het dualisme, dan moet
internationaal recht worden omgezet of getransformeerd naar nationaal recht
via een aparte wet.

Nederland kent een (gematigd) monistisch stelsel.  Eenieder verbindende
bepalingen die in verdragen of volkenrechtelijke besluiten staan, werken direct
door in de Nederlandse rechtsorde. Dat wil zeggen dat burgers er een beroep
op kunnen doen voor de Nederlandse rechter. Dat is monistisch. De
gematigde kant van ons stelsel is het gevolg van een uitspraak van de Hoge
Raad waarin deze vaststelde dat de burger bij de Nederlandse rechter geen
beroep kan doen op (eenieder verbindende) bepalingen van
internationaal gewoonterecht. Dat internationale gewoonterecht moet eerst
worden getransformeerd naar een Nederlandse wet.

Monistisch, omdat:


Art. 93 Gw:
- Als het is bekendgemaakt
- Als het een ‘’een ieder’’ verbindende bepaling is
Conclusie  directe doorwerking in NL rechtsorde

, - het toetsingsverbod van art. 120 Gw toelichten en toepassen op een
casus.
De rechter heeft een toetsingsverbod. De rechter mag op grond van art. 120
Grondwet formele wetten en verdragen niet toetsen aan de Grondwet. De
rechter mag de Grondwet en wetten in formele zin wél toetsen aan verdragen
(zie art. 93 en 94 Gw).

Begrippen (week 1)

Internationaal recht
Het recht tussen staten onderling.

Soeverein (soevereiniteit)
(hoogste macht of hoogste gezag)
Als een staat zelfstandig beslissingen kan nemen en oefenen daarmee hun recht uit.

Juridisch gezien zijn staten gelijk aan elkaar. Ze zijn soeverein op hun eigen
grondgebied.
Van volledige onafhankelijk ten opzichte van elkaar is echter geen sprake. Er is
sprake van onderlinge afhankelijkheid, ofwel interdependentie.

Rechtsmacht
Het Nederlandse bestuursrecht is niet van toepassing in het buitenland.

Wetten in formele zin
Wetten die vastgesteld zijn door de regering en Staten-Generaal.

Tractatenblad
Publicatieblad van de overheid voor internationale regelgeving zoals verdragen.

Decentraal
Elk land is gelijk.

Publiekrechtelijk rechtsbetrekkingen
Verdragen en besluiten.

Supernationaliteit
Supranationaliteit houdt in dat staten tegen hun wil gebonden kunnen worden aan
internationale regels

Internationale rechtsorde  in het internationale recht zijn staten afhankelijk van
elkaar. Staten hebben elkaar nodig om afspraken te maken over bijvoorbeeld
grensoverschrijdende milieuproblemen. Kortom, staten zijn in toenemende mate
afhankelijk(=interpedent) ten opzichte van elkaar. Grensoverschrijdende kwesties
zoals milieu of terrorisme kan een staat niet alleen oplossen. Om deze kwesties aan
te pakken moeten staten met elkaar samenwerken. Dit kan op regionale of mondiale
basis.

Regionale basis: staten kunnen verdragen met elkaar sluiten in een regio.
(Bijvoorbeeld de Europese Unie)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller michelleagyeimensah. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67447 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75
  • (0)
  Add to cart