Dit is een begrippenlijst met de belangrijkste begrippen van het vak Inleiding Recht. Dit vak wordt op de Universiteit Leiden in leerjaar 1 zowel gegeven aan studenten Rechten als aan studenten Criminologie. De begrippen staan in alfabetische volgorde
Aanvullend recht Regels waarvan onderling wel mag worden
afgeweken als beide partijen het hiermee
eens zijn
ABBB – Algemene beginselen van Algemene principes die het bestuur bij het
behoorlijk bestuur voorbereiden en nemen van zijn
beslissingen in acht moet nemen
Abductie Het is zoeken naar een conclusie die het
beste past bij hetgeen dat waargenomen is.
Men zou het ook kunnen omschrijven als
‘gissen’
Absolute competentie Het gaat om de vraag welk soort rechter
bevoegd is om de zaak in behandeling te
nemen
Absolute rechten Kan je tegenover iedereen geldig maken
(het eigendomsrecht)
Absolute Nadruk ligt op vergelding van het strafbare
strafrechttheorie/Vergeldingstheorie feit, de dader betaalt voor het toegebrachte
leed. Leed moet gecompenseerd worden
om de maatschappelijke verhoudingen weer
in evenwicht te brengen. Rechtvaardiging
voor de straf gegrond in het misdrijf
Accusatoir proces Vorm van procesvoering waarbij het
initiatief bij de procespartijen ligt.
Het proces is bijna volledig in handen van
de partijen: zij bepalen het voorwerp van de
rechtszaak en zij zijn verantwoordelijk voor
de bewijsvoering rechter is lijdelijk
(afwachtende houding, gaat niet actief op
zoek naar de feiten en omstandigheden
A-contrario redeneren Als iets in het verleden bijvoorbeeld niet is
gezien als diefstal moet dat nu ook niet zo
zijn (kijken naar hoe een zelfde kwestie in
het verleden is behandeld)
Algemene rechtsbeginselen Rechtsbeginselen die de grondslag vormen
van de rechtsstelsels van beschaafde (en
vredelievende) staten
Bijvoorbeeld: schadevergoedingsplicht,
zelfbeschikkingsrecht van volken, beginsel
van goede trouw
Analogie redenering Redenering waarbij de rechter zich op het
standpunt stelt dat een bepaalde, niet
wettelijk geregelde kwestie zoveel lijkt op
een kwestie waarin de wet wel voorziet, dat
die laatste regel ook van toepassing wordt
verklaard op de niet-geregelde kwestie.
Anticiperende interpretatie Als er bijvoorbeeld een nieuwe wet
aankomt, kan de rechter alvast in de
richting van die nieuwe wet te interpreteren
Autonomie Regeling en het bestuur van de eigen
huishouding wordt aan een lagere instelling
, overgelaten
Beperkte rechten Bezwaart het volledige recht, zorgt ervoor
dat het niet meer geheel omvattend is
1. Genotsrechten (= genot of gebruik,
geldt doorlopend)
2. Zekerheidsrechten (=
voorwaardelijke
beschikkingsbevoegdheid, kan
slechts 1 keer geldig worden
gemaakt)
Bestanddelen Voorwaarden voor de strafbaarheid, van de
daad en de dader, die in de
delictsomschrijving terug te vinden zijn
Bronnen van het recht Verdrag, gewoonte, wet, rechtspraak
Causaliteit De verhouding tussen twee dingen of
gebeurtenissen, waarbij het ene oorzaak is
en het andere gevolg
Constitutie De staatsinrichting van een staat – kan
gedeeltelijk in de Grondwet staan maar
hoeft niet
Constitutionele monarchie Enerzijds is de Koning het staatshoofd
(monarchie) anderzijds is hij niet almachtig,
zijn macht is grondwettelijk beperkt en hij is
gebonden aan de Grondwet (daarom:
constitutioneel)
Culpoze delicten Er is sprake van schuld, de dader heeft de
strafbare feiten uit onvoorzichtigheid
teweeggebracht
Deductie Als men gebruik maakt van deze vorm van
beredeneren dan kan men er 100% zeker
van zijn dat de conclusie waar is.
Deductieve argumenten maken gebruik van
premissen, dat zijn een soort basis regels
die per definitie waar zijn = modus ponens
Deregulering Het terugdringen van de grote hoeveelheid
overheidsvoorschriften
Districtenstelsel Het land is verdeeld in verschillende
districten (Engeland en de VS). Deze
districten dienen ‘gewonnen’ te worden om
afgevaardigden in het parlement te
verkrijgen
Voordelen:
- Innige band tussen gekozene en
kiezer
- Lokale belangen vertegenwoordigd
Nadelen:
- ‘The winner takes it all’
- Kleine partijen verspreid over het
land krijgen geen kans
Doctrine Gezaghebbende schrijvers kunnen
vaststellen of verduidelijken wat
internationaal recht voorschrijft
Zij kunnen echter geen recht scheppen
Het betreft een hulpbron
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CriminologieStudent14. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.24. You're not tied to anything after your purchase.
