Complete samenvatting van lesbrief financiële zelfredzaamheid. Tussendoor zijn aantekeningen van mijn leraar toegevoegd die aansluiten op de lesstof. Vandaar dat het vrij veel pagina's zijn.
1.2 - schadeverzekeringen en levensverzekeringen
Vanaf je 18e ben je verplicht een zorgverzekering af te sluiten. Dat kan via je ouders, maar er zijn ook
zorgverzekeringen met voordelige tarieven voor studenten.
Zorgtoeslag: tegemoetkoming v.d. overheid in de kosten van een zorgverzekering.
Schadeverzekering: vergoed de schade bij optreden van een verzekerd risico.
Voorbeelden:
Zorgverzekering: verzekering voor ziektekosten
Inboedelverzekering: ben je verzekerd tegen schade aan je spullen door brand, water,
inbraak of storm
Opstalverzekering: verplicht voor iedereen die koopwoning met hypotheek heeft, verzekert
de woning tegen schade door brand, storm en inbraak
AVP (aansprakelijkheidsverzekering): verzekering die de verzekerde beschermt tegen het
risico van aansprakelijkheid, vergoedt letselschade en zaakschade die door de verzekerde
wordt veroorzaakt.
Verschil met 'gewone' schadeverzekering is dat een zorgverzekering verplicht is voor iedereen, net
zoals autoverzekering verplicht is voor eigenaar van een auto. Andere schadeverzekeringen zijn naar
eigen keus.
Levensverzekering: keert een bedrag uit bij het bereiken van een bepaalde leeftijd of bij overlijden.
Voorbeelden:
Uitvaartverzekering: bedrag ter dekking van de kosten van de begrafenis.
Lijfrenteverzekering: verzekering die vanaf een bepaalde datum een uitkering verstrekken
als aanvulling op de AOW/pensioen. Keert gedurende een vooraf overeengekomen periode
of levenslang telkens eenzelfde bedrag uit aan de verzekerde.
Levenslange lijfrenteverzekering: verzekert het zogenaamde langlevenrisico.
Overlijdensrisicoverzekering: verzekering voor het risico op overlijden. Bij afsluiten
hypotheeklening verplicht de bank je meestal overlijdensrisicoverzekering af te sluiten. Als
verzekerde overlijdt voordat schuld is afgelost, komt de resterende schuld geheel of ten dele
te vervallen.
Verzekeren: het overdragen van een financieel gevolg van een gebeurtenis die iemand kan
overkomen tegen betaling van een verzekeringspremie.
Onderverzekering: als je voor minder bent verzekerd dan dat het waard is.
~ Schadevergoeding bij onderverzekering = (verzekerde waarde/werkelijke waarde) x schadebedrag
, H.2 - Lenen
2.1 - Het consumptief krediet
Consumptief krediet: een door de consument afgesloten lening voor consumptieve doeleinden zoals
kopen van een fiets (geld lenen om consumptiegoederen te kunnen kopen)
Als je geen student bent, ga je voor een lening meestal naar de bank. Hier kun je geld lenen tegen
een bepaald interestpercentage (=rentepercentage)
Kredietnemer: als je geld leent, jij ontvangt het geld
Kredietgever: de bank die het geld verschaft, bank is dan uitlener van het geld (geldgever)
Totale kosten van het krediet bestaat uit: zogenaamde kredietkosten = totaal terug te betalen
bedrag min het geleende bedrag. Naast rente die je moet betalen, horen ook kosten als
afsluitingskosten van lening, verzekeringskosten, administratiekosten etc.
Vier vormen consumptief krediet:
Persoonlijke lening:
Leen je een bepaald vast bedrag en betaal je terug in termijnen
Voor aanschaf duurzame consumptiegoederen
Annuïteit: periodiek gelijkblijvend bedrag. Bestaat uit aflossingsbestanddeel & rentebestanddeel.
Omdat je iedere maand hetzelfde bedrag aflost, wordt schuld geleidelijk kleiner en betaal je minder
rente
Naarmate de looptijd van de lening verstrijkt, wordt het aflossingsbestanddeel van de annuïteit
steeds groter en het interestbestanddeel kleiner.
Effectieve rente: opslag, risico enz.… er komen dus altijd nog kosten bij.
Doorlopend krediet:
Kun je blijven geld lenen tot de kredietlimiet (=maximumbedrag dat je kunt lenen, hangt af van je
inkomen en financiële situatie)
Je betaalt alleen rente over het opgenomen bedrag. Aflossen, kan op ieder moment. Bedragen van
doorlopend krediet die je aflost, mag je ook weer opnemen.
Huurkoop:
Verkoper blijft eigenaar totdat je de laatste termijn hebt afgelost.
Krediet wordt verstrekt voor aanschaf van duurzame consumptiegoederen.
Koop op afbetaling:
Koopt iets in vorm van lening, koper is meteen eigenaar.
Ook voor duurzame consumptiegoederen.
>Voordeel huurkoop & koop op afbetaling: je kunt nú iets kopen zonder over geld te beschikken.
>Nadeel ": je moet hogere rente betalen en je zit soms jaren vast aan termijnbetalingen, zeker
vergeleken met DK waarbij je ieder moment kan aflossen. Je zit dus vast aan de koop van een
bepaald product.
>Voor geldgever is voordeel de rente en het nadeel dat sommige geldnemers vaak te veel lenen
waardoor geldgever naar z'n geld kan fluiten.
>Voordeel DK: je kunt doen en laten wat je wilt als je maar onder kredietlimiet blijft
>Vervroegde aflossing bij andere kredietvormen gaat vaak samen met boete en 1 x een maand niet
betalen is meestal niet mogelijk
, 2.2 - Enkelvoudige interest
Enkelvoudige interest: wanneer de interest (rente) wordt berekend over het oorspronkelijke
kapitaal of de schuld in een bepaalde periode
Samengestelde interest: interest wordt berekend over de hoofdsom plus de bijgeschreven interest
uit de eerdere jaren (men spreekt dan van rente over rente)
Genoemde interestpercentage is bij beide altijd op jaarbasis
Bij afsluiten van een lening is meestal sprake van enkelvoudige interest. Omdat na afloop van een
periode de interest over de voorbije periode betaald moeten worden. Interest wordt immer niet
toegevoegd aan de schuld die je op dat moment hebt.
Bij sparen heb je altijd te maken met samengestelde interest.
Aantekeningen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlottejanssenn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.04. You're not tied to anything after your purchase.