Inleiding EU:
- Integratieproces EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) tot EU
- Intergouvernementeel (dat de regeringsleiders van de landen van de EU de besluiten nemen,
bijv. bij een TOP) vs. Supranationaal (een grote regering van de EU bijv. de Europese
Commissie)
- Verdragen
Onderscheid tussen intergouvernementalisme en supranationalisme:
- Intergourvernementalisme:
o Tussen regeringen
Regeringen nemen besluiten, zijn verantwoordelijk voor uitvoering daarvan en hebben
vetorecht.
Het gaat om besluiten die uitsluitend door nationale regeringen samen worden genomen
en dus niet door een instelling die boven de lidstaten staat, zoals de Europese Unie.
- Supranationalisme:
o Boven het nationale niveau
o Beperkte rol van regeringen
Instellingen die gezamenlijke belangen vertegenwoordigen
wat betekent dat landen bevoegdheden overdragen aan instellingen die boven de landen
staan
Strijdpunten binnen Europese integratieproces:
- Methode van integratie
o Supranationaal of intergouvernementeel
- Snelheid en omvang van integratie
o Verdieping of verbreding
- (Stem)verhouding tussen grote en kleine lidstaten
Verdrag van Maastricht:
- Europese Unie
- Europese Gemeenschap
o Samenvoeging van EEG, Euratom en EGKS
- Pijlers (onderdeel van het Verdrag) van de EU
o 1e pijler: Europese gemeenschap
Economisch en monetair beleid, interne markt, landbouwbeleid en
handelspolitiek
Supranationaal
o 2e pijler:
GBVB: Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid
Intergouvernementeel
o 3e pijler:
PJSS: Politiële en Justitiële Samenwerking in Strafzaken
Intergouvernementeel
Verdrag van Nice:
- Drievoudige stemmenweging, goedkeuring indien:
o 75% stemmen vóór
o Meerderheid van de lidstaten
o Meerderheid van tenminste 62% van de EU-bevolking
, Subsidiariteit:
Subsidiariteitsbeginsel:
- Dit beginsel moet garanderen dat besluiten op een zo laag mogelijk niveau (zo dicht mogelijk
bij de burger) worden genomen. Een besluit mag alleen op Europees niveau genomen
worden, als dat niet goed op landelijk, provinciaal of gemeentelijk niveau kan gebeuren.
- Dit betekent dat de Europese Unie alleen optreedt wanneer dat doeltreffender is dan een
maatregel op landelijk, provinciaal of gemeentelijk niveau is.
- Daarnaast geldt dat het optreden van de Unie niet verder mag gaan dan wat nodig is om de
doelstellingen van de Europese Verdragen te bereiken. Dit wordt het evenredigheids- en het
noodzakelijkheidsbeginsel genoemd.
- Het subsidiariteitsbeginsel biedt vooral de mogelijkheid de invloed van de Europese
commissie
De besluitvorming van de EU:
1. Algemene kenmerken van besluitvorming
2. Intergouvernementele of supranationale besluitvorming?
3. Soorten besluiten
4. Fasen in besluitvorming
5. Gewone vs. Bijzondere wetgevingsprocedures
Wie neemt het besluit?
1. Europees Parlement
2. Europese raad (de Ruttes)
3. De Raad (van ministers)
4. De Europese commissie
1. Algemene kenmerken besluitvorming:
- Complex proces
o Veel verschillende instellingen bij betrokken (Europese Commissie, Europees Parlement)
- Multi-level proces
o Besluitvorming op verschillende niveaus (intergouvernementeel of supranationaal)
o Langdurig proces
2. Mengvorm tussen intergouvernementele en supranationale besluitvorming:
-Multi-level governance
o Meerlagig bestuurssysteem
- Van unanimiteit tot (gekwalificeerde) meerderheid
-
3. Soorten besluiten (Art. 288 Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, Rome
(VwEU)):
- Verordeningen
Europese wet
Regels met algemene strekking, verbinden en rechtstreeks
toepasbaar
- Richtlijnen
Europese wet
Verbinden ten aanzien van het resultaat voor de lidstaten waartoe zij
gericht is
Geïmplementeerd (omgezet) in nationale wetgeving binnen
bepaalde termijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller oan16. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.