100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 1.7: Working man (bachelor psychologie) $5.37
Add to cart

Summary

Samenvatting 1.7: Working man (bachelor psychologie)

1 review
 28 views  6 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle literatuur behorende bij het blok Working man binnen de bachelor Psychologie aan de Erasmus Universiteit. Met behulp van de samenvatting heb ik een 8.5 gehaald voor het tentamen. Succes met studeren!

Preview 4 out of 70  pages

  • April 18, 2021
  • 70
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: westhovenschiara • 2 year ago

avatar-seller
Probleem 1. Motivatie

Wat is motivatie
Motivatie is een cognitief proces dat doelgericht gedrag aanstuurt. Het is een interne staat
die iemand aan zet tot bepaalde gedragingen.

Motivatie bestaat uit drie componenten:
❖ Richting: de keuze van specifiek gedrag uit een groot aantal mogelijke gedragingen.
❖ Intensiteit: de hoeveelheid inspanning die een persoon in een taak stopt.
❖ Doorzettingsvermogen: het volhouden van gedrag over tijd.

Motivatietheorieën gaan over de redenen waarom sommige mensen beter presteren op
hun werk dan anderen. Volgens de theorieën speelt motivatie een rol. Als iemand het
vermogen heeft om een taak uit te voeren en als er weinig beperkingen zijn, zal een hoge
motivatie leiden tot goede prestaties op werk.

Motivatie is in te delen in drie perspectieven:
❖ Doelen: wat zijn de belangrijkste motieven van gedrag? Rijkdom, status en macht
sturen gedrag rechtstreeks naar het doel. Dit perspectief spreekt van motivatie in
termen van gewenste uitkomsten of doelen. Bij dit perspectief horen de content
theorieën.
❖ Keuzes: waarom kiezen we om doelen na te streven? Dit perspectief bekijkt
motivatie in termen van de cognitieve besluitvormingsprocessen die de keuze van
een individu voor zijn of haar doelen beïnvloeden. Bij dit perspectief horen de
procestheorieën.
❖ Invloed: hoe kan je iemand harder laten werken? Dit perspectief ziet motivatie als
een sociaal beïnvloedingsproces en wordt aangepakt met job enrichment theorieën.

De theorieën kunnen worden beschreven langs een continuüm van distaal tot proximaal.
❖ Distale motivatietheorieën: gaan over processen die ver verwijderd zijn van het
gedrag. Een voorbeeld hiervan zijn need theorieën omdat deze gaan over algemene
behoeften die leiden tot veel vormen van gedrag en geen specifiek gedrag.
❖ Proximale motivatietheorieën: gaan over processen die dicht bij het gedrag staan.
Een voorbeeld hiervan is de goal setting theorie want deze gaat over specifieke
doelen die leiden tot specifieke gedragingen.

Verschil drives en motivatie
Er zijn drie redenen die mensen ergens toe kunnen zetten:
❖ Drives = een aangeboren, biologisch bepalende factor voor gedrag dat wordt
geactiveerd door een gemis of gebrek. Drives hebben een fysieke basis. Behoeften
aan zuurstof, water, voedsel, onderdak, warmte en seks staan bekend als drives.
❖ Motief = een sociaal aangeleerde behoefte die wordt geactiveerd door een
verlangen naar bevrediging. Motieven worden bepaald door sociale normen van de
samenleving.

, Drives Motieven
Aangeboren Aangeleerd
Een fysieke basis Een sociale basis
Geactiveerd door een gemis of gebrek Geactiveerd door de omgeving
Doel is verzadiging Doel is stimulatie

Common-sense approaches
McGregor, Argyris en Schein hebben drie brede common-sense benaderingen van
motivatie geïdentificeerd die van toepassing zijn op verschillende individuen op
verschillende momenten. Geen van deze benaderingen is universeel correct.
❖ Theorie X: stelt dat mensen onbetrouwbaar, irrationeel en lui zijn. Mensen moeten
door middel van financiële prikkels en dreigementen geprikkeld worden. Bij gebrek
aan controles zullen mensen hun eigen doelen nastreven die in conflict zijn met de
doelen van de organisatie.
❖ Theorie Y: stelt dat mensen onafhankelijkheid, zelfontplooiing en creativiteit zoeken
in hun werk. Mensen zijn in staat verder te kijken dan de directe omstandigheden en
kunnen zich aanpassen aan nieuwe omstandigheden.
❖ Sociaal: stelt dat het gedrag van een persoon wordt beïnvloed door sociale
interacties die het identiteitsgevoel en samenhorigheidsgevoel van werk bepalen.
Mensen reageren meer op de verwachtingen van mensen om hen heen dan op
financiële prikkels.

Content theorieën

Need theories
Need theories zijn gebaseerd op het idee dat psychosociale behoeften ten grondslag liggen
aan menselijk gedrag. Wanneer de behoeften onvervuld zijn ervaren we spanning of
onevenwichtigheden. We gedragen ons op manieren om de behoeften te vervullen. De
behoeften wisselen per persoon en over de tijd.

Algemene kritiek op need theories:
❖ De behoeftes groeperen niet samen op een manier zoals voorspelt
❖ Theorieën kunnen niet voorspellen wanneer bepaalde behoeftes belangrijk worden
❖ Er was geen duidelijke relatie tussen behoeften en gedrag
❖ Behoeften werden met onvoldoende precisie beschreven
❖ Het hele idee van behoeftes als een biologisch fenomeen is problematisch. Het
negeert de capaciteit van mensen en mensen om hen heen om hun eigen perceptie
te maken over behoeftes en hoe deze voorzien kunnen worden.

Need hierarchy theory (Maslow)
De theorie stelt dat menselijke behoeften zijn georganiseerd in een aantal categorieën.
Gedrag is gericht op het vervullen van de behoeften en motivatie ontstaat wanneer de
behoefte niet vervuld is.

De behoeften zijn hiërarchisch geordend. Hogere behoeften komen pas aan de orde als de
onderliggende behoeften bevredigd zijn. De vijf behoeften zijn:
❖ Fysiologische behoeften: behoeften aan zaken die nodig zijn om in leven te
blijven.
❖ Veiligheidsbehoeften: behoeften aan veiligheid, zekerheid en bescherming.

, ❖ Sociale behoeften: behoeften aan sociaal contact, vriendschap en liefde
❖ Erkenningsbehoeften: behoefte aan waardering, respect, achting en status
❖ Zelfactualisatiebehoeften: behoefte aan kennis en wijsheid om tot zelfontplooiing
en persoonlijke groei te komen. De zelfactualisatiebehoefte wordt gezien als het
behalen van iemands volledige potentie en wordt nooit helemaal vervuld.




Beoordeling need hieracy theory
❖ Er is te weinig onderzoek naar gedaan
❖ De theorie is te simplistisch
❖ Zelfactualiseringsbehoefte wordt niet bereikt
❖ De theorie wordt meer gezien als ontwikkelingstheorie dan motivatietheorie
❖ De theorie is sterk gebaseerd op de westerse cultuur, waar de eerste vier behoeften
bijna niet meer motiverend zijn, omdat deze al vervuld zijn.
❖ De behoeftes worden niet per se in deze volgorde afgewerkt.
❖ De theorie geeft niet aan wanneer welke behoefte belangrijk is voor iemand
❖ Er is geen duidelijke relatie tussen behoeften en gedrag

Two-factor theorie (Herzberg)
De twee-factorentheorie stelt dat motivatie voorkomt uit de aard van het werk en niet uit
externe beloningen of arbeidsvoorwaarden. De menselijke behoeften die op het werk aan
bod komen zijn onderverdeeld in twee categorieën:
❖ Hygiene factoren: fysiologische behoeften op een lager niveau die ontevredenheid
verminderen. De behoeften resulteren niet in gemotiveerd gedrag of een staat van
positieve tevredenheid. Hygiene factoren zijn externe factoren: beloning, collega’s
organisatiebeleid, werkomstandigheden, status en veiligheid.
• Laag = ontevredenheid en geen motivatie
• Hoog = tevredenheid en niet per se motivatie
❖ Motivator factoren: behoeften op een hoger niveau die resulteren in inspanning en
tevredenheid. Motivator factoren zijn interne factoren: prestaties, erkenning,
verantwoordelijkheid, aard van de baan, vooruitgang en groeimogelijkheden.
• Laag = ontevredenheid en geen motivatie
• Hoog = tevredenheid en motivatie

, Beoordeling twee-factorentheorie
❖ Er is geen wetenschappelijk bewijs voor de theorie
❖ De theorie heeft veel invloed gehad en gezorgd voor verbeteringen op de werkvloer.




ERG theorie (Alderfer)
De theorie is een reactie op de behoeftehiërarchie van Maslow. De theorie onderscheid drie
behoeften. Er is geen sprake van hiërarchische ordening van de behoeften en alle
behoeften kunnen tegelijkertijd aanwezig zijn.
❖ Existentiële behoeften: behoeften aan zowel materiële objecten als fysiologische
verlangen en de basisbehoeften. Komt overeen met de fysiologische behoefte en
veiligheidsbehoefte van Maslow.
❖ Relationele behoeften: de behoefte aan liefde, vriendschap en interpersoonlijke
relaties. Komt overeen met de sociale behoefte en erkenningsbehoefte van Maslow.
❖ Groei behoeften: de behoefte aan persoonlijke groei en mogelijkheden tot
zelfontplooiing en creativiteit. Komt overeen met de erkenningsbehoefte en
zelfactualisatiebehoefte van Maslow.

Frustratie-regressie-hypothese: wanneer een behoefte in een hogere categorie niet
bevredigd kan worden, zal de persoon meer gaan focussen op het bevredigen van
behoeften uit een lagere categorie. Er is sprake van een terugval (regressie) naar een
lagere behoeftecategorie die al eerder grotendeels bevredigd was.

Need for achievement (McClelland)
Need for achievement wordt gedefinieerd als een karakterkenmerk dat wordt gekenmerkt
door de behoefte om hindernissen te overwinnen, macht uit te oefenen en het streven om
zo goed en snel mogelijk een moeilijke taak te volbrengen.

Mensen met een hoge need for achievement zoeken lastige taken, willen veel
verantwoordelijkheid en veel feedback. McClelland stelde dat de economische welvaart van
een land mede afhankelijk is van de need for achievement van de bevolking. Hij stelde ook
dat een hoge need for achievement aangeleerd kan worden.

Er zijn zes taakvoorkeuren die een hoge need for achievement aangeven:
❖ Taken waarbij onzekerheid is onder de uitkomst
❖ Lastige taken
❖ Taken met veel persoonlijke verantwoordelijkheid (in plaats van gedeelde)
❖ Taken met een hoog risico (maar niet excessief)
❖ Taken waarbij creativiteit nodig is in plaats van het volgen van instructies
❖ Taken die zijn gebaseerd op de wens om te slagen en niet op het vermijden van fale

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller socialewetenschappeneur. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.37. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.37  6x  sold
  • (1)
Add to cart
Added