= als je in een structuurformule alle valentie-elektronen tekent
Octetregel = elk atoom heeft 8 valentie-elektronen, zo wordt er een edelgasconfiguratie gevormd
Stap 1: teken de structuurformule
Stap 2: zoek aantal valentie-elektronen in Binas 99
Stap 3: bepaal hoeveel valentie-elektronen er over blijven
Stap 4: teken de vrije elektronenparen
Uitgebreid octet
S: 10
N: 10 en 12
P: 10
Radicaal = los valentie-elektron
—> ion krijgt lading
- positief: lading staat voor het aantal elektronen te weinig (formele lading)
- negatief: lading staat voor het aantal elektronen te veel (formele lading)
- Reageert snel met andere atomen, moleculen of radicalen om zsm weer aan de octetregel te
voldoen
12.2 VSEPR-theorie
Soorten atoombindingen
- Polaire atoombinding
Elektronegativiteit zorgt voor aantrekkingskracht. Hoe groter het verschil in elektronegativiteit, hoe
dichter het elektronenpaar verschuift. Dit atoom wordt een beetje negatief geladen (δ−) en het an-
dere een beetje positief (δ+) (= partiële lading)
- Vanderwaalsbinding
Verbinding tussen moleculen
De sterkte van de vanderwaalsbinding neemt toe bij een hogere molecuulmassa
- Waterstofbruggen
Verbindingen tussen N- en H-atoom of O- en H-atoom (is een polaire atoombinding). Zijn goed
oplosbaar in water
H-atoom is positief geladen
, Met de VSEPR-theorie voorspel je aan de hand van het omringingsgetal van het centrale atoom de
bouw van het molecuul.
Dipolen = Moleculen die een partiële lading hebben en die een duidelijke positieve en negatieve
kant hebben
—> dipolen kunnen onderling dipool-dipoolbindingen vormen
12.3 Mesomerie
Mesomerie (of resonantie) = wanneer een molecuul of ion meerdere lewisstructuren hebben
—> de verschillende structuren worden grensstructuren genoemd (hoe meer grensstructuren, hoe
sterker het molecuul)
—> treedt op door verplaatsing van elektronenparen
—> hoe meer grensstructuren er van een molecuul of ion zijn, hoe stabieler dat deeltje en de bij-
bel]horende stof is
12.4 Reactiemechanismen
Reactiemechanisme = een beschrijving van het verloop van een reactie in meerdere stappen
Substitutiereactie = atoom(groep) in een koolstofverbinding ver- vangen
door een ander(e) atoom(groep)
- radicaalmechanisme
Stap 1: initiatie
—> door uv-straling: broommoleculen —> broomradicalen
Stap 2: propagatie
—> broom readers met H-atoom van methaan
Stap 3: terminatie
—> het overgehouden broom- en methylradicaal reageren
- Ionair mechanisme
Nucleofiel = negatief geladen ion met elektronenpaar
Elektrofiel = positief ion
—> reageren met elkaar
Additiereactie = uit twee of meer moleculen ontstaat 1 molecuul
- radicaalmechanisme
Stap 1: initiatie
—> onder invloed van peroxides (= verbindingen met een -O-O-binding) wor-
den radicalen gevormd
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annickvaneldik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.07. You're not tied to anything after your purchase.