Rente uit vermogen is bijvoorbeeld; rente over spaargelden en aan
huur. Dit is primaire inkomen, het wordt door mee te helpen te
produceren. Een overdrachtsinkomen ontvang je omdat je geen
inkomen hebt (bv, WAO, AOW, WW en bijstand) en is geen primair
inkomen. Het vermogen is de bron van inkomsten, je inkomen kun
je opmaken maar je vermogen blijft bestaan. Als je zelfvoorzienend
bent produceer je alle goederen die je zelf nodig hebt. Je inkomen is
dan wat je produceert, inkomen in natura en niet in geld.
Specialisatie leidt tot hogere arbeidsproductiviteit.
Arbeidsproductiviteit stijgt door middel van mechanisering en
gebruik van hulpstoffen.
Primaire inkomen:-salaris of loon verdient. Het kan ook -rente zijn,
die je op je spaarrekening krijgt. Kopen van kapitaalgoederen door
bedrijven heet investeren. Kapitaalgoederen worden gebruikt om
andere goederen te produceren. Nog andere vormen van primair
inkomen zijn -huur, -pacht ( dit ontvang je wanneer je een stuk
natuur ter beschikking stelt van producenten) en -winst ( een
beloning).
Netto-inkomen houdt je over als je belastingen en premies betaald
zijn.
1.2 Toegevoegde waarde.
Het productieproces wordt gezien als een proces dat bestaat uit het
toevoegen van waarde aan de ingekochte grond- en hulpstoffen. De
toegevoegde waarde is het verschil tussen de omzet en de waarde
van de ingekochte grond- en hulpstoffen.
,1.3 Administratie moet!
De belangrijkste onderdelen van de administratie zijn de balans en
de resultatenrekening.
De balans is een momentopname van de bezittingen van een bedrijf
en de manier waarop de bezittingen zijn betaald. De bezittingen of
activa staan links op de balans. Recht op de balans staat hoe de
beszittingen betaald zijn (het vermogen of de passiva).
Activa. Balans. Passiva.
Vaste activa: Eigen vermogen:
-grond, gebouwen en machines. -vermogen dat door de eigenaar in
het bedrijf is gestoken.
Vlottende activa: Lang vreemd vermogen:
-voorraden en debiteuren. -schulden op lang(er) termijn.
Liquide middelen: Kort vreemd vermogen:
-kas en rekening-courant. -schulden op korte termijn.
(crediteuren)
,Totaal Totaal
Het saldo is het verschil tussen kosten en opbrengsten, deze staan
op een resultatenrekening.
Kosten. resultatenrekening. Opbrengsten.
-inkoopkosten. Omzet.
-loon.
-huur.
-rente.
-pacht.
(saldo) (saldo)
Totaal Totaal
, 1.4 Van micro naar macro.
Het nationaal product is de waarde van de productie van een heel
land. Van het microniveau (een bedrijf of een gezin) naar het
macroniveau (een heel land).
De totale productie krijg je als je de productiewaarde van
afzonderlijke bedrijven bij elkaar optelt.
Het nationaal inkomen is gelijk aan alle inkomens, die bij bedrijven
en de overheid verdiend worden, in een land bij elkaar opgeteld. Het
nationaal product is dus gelijk aan het nationaal inkomen.
Woordenlijst:
-Primaire inkomen: geld dat wordt verdiend door mee te helpen te
produceren.
Ø Loon
Ø Rente
Ø Huur
Ø Winst
Ø pacht
-Toegevoegde waarde: verschil tussen de omzet en de waarde
ingekochte grond- en hulpstoffen.
- Micro: productie van 1 bedrijf of 1 huishouden.
- Macro: productie van en het inkomen van een heel land.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller philrok. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.