Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 4
Het is het einde van de WO1 zonder keizer moest Duitsland van bestuursvorm wisselen.
Democratie of keizerrijk?
Over het nieuwe bestuur van Duitsland was veel onenigheid zo ontstonden er in de periode na de
WO1 (1918) er veel rellen tussen politieke groeperingen.
Er is heel veel onrust in Berlijn in de hoofdstad van Duitsland probeerde nu de communisten de
macht te grijpen zij noemen zichzelf de Spartakisten. Oud militairen en nationalisten voelden zich
vernedert zij gaven dan ook de communisten en de Democraten de schuld van het verlies van de
oorlog. Er ontstond een dolkstootlegende = een verhaal dat Duitsland de oorlog heeft verloren
door de nieuwe regering.
In Berlijn werd het zo onrustig dat de vergaderingen over een nieuwe grondwet verhuisden naar het
rustige plaatsje Weimar. Daar werd besloten dat er een parlementaire democratie werd ingesteld.
Duitsland wordt daarom, tot het moment dat Hitler aan de macht kwam, ook wel de
Weimarrepubliek (1919-1933) genoemd. Maar met de invoer van de nieuwe grondwet keerde de
rust niet terug.
De nieuwe regering kon weinig goeds doen in de ogen van het volk. Duitsland werd gedwongen om
het verdrag van Versailles te ondertekenen. In dit verdrag werd bijvoorbeeld besloten dat:
1. Duitsland Elzas-Lotharingen moest teruggeven aan Frankrijk.
2. Duitsland al haar koloniën moest afstaan.
3. Duitsland de oorlogsschade moest vergoeden door herstelbetalingen van 132 miljard
goudmark.
4. Het Duitse leger niet groter mocht zijn dan 100.000 soldaten.
5. In het grensgebied met Frankrijk, het Rijnland, mochten geen soldaten meer verblijven.
6. Duitsland als enige schuldig was aan de oorlog.
De Duitse economie was al in slechte staat door het verlies van de oorlog, maar het land moest
daarnaast ook nog de herstelbetalingen opbrengen. Vanaf 1923 kon Duitsland dit niet meer betalen.
Het Franse leger besloot daarom het Ruhrgebied te bezetten. De Fransen plunderden de fabrieken in
het gebied om toch geld te bemachtigen van Duitsland. Door de plunderingen kwamen de
fabrieksarbeiders in opstand. De Duitse regering besloot de opstand op te lossen door de lonen van
de fabrieksarbeiders uit te betalen door meer bankbiljetten te laten drukken. Maar door het drukken
van nieuwe biljetten werd het geld minder waard. Zo ontstond er grote inflatie = dat het geld steeds
minder waard word.
Adolf Hitler, pleegde in november 1923 een staatsgreep die mislukte. Hitler werd hiervoor
gearresteerd en in de gevangenis gezet. Terwijl Hitler in de gevangenis zat, schreef Hitler vervolgens
het boek Mein Kampf, waarin Hitler zijn visie op een nieuwe toekomst voor Duitsland voorstelde.
De roaring twenties en er is welvaart:
De Duitse regering werd hervormd met een nieuwe minsiter van buitenlandse zaken Gustav
Stresemann. Het oude geld werd vernietigt om hyperinflatie tegen te gaan.
, De VS schoot Duitsland te hulp met het Dawesplan (1924) = plan van de VS om de Duitse economie
te ondersteunen wat bestond uit:
- Leningen
- Investeringen
- handelsverdragen
- verplichte marktafname
De economie komt nu weer tot leven en de politieke onvrede nam ook af toen generaal Von
Hindenburg werd gekozen tot president. Bij het verdrag van Locarno (1925) erkende Von
Hindenburg. Verdrag van Locarno = verdrag tussen Duitsland, Frankrijk en België waarin Duitsland
de grenzen van het Verdrag van Versailles erkent.
Door de Amerikaanse leningen krabbelde Duitsland langzaam op. Maar toen ging het in de Verenigde
Staten mis met de economie. Fabrieken en boeren leenden veel geld voor hun bedrijven en
produceerden daarmee teveel producten. Maar toen de fabrieken hun overschot aan producten niet
konden verkopen, moesten de fabrieken ergens anders geld vinden om hun leningen terug te kunnen
betalen. Daarom werden de fabriekswerknemers ontslagen. Zonder werk konden ook de
fabriekswerknemers niet langer hun leningen aan de bank terugbetalen. De bank kreeg op dat
moment dus geen geld meer binnen van zowel de bedrijven als van individuen. De paniek sloeg toe
en bedrijven verkochten hun aandelen, waardoor de Beurskrach kon plaatsvinden.
Omdat de Verenigde Staten de grootste economie van de wereld waren, werden vele landen
meegetrokken in deze economische depressie. Door de Amerikaanse leningen en investeringen in
Duitsland kwam de crisis daar dubbel zo hard aan. Nu moesten Duitsland de leningen van het
Dawesplan terugbetalen aan de VS. De werkeloosheid steeg en het Duitse volk hoopte op de komst
van een krachtige leider die de problemen zou oplossen.
Na de mislukte staatsgreep van 1923 en zijn gevangenisstraf, bouwde Hitler de NSDAP (Nationaal-
socialistische deutsche arbeits partij) uit tot één grote, autoritaire partij. Hitler wilde Duitsland weer
groot en sterk maken. Hitler's partijleden geloofden niet in de democratie, maar in sterk leiderschap.
De volgelingen van Hitler waren niet een specifieke groep mensen maar de volgelingen van Hitler
kwamen juist vanuit de hele samenleving.
Standpunten van Hitler:
1. Weg met het Verdrag van Versailles.
2. De herstelbetalingen en de inperking van het leger waren een vernedering voor Duitsland
3. De Weimarrepubliek en de parlementaire democratie moest worden gestopt
1. Hitler vond dat de regering en het parlement na de Eerste Wereldoorlog het volk hadden
verraden.
2. Weg met de werkloosheid.
3. Hitler en de NSDAP wilden ervoor zorgen dat iedereen weer werk en een goed bestaan
zouden krijgen.
Behalve deze programmapunten, waren er nog drie redenen dat Hitler zoveel aanhang kreeg. Ten
eerste waren veel Duitsers onder de indruk van de toespraken en idealen van Hitler. Ten tweede liet
Hitler propaganda verspreiden: optochten, posters en kranten werden gemaakt om te bewijzen dat
Hitler de juiste keuze was voor Duitsland. Hitler nam zelfs iemand aan, Joseph Goebbels, om ervoor
te zorgen dat deze propaganda constant werd verspreid. Ten derde gebruikten de nazi's intimidatie
en geweld om hun doel te bereiken. Knokploegen zoals de Sturmabteilung (SA) sloegen iedereen in
elkaar die tegen Hitler of de NSDAP waren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Hugo16. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.11. You're not tied to anything after your purchase.