Onderneming: op winst gericht bedrijf dat voor eigen risico werkt. In het wetboek staat het in art
2 HRB en in art 1 sub c WOR. Ondernemingsrecht hoort tot het privaatrecht. Het wordt verdeeld
in 2 categorieen. Dit onderscheid is van belang vanwege de gevolgen die het zijn van
rechtspersonen heeft. Natuurlijke en rechtspersonen zijn rechtssubject. een rechtssubject is
drager van rechten en plichten. . Dit onderscheid is van belang vanwege de gevolgen die het
zijn van een rechtspersoon heeft. Natuurlijke personen en rechtspersonen zijn een
rechtssubject. Rechtssubject is een drager van rechten en plichten. Volgens artikel 1 hebben
ondernemingen ook een vorm van persoonlijkheid, namelijk rechtspersoonlijkheid. Daarom
worden zijn rechtspersonen genoemd. Alle rechtspersonen zijn geregeld in boek 2 BW.
Rechtsbevoegdheid heeft betrekking op de mogelijkheid om rechtshandelingen te verrichten,
Overeenkomsten te sluiten, goederen in ontvangst te nemen etc.
Rechtsvormen In Nederland:
Niet rechtspersonen:
1. Eenmanszaak; niet wettelijk geregeld
2. Maatschap
3. Vennootschap onder firma (VOF)
4. Commanditaire vennootschap (cv)
Rechtspersonen zijn rechtssubjecten en worden door middel van natuurlijke personen
gefunctioneerd. Als een functionaris van eenmanszaak overlijdt, is de eenmanszaak ook ten
einde. Terwijl bij een BV het wel blijft voortbestaan. De functionarissen worden binnen iedere
rechtsvorm anders genoemd en kunnen verschillende taken en bevoegdheden hebben.
Er zit te veel brievenbusmaatschappijen in Nederland, ze werken dus niet letterlijk vanuit
Nederland maar zijn hier wel gevestigd en ontlopen zo hoge winst belasting in een eigen land.
BV: rechtspersoon met een eigen kapitaal dat door middel van het uitgeven van aandelen is
verkregen. Het moet worden opgericht met een notariële akte, waarin statuten worden
opgenomen. Er is geen minimum oprichtingskapitaal meer. Er moet worden ingeschreven bij de
KVK. Er zijn alleen aandelen op naam. Er is een beperkte persoonlijke aansprakelijkheid. De
BV kan geen beurs gaan maken en er kunnen stemmen of winst rechteloze aandelen worden
uitgegeven
,NV: ook hier is er een beperkte persoonlijke aansprakelijkheid. Er is hier wel een verplicht
minimum oprichtingskapitaal. Het wordt op dezelfde wijze als de BV opgericht en ook
ingeschreven bij de KVK. De Aandelen hier kunnen op naam en er kan een beursgang worden
gemaakt. er bestaan alleen geen stem of winstrechtloze aandelen
Coöperatie: dit is een verenigingsvorm waarbij een leden orgaan verplicht is deze
rechtspersoon is gericht op winst en heeft als doel het voorzien in een behoefte van leden door
het sluiten van overeenkomsten. Dit moet bij de notaris worden opgericht en ook worden
ingeschreven bij de KVK. De bestuurder zijn in beginsel niet aansprakelijk.
OWM: dit is het zelfde als de coöperatie alleen ons toe hebben ze dat ze met haar leden
verzekerings overeenkomst sluit.
Vereniging: dit is een rechtspersoon met leden die Niet gericht is op winst. Dat wordt opgericht
met een notariële akte waardoor ze een formele vereniging is met volledige rechtsbevoegdheid.
Dan moeten ze verplicht worden ingeschreven bij de KVK. Zonder notariële akte is de
vereniging informeel met een beperkte rechtsbevoegdheid en is inschrijven bij de KVK een
optie.
Stichting: Dit is in beginsel een orgaan en heeft een ledenverbod. Dit is niet gericht op winst.
Een stichting wordt opgericht door een notariële akte en moet worden ingeschreven in het
handelsregister.
Er zijn drie soorten personen vennootschappen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de
openbare en de stille maatschap. De maatschap is een vennootschapsverband waar in een
beroep of bedrijf wordt uitgeoefend. De stille maatschap treedt niet naar buiten onder 1 naam,
de openbare maatschap wel. Een maatschap wordt opgericht op basis van een ovk, waarbij
iedereen iets inbrengt. De maatschap dient zich in te schrijven voor het handelsregister. Het is
met name bedoeld voor beroepsbeoefenaren. De maatschap functioneert als
gemeenschappelijk bedrijf. Het verschil met een vof en de cv is dat de Maatschap enkel
vertegenwoordigd kan worden als alle maten een volmacht geven aan degene die handelt
namens de maatschap.
VOF: is gebaseerd op de maatschap. Het wordt op dezelfde wijze opgericht en wordt
ingeschreven bij de KVK. Dit is een bedrijfsuitoefening die altijd onder gemeenschappelijke
naam wordt uitgeoefend. Alle vennoten zijn bevoegd tot vertegenwoordiging tenzij ze daarvan
worden uitgesloten.
Cv: is gebaseerd op de vof en heeft dezelfde oprichtingshandelingen. Hierbij is echter sprake
van 1 of meer commanditaire vennoten. Dit zijn stille vennoten. Die hebben slechts geld
ingebracht maar zijn niet werkzaam binnen de vennootschap. Ze delen mee in de winst. Alle
vennoten behalve de commanditaire zijn bevoegd tot vertegenwoordiging tenzij ze worden
uitgesloten.
, Eenmanszaak: is niet een wettelijk geregelde rechtsvorm, ook zonder formele
oprichtingsvereiste. Je dient je alleen in te schrijven bij de KVK.
Er komen ook 3 Europese rechtsvormen voor. Dit zijn supranationale rechtsvormen omdat ze
boven de Nederlandse staat staan:
● EESV: Europees economisch samenwerkingsverband: wordt opgericht door tenminste 2
personen uit tenminste 2 lidstaten dmv een ovk en zonder kapitaalinbreng. Alle leden
blijven naast de EESV hoofdelijk aansprakelijk. Het doel van de EESV is om de
economische werkzaamheid van zijn leden te ontwikkelen, dan wel de resultaten ervan
te verbeteren. Het maken van winst mag niet. Als dit wordt gemaakt is dit winst van de
leden.
● SE: societas Europaea: Europese naamloze vennootschap. Dit is een rechtspersoon
waarvan het kapitaal in aandelen is verdeeld. Zij mag wel winst uitkeren en de
rechtspersonen zijn niet hoofdelijk aansprakelijk. Oprichting kan plaatsvinden door alle
rechtspersonen maar moeten hun oorsprong vinden In tenminste twee verschillende
nationaliteiten. En moeten samen zorgdragen voor een aandelenkapitaal van minimaal €
120.000. De Nederlandse NV heeft 45.000 als startkapitaal. Het kan zich verplaatsen
van lidstaat naar lidstaat.
● SCE: Societas cooperativa europaea: Europese coöperatieve vennootschap. Het is een
opzichzelfstaande rechtsvorm. Als voornaamste doel het voldoen aan de behoeften van
haar leden te voldoen of het ontwikkelen van hun economische en sociale activiteiten.
Dit doel wordt vooral bereikt door met haar leden overeenkomsten te sluiten over de
levering van goederen, het verrichten van diensten. Dit is vergelijkbaar met de
Nederlandse coöperatie maar dan met een in aandelen verdeeld kapitaal. Oprichting
kan door minstens 2 rechtspersonen uit verschillende lidstaten of minimaal 5 natuurlijke
personen. Het minimum kapitaal is 30.000€.
De staat, de provincies, de gemeente en waterschappen alsmede alle lichamen we zitten rechts
persoonlijkheid. Bijvoorbeeld de kamer van koophandel en de Nederlandse orde van advocaten
aan. Ze staan wat het vermogensrecht betreft met een natuurlijke persoon gelijk.
Kerkgenootschappen zijn organisaties die zich uitsluitend met religie bezighouden. Zij hebben
ook rechtspersoonlijkheid. Het is belangrijk om te kijken welke rechtsvorm het beste past bij een
bedrijf. Soms heeft een bedrijf twee rechtsvormen. De rechtsvorm die aan het hoofd staat van
de groep wordt als uitgangspunt genomen om de organisatie te typeren. Belangrijke aspecten
bij de keuze van een rechtsvorm zijn:
● het doel: commercieel of niet commercieel.
● Zeggenschap: wel of geen gescheiden zeggenschap en winstverdeling
● Aansprakelijkheid: bel of geen persoonlijke aansprakelijkheid van functionarissen.
Gelijke delen of hoofdelijk aansprakelijk
● Vertegenwoordiging: algemeen of alleen via volmachten.
● Financiën: hoogte voor de oprichting, bel of geen oprichtingskapitaal, hoogte voor
voeren van de rechtsvorm.
● Belasting regels: dividendbelasting, volledige btw, aftrek regelingen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jillwolffers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.50. You're not tied to anything after your purchase.