- Perceptie van een bepaald iets in je omgeving (tekort aan koffie)
- Onthouden van deze informatie
- Terug ophalen van deze informatie uit je geheugen (herinneren dat je een tekort aan koffie
hebt)
- Verwerken van informatie – je gedrag sturen (je gaat naar de winkel om koffie te halen)
Processen die cognitieve psychologie inhouden KORT:
- VERGAREN van informatie
- OPSLAAN van informatie in geheugen
- OPHALEN van informatie
- Informatie GEBRUIKEN om doel te bereiken
Gebruik van INTERNE, MENTALE REPRESENTATIES
Cognitieve psychologie = de wetenschappelijke studie van de manier waarop mentale representaties
worden gevormd, bewaard en gebruikt
Korte geschiedenis van cognitieve psychologie
500 v.Chr: Oude Grieken
- Plato – kennis is volmaakt vóór geboorte, maar wordt vergeten bij geboorte
- Aristoteles – kennis door ervaring
17-19e eeuw: Empirisme/Associationisme
- Empirisme – alle kennis komt uit ervaring
- Associationisme – ideeën en herinneringen ontstaan door associaties
- John Locke
19e eeuw: Introspectionisme
- Uitvinden hoe de menselijke geest werkt op basis van experimenten (met mensen)
Hoe bewuste denkprocessen werken
Deze bestaan uit basiselementen en deze kunnen met introspectie onderzocht worden
- Getrainde observeerders vertellen over hun ervaringen in experiment
- Wilhelm Wundt
Enkele gebreken van introspectie:
- Enkel getrainde personen
- Geen mogelijkheid tot onderzoek met dieren
, - Introspectie heeft geen toegang tot alle cognitieve processen
Je ‘meet’ alleen de bewuste processen, niet de onbewuste
- Introspectie interfereert met cognitief proces
- Resultaten moeilijk repliceerbaar in andere labs
20e eeuw: Behaviorisme
- Je kan bewustzijn niet bestuderen
- Je moet alleen bestuderen wat kan worden geobserveerd
- Alleen de functionele relatie tussen input en output is relevant
- Geen theorievorming over tussenliggende mentale processen – black box
- Alle mentale activiteit is te herleiden tot gedrag (denken = kleine bewegingen met tong en
strottenhoofd; geen mentale representaties)
- Alle gedrag kan worden aangeleerd op basis van bekrachtiging (belonen en straffen)
- John B. Watson
- B. F. Skinner
Skinner Box – dier moet op basis van stimuli (geluid) die hij krijgt een bepaalde handeling
doen (een knop indrukken), als hij deze handeling doet krijgt hij hier een beloning voor
(eten). Als hij een ‘verkeerde’ handeling doet krijgt hij hier een straf voor (schokje)
‘Verbal behavior’ – taal wordt ook op basis van bekrachtiging geleerd
Noam Chomsky is kritisch tegenover ‘verbal behavior’
- Het kind krijgt te weinig stimuli (en beloningen) om de taal te leren
- Kinderen leren taal zonder expliciet leersignaal (te weinig bekrachtiging)
- Taal is te complex. Mensen produceren en begrijpen zinnen die ze nog nooit eerder hebben
gehoord
Latent leren: Het einde van behaviorisme
- Edward Tolman – zijn experiment spreekt het behaviorisme tegen
Zijn experiment toont aan dat er geleerd wordt zonder dat dat leergedrag bekrachtigd wordt
20e eeuw: De cognitieve revolutie
Behaviorisme wordt steeds minder aangenomen, doordat je rekening moet houden met
- Menselijke factoren – als je enkel kijkt naar input en output, hou je geen rekening met
andere factoren die gedrag beïnvloeden
- Imprinting – niet alle gedrag is aangeleerd
Assumptie: Hersenen werken als computers MAAR human factors
Wisselwerking tussen AI en cognitieve (neuro)wetenschappen
- Connectionisme (artificiële neurale netwerken)
SAMENVATTING BOEK
HISTORY AND APPROACHES
Cognitieve psychologie houdt zich bezig met hoe de geest informatie over de buitenwereld
vertegenwoordigt en gebruikt
- is dus de wetenschappelijke studie over hoe mensen en dieren informatie verwerkt
,Cognitieve psychologie is de studie hoe mensen en dieren:
- informatie verkrijgen
- informatie opslaan in geheugen
- informatie ophalen (uit geheugen)
- met deze informatie werken om doelen te bereiken
Er worden telkens interne of mentale representaties weergegeven – hoe deze worden gevormd,
opgeslagen en gebruikt is belangrijk om te weten
Mnemomic = een leerstrategie om je geheugen te verbeteren
18e eeuw – associationisme
Empiristische filosofen geloofden dat kennis vanuit ervaring kwam en dat ideeën en herinneringen
gelinkt waren door associaties
Locke zei dat twee niet-gerelateerde ideeën geassocieerd kunnen raken met elkaar als ze vaak actief
beschouwd worden als dicht bij elkaar
Empirisme = de filosofische school die inhoudt dat alle kennis voortkomt uit ervaring
Associatie = een koppeling tussen mentale inhoud, zodat activering van één inhoud gekoppelde
inhoud ook activeert (tafel stoel)
19e eeuw – introspectionisme
Meest gebruikte methode is ‘klassieke introspectie’ / ‘zelf-observatie’ Wundt
- gespecialiseerd getrainde deelnemers gaven een mondeling verslag over hun sensaties in
termen van:
modus
kwaliteit
intensiteit
duur
gevoel
Beperking was dat je dit niet kon doen met kinderen, mensen met verlaagde capaciteit / mentale
aandoening, dieren
Beperking was dat je niet alle cognitieve processen kon meten, alleen de bewuste en niet de
onbewuste processen
Beperking was dat het proces van introspectie het cognitieve proces waarin je geïnteresseerd bent
kunt verstoren
Beperking was dat er bij dezelfde experimenten verschillende resultaten uit kwamen
, Vroege 20e eeuw – behaviorisme
Hierbij wordt er niet ‘in’ de geest gekeken maar alleen maar naar de input en output – het
geobserveerde gedrag en de gegeven stimuli
Watson meent dat mentale fenomenen kunnen worden terug getraceerd tot gedragsactiviteit –
mentale fenomeen ‘denken’ = gedragsactiviteit ‘spieraanspanning in tong en strottenhoofd’
- Een experiment uitgevoerd door Smith et al. weerlegt dit juist
Smith nam een spier-verdovend gif in – hierna kon hij zijn spieren niet meer bewegen, hij kon
zijn armen, benen niet bewegen, maar ook zijn tong niet (hij kon dus niet spreken) – hij kreeg
allerlei stimuli gepresenteerd (vragen stellen, objecten in zichtveld) – hij kon er niet op
reageren, maar later zegt hij wel dat hij de stimuli allemaal herkend had
Volgens Watson heeft denken met een lichamelijk iets te maken – als je denkt voer je gedrag
uit; als je gedrag uitschakelt kan je dus ook niet meer denken. Smith heeft hiermee
aangetoond dat dit niet het geval was – hij voerde dan wel geen gedragingen meer uit, maar
hij kon wel nog gewoon nadenken
Skinner meent dat gevolgen van gedrag belangrijk zijn bij het opdoen van kennis – ‘goed’ gedrag
wordt beloond (dit gedrag wordt daarna vaker herhaald) en ‘slecht’ gedrag wordt bestraft (dit gedrag
wordt daarna minder vaak herhaald)
- Een experiment uitgevoerd door Tolman weerlegt dit juist
Drie groepen muizen:
1. muizen die géén informatie krijgen – HNR
2. muizen die wél informatie krijgen – HR
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkesouren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.03. You're not tied to anything after your purchase.