100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Principles of Cognitive Neuroscience, ISBN: 9780878935734 Introductie Psychobiologie (5102INPS6Y) $7.03   Add to cart

Summary

Samenvatting Principles of Cognitive Neuroscience, ISBN: 9780878935734 Introductie Psychobiologie (5102INPS6Y)

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van H8 van Principles of Cognitive Neuroscience

Preview 2 out of 8  pages

  • No
  • H8
  • April 19, 2021
  • 8
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
INTRODUCTIE PSYCHOBIOLOGIE PURVES
VRAAG EN ANTWOORD

Lees de sectie "Memory phases, processes, systems, and tasks" blz. 245-248 en bekijk
figuur 8.1 goed.

1. Welke drie fases kunnen voor alle vormen van geheugen onderscheiden worden?
ENCODING, STORAGE EN RETRIEVAL
2. In welke fase gaat het waarschijnlijk mis als je niet meer op de naam kunt komen van iemand
die op de basisschool bij je in de klas zat?
RETRIEVAL
3. Leg het verschil uit tussen korte-termijn geheugen ("short-term memory") en werkgeheugen
("working memory").
SHORT-TERM MEMORY: het bewaren van eenvoudige informatie
WORKING MEMORY: het bewaren van eenvoudige informatie EN het bewerken/manipuleren
van deze informatie, zodat deze informatie behouden blijft
4. Leg het verschil tussen declaratief ("declarative") en niet-declaratief ("nondeclarative")
geheugen uit.
DECLARATIEF GEHEUGEN = bewust geheugen voor gebeurtenissen en feiten
NIET-DECLARATIEF GEHEUGEN = geheugen dat onafhankelijk van het bewustzijn wordt
gebruikt door middel van prestaties
5. Wat is het verschil tussen episodisch ("episodic") en semantisch ("semantisch") geheugen?
EPISODISCH GEHEUGEN = geheugen van gebeurtenissen
SEMANTISCH GEHEUGEN = geheugen van feiten



Bestudeer de sectie "Dissociating memory systems" blz. 248-251, je moet goed het verschil
tussen patiënt K.F., patiënt H.M. en patiënt M.S. [stampen dus].

1. Leg uit wat er bedoeld wordt met de term amnesie ("amnesia") en wat het verschil is tussen
anterograde en retrograde amnesie.
Amnesie = het verlies van geheugen als gevolg van hersenschade
Anterograde amnesie = geheugenverlies van informatie die NA de schade wordt verkregen
Retrograde amnesie = geheugenverlies van informatie die VOOR de schade werd verkregen



2. Bij schade aan welke neurale structuur treedt er anterograde amnesie en in mindere mate
retrograde amnesie op?
Bilaterale mediale temporaalkwab
3. Leg het verschil tussen een enkele dissociatie en een dubbele dissociatie uit en waarom het
belangrijk is om evidentie voor dubbele dissociaties te vinden.
Enkele dissociatie: patiënt of groep met laesie X vertoont functiestoornis op taak A maar niet
op taak B (er is dan geen uitspraak over lokalisatie mogelijk)
Dubbele dissociatie: je haalt er een andere patiënt of groep bij met laesie Y bij wie het
patroon precies omgekeerd is, bijv. geen stoornis bij taak A, maar wel bij taak B (de puzzel is
dan nog niet opgelost, maar je moet in ieder geval twee metingen doen en het zorgt voor
betere bewijsvoering)

, Bij het vinden van bewijs van dubbele dissociatie, kan je aantonen dat er verschillende
onderliggende hersensystemen zijn, aangezien enkele en dubbele dissociatie dan beide een
ander hersengebied beïnvloeden. Hierdoor kan je dus specifieke cognitieve functies
toewijzen aan specifieke hersengebieden
4. Leg de dubbele dissociatie tussen patiënt K.F en patiënt H.M. uit. Herhaal nog even waar
patiënt K.F. schade had en waar patiënt H.M. schade had.
Patiënt K.F had schade aan de linker temporoparietal cortex en toonde een vermindering in
het werkgeheugen, waardoor hij de taak van het onthouden van een paar cijfers/woorden
niet goed kon uitvoeren. Deze patiënt was wel goed in het onthouden van langere lijsten, dus
hij had geen vermindering in het declaratieve geheugen.
Patiënt H.M had schade aan de mediale temporaalkwab en toonde een vermindering in het
declaratieve geheugen, waardoor hij de taak van het onthouden van een reeks cijfers niet
goed kon uitvoeren. Deze patiënt was wel goed in het onthouden van kortere lijsten, dus hij
had geen vermindering in het werkgeheugen.
5. Leg de dubbele dissociatie tussen patiënt M.S. en patiënt H.M. uit. Waar had patiënt M.S.
hersenschade?
Patiënt H.M had schade aan de mediale temporaalkwab en toonde een vermindering in het
declaratieve geheugen, waardoor hij de taak van het onthouden van een reeks cijfers niet
goed kon uitvoeren. Deze patiënt was wel in staat te leren om geometrische figuren te
traceren die in een spiegel werden geprojecteerd, dus hij had geen vermindering in het niet-
declaratieve geheugen.
Patiënt M.S had schade aan de rechter occipitaalkwab en toonde een vermindering in het
niet-declaratieve geheugen, waardoor hij in een experiment geen ‘priming’ toonde (is het
sneller herkennen van, of reageren op een bepaalde stimulus als men deze eerder heeft
waargenomen). Deze patiënt scoorde echter wel goed in een declaratieve (expliciete) taak,
dus hij had geen vermindering in het declaratieve geheugen.



Bestudeer de sectie "Priming" en subsectie "perceptual priming", blz. 252-255

1. Leg uit waarom het belangrijk is in priming experimenten dat de proefpersonen zich niet
bewust zijn van de prime. Leg ook uit hoe je ervoor kunt zorgen dat bewustzijn van de prime
zo veel mogelijk voorkomen kan worden.
Als proefpersonen zich wel bewust zijn van de prime, dan meet je niet het impliciete
geheugen, maar juist het expliciete geheugen. Priming is echter een onderdeel van het
impliciete geheugen. Bij dit impliciete geheugen is er geen sprake van bewuste beleving.
Je kunt het bewustzijn van de prime zo ver mogelijk voorkomen door gebruik te maken van
ondiepe of subliminale coderingsomstandigheden, of door snelle testreacties aan te
moedigen.
2. Leg het verschil tussen directe en indirecte priming uit. En leg het verschil tussen
perceptuele en conceptuele priming uit ("stationary" betekent ook "briefpapier" en
"drukker").
Bij directe priming wordt de prikkel letterlijk herhaald; prime = target
Bij indirecte priming wordt de prikkel niet letterlijk herhaald; prime ≠ target
Bij perceptuele priming is er sprake van perceptuele gelijkenis tussen target en prime (klank,
vorm)
Bij conceptuele priming is er sprake van verwantschap op betekenisniveau
3. Leg uit hoe attenuatie van perceptuele priming veroorzaakt kan worden.
De attenuatie/verzwakking van perceptuele priming neemt toe als er een grotere
perceptuele verandering is, denk hierbij een visuele presentatie ipv een horende presentatie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkesouren. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.03. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60281 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.03
  • (0)
  Add to cart