§5.3
Een wetenschappelijke revolutie is een fase in de geschiedenis waarin de
houding van wetenschappers ingrijpend veranderd. Deze fase was in de 17e
eeuw. 2 filosofen (Rene Descartes en Francis bacon) zochten de antwoorden op
de vraag wanneer je iets als waarheid beschouwd. Zij meenden dat de wereld
niet kon worden verklaard door een beroep te doen. Je moest namelijk logisch
redeneren of observeren en experimenteren.
Descartes (filosoof) beschouwde het verstand en vermogen tot een redenering
van kennis. De zintuigen leverden heem betrouwbaarder kennis op. Dit noem je
rationalisme. (Redeneren gebaseerd op wiskundige principes)
Bacon (filosoof) stelde juist waarnemingen door middel van zintuigen dat is het
begin punt van onze kennis. Dit noem je empirisme.
Er is dus een nieuwe kijk op de wetenschap dit zie je al in 16e eeuw. Mensen
durfen er van uit de gaan dat bestaande kennis misschien niet klopt. Ook Niels
Stensen ging op onderzoek uit. Hij liet lichamen onderzoeken door Andreas
Vesalius om te kijken wat wel en niet klopt. Andreas bevond tegenwerking van de
katholieke kerk en moest soms lijken stelen om zijn onderzoek te doen.
Ook Nicolaus Copernicus observeerde de hemellichaam en kwam tot conclusie
dat de zon een centrale positie inneemt dat andere planeten omheen draaien.
Nicolaus bracht dit pas veel later naar buiten omdat hij bang was om de reactie
van de katholieke kerk.
Deze voorbeelden tonen aan dat bepaalde wetenschap al aan de gang waren
maar pas na de 17e eeuw ontstonden door nieuwe theorie. De 2 stromingen die
ontstonden worden de basis van de moderne wetenschap.
Door de verspreiding van de wetenschap konden er vertrouwde discussies
onstaan. In sommige landen kond de kerk de publicatie van de wetenschap
verbieden. In Nederland mocht dit wel. Nederland was van vrijheid en religieuze
verdraagzaamheid. Vanaf de 17e eeuw werd het klimaat ook de onderzoekers
gunstiger. De wetenschap kreeg nu een belangrijke plaats in Europese
samenleving.
De belangrijkste ontdekkingen waren in de 17e eeuw de sterrenkunde, wiskunde
en natuurkunde. Galileo was de eerste die via een telescoop de hemellichamen
bestudeerden. Isaac newton gebruikte deze nieuwe wiskunde voor zijn onderzoek
naar natuurkundige verschijnselen.
De ontdekkingen gaven steun aan nieuwe visie van god op de wereld. Dit
mechanistische wereldbeeld ging lijnrecht in tegen de kerkelijke aanname van
god. Door de onderzoekers werden deze ontdekkingen beter onderbouwd en
groeide dit uit in 18e eeuw met veel aanhangers. God bleef wel de schepper van
het heelal maar als bestuurder bewegen hij naar de achtergrond.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Noorschulze. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.