Samenvatting van de Peergroepen voor het vak Gedragswetenschappen . De soorten referentiegroepen, peergroepen en nog meer worden in deze samenvatting besproken. Ook staat er veel informatie over de verschillende factoren
Gedragswetenschappen :
peergroepen
1. Vriendengroepen
Socialisatie = proces waarbij nieuwkomers geïntegreerd worden in
de maatschappij, door het internaliseren van cultuurelementen
Primaire socialisatie : proces waarbij het kind in de vroege
kindertijd door het gezin wordt gesocialiseerd
Secundaire socialisatie : het proces dat in de latere jaren
begint via school, vrienden en collega’s
Groep = een kleine sociale eenheid ( twee of meer personen )
Groepsleden hebben gemeenschappelijke kenmerken
o Interactie
o Gemeenschappelijke waarden en normen
o Samenhorigheidsgevoel
Wat is een vriendengroep 3 aspecten bepalen de vriendengroep
1. Evolutie hoe we onze vrienden kiezen
- In de lagere school kiezen we vaak vrienden van hetzelfde
geslacht
- Met sommigen ontstaat een hechte band waarbij de vrienden
echt gekoesterd worden
- In de adolescentieperiode is de vriendschap bijzonder hecht,
zowel tussen meisjesgroepen als tussen jongensgroepen.
Soms blijft de vriendschap het hele leven
2. Criteria waardoor we ons laten leiden
- Wederkerigheid vriendschap moet van twee kanten
kunnen komen
- Betrokkenheid vrienden kunnen op elkaar rekenen
3. Functies die vriendschappen kunnen hebben
- Kameraadschap het gevoel hebben dat je ergens bij hoort
- Emotionele ondersteuning positieve betrokkenheid
- Cognitieve beïnvloeding via contact krijgt men informatie
over hoe we ons opstellen tegenover anderen
, - Vertrouwelijkheid en de mogelijkheid tot persoonlijke
relaties vertrouwen kunnen hebben in elkaar voor
bepaalde dingen
- Stimulering door het uitwisselen van informatie en
samen dingen doen
Wat is een referentiegroep ?
groep waar we lid van zijn
= groep waarmee we ons vergelijken en ons mee identificeren
Heeft invloed op kennis, gevoelens en gedrag
denkbeeldige groep
Soorten referentiegroepen :
Normatieve referentiegroep
= groep waarmee we ons identificeren en waarvan we lid willen
worden
Hierdoor wilt men zich aanpassen aan de groepsnormen
Vergelijkende referentiegroep
= groep waarmee we onze situatie vergelijken waar niet toe
behoren
Positieve referentiegroep
= groep waarvan we de attitudes en eigenschappen willen
verwerven
Negatieve referentiegroep
= groep waarvan we de attitudes en eigenschappen willen
vermijden
Invloed van referentiegroepen :
Informerende invloed
= geven info bij innemen van standpunt
Instrumentele invloed
= deelnemen aan groepsstructuur en groepsnormen (bv tegen
discriminatie)
Handelen volgens de waarden en normen acceptatie
Gedrag afwijkend van norm sanctie of uitsluiting
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nonadevylder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.06. You're not tied to anything after your purchase.