Door de komst van bijvoorbeeld machines worden mensen werkloos. Zo werkten er vroeger
veel meer mensen in de landbouw, een groot deel van dit werk wordt nu overgenomen door
machines.
Kredietcrisis ontstond doordat banken te makkelijk hypotheekleningen hadden verstrekt aan
mensen die later de aflossing en rente niet konden betalen.
Gezinnen gingen minder consumeren, omdat ze grote kans hadden om werkloos te worden
en bedrijven gingen minder investeren. Door deze lage bestedingen daalde de productie
daalde werkgelegenheid.
Consumentenvertrouwen nam af: geeft informatie over de verwachtingen van consumenten
over de ontwikkeling van de economie.
Werkloosheid verminderen door bestedingen te stimuleren: rente verlagen mensen gaan
meer lenen en minder sparen. Geldhoeveelheid ↑ bestedingen ↑ productie ↑
werkloosheid ↓
Nadelen van geld toename: stijging van inflatie: stijging van het algemeen prijspeil.
Nadelen van hoge inflatie: koopkracht van je inkomen daalt: bepaalt hoeveel goederen en
diensten je kunt kopen, hangt af van inkomen en van de prijzen. Bij deflatie gaan mensen
hun bestedingen uitstellen omdat ze verwachten dat de prijzen nog lager worden.
Door belastingverlaging kunnen bestedingen toenemen, nadeel hogere bestedingen en
belastingverlaging kunnen ertoe leiden dat het tekort van overheid toeneemt. Het tekort
wordt dan geleend en dan neemt de schuld toe.
Doelen van de bank:
- Verhogen/verlagen van inflatie
- Stimuleren van werkgelegenheid
Middel: rente
Consumeren: in eigen behoeften voorzien
investeren: kapitaalgoederen aanschaffen
Schaarste: er moeten productiefactoren voor opgeofferd worden.
De prijs van een product kan stijgen door de vraag en aanbod ernaar. Stel er is weinig van
een product beschikbaar dan zal de prijs automatisch stijgen.
Als de inkomens voor iedereen gelijk zijn dan zullen mensen minder lang studeren of minder
hun best doen op school omdat ze toch wel weten dat ze later een inkomen zullen krijgen.
, 1.2 Economie gaat over kiezen
Goederen kun je vastpakken, ze zijn stoffelijk: telefoon, spijkerbroek, bed
Diensten zijn onstoffelijk: op vakantie, bioscoop bezoek, naar de kapper
Hoe meer producten mensen kunnen kopen hoe welvarender. Ze kunnen beter voorzien in
hun behoeften.
Consumeren: het kopen van producten voor eigen behoeften
Investeren: aanschaffen van goederen en diensten door bedrijven om ermee te produceren.
Een product is schaars, als er een productiefactor moet worden geleverd om het goed te
maken. Goederen waar geen schaarse middelen voor worden opgeofferd bijvoorbeeld de
lucht die we inademen noemen we vrije goederen.
Gratis schoolboeken – schaars
Zonlicht – niet schaars (vrij goed)
Opofferingskosten: de opbrengsten van het beste, niet gekozen alternatief.
Voorbeeld:
Een scholier moet kiezen tussen een avondje werken voor €20,- of
leren voor de toets van morgen. De leerling kiest voor leren want
anders gaat hij niet over. Nu laat hij dus het werken en die €20,- zitten.
Zijn opofferingskosten zijn dus €20,-
1.3 Budgetlijn
Een budgetlijn geeft verschillende keuzemogelijkheden aan bij een gegeven budget.
Aantal gegevens bij een budgetlijn:
Formule: (P1 x Q1) + (P2 x Q2)
- Max. budget
- Prijs product 1 Y = budget
- Prijs product 2 P = prijs van product
Q = hoeveelheid
1.4 Transfer (geen theorie)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cocodekoning. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.